SneeuwklokjeSneeuwklokjeSneeuwklokje

Aimée Huijsmans

* 22 oktober 2006 †

Het leek goed te gaan

De derde zwangerschap. Na twee miskramen rond de 6e en 8e week lijkt het nu toch echt goed te gaan. De eerste echo is een fantastische belevenis. De mengeling van opluchting en vreugde als we het hartje zien. Ongelofelijk, een golf van warmte gaat door ons heen. Het leeft! De dag voor onze vakantie (rond week 8) lijkt het nog even mis te gaan. Er is weer wat bloedverlies. We nemen geen enkel risico en bellen op zaterdag het ziekenhuis; we kunnen langskomen voor een echo. En ook nu weer worden we gerustgesteld. Het hummeltje is er nog steeds, met kloppend hart en al.

In verband met de leeftijd van Reinou wordt door de gynaecoloog gevraagd of en welke onderzoeken we willen laten doen. Na veel wikken en wegen besluiten we tot een vruchtwaterpunctie. We willen graag zo veel mogelijk zekerheid en een zo klein mogelijke kans dat door het onderzoek alsnog iets fout gaat. De nekplooi-meting/trippletest geven een risico percentage en bieden voor ons onvoldoende zekerheid. De risico's bij een vlokkentest zijn ons iets te hoog en belangrijker, ook die uitslag is onzeker. En als we horen dat bij een negatieve uitslag ook dan de zwangerschap beëindigd wordt met het inleiden van de bevalling is de beslissing snel genomen. We kiezen voor de punctie.

Op 3 oktober is het zover; De punctie. Het idee dat er een naald in de zwangere buik verdwijnt, is akelig. Ik troost me met de gedachte dat deze procedure vaak wordt uitgevoerd en dat de kans op complicaties klein is. Gelukkig valt het allemaal erg mee. De naald verdwijnt zonder problemen in de buik. Via de echo is precies te zien wat er gebeurt en de gynaecoloog is uiterst geconcentreerd bezig met zijn werk. Het afnemen van het vruchtwater duurt voor ons gevoel een eeuwigheid.

Na afloop vertelt Reinou me dat ze van de punctie weinig heeft gevoeld. De plek waar de naald in de buik is verdwenen, is nauwelijks zichtbaar. Als een bejaard stel schuifelen we langzaam naar de auto. De komende dagen heeft Reinou vrij genomen om thuis rustig te kunnen herstellen. Of het noodzakelijk is weten we niet, maar we willen geen enkel risico lopen. Achteraf zijn we maar wat blij dat ze (inclusief weekend) vijf dagen tijd heeft genomen om te herstellen.

Onze wereld stort in

Het is vandaag donderdag 19 oktober. Ik ben voor de verandering een keer vroeg thuis en tot mijn grote verrassing komt Reinou ook vroeg terug van haar werk. Ze voelt zich moe en is daarom eerder naar huis gekomen. We hebben elkaar nog maar net een zoen gegeven als de telefoon gaat. Reinou neemt op. Het ziekenhuis met de uitslag van de punctie. Het is niet goed.

Reinou barst in tranen uit. Als ik nog maar een spoortje twijfel had over de uitslag is het nu wel duidelijk. Dit zit goed fout. Ik ben helemaal stil, voel me enorm leeg. Voor mijn gevoel was de uitslag een formaliteit. Het kon niet anders of ons hummeltje was gezond. Ik hield er geen rekening meer mee dat de uitslag wel eens negatief zou kunnen zijn. Reinou zat daar anders in. Die heeft altijd een slag om de arm gehouden. Verdorie. Waarom moet ze ook nu weer gelijk hebben. Ik voel me intens verdrietig. Al die mooie beelden van ons drieën vallen ineens weg. Samen met z'n drieën in bed liggen, de eerste vakantie samen, ... Het ziet er ineens allemaal anders uit. Ons kindje heeft het syndroom van Down.

De gynaecologe geeft aan dat we morgen kunnen bellen om een afspraak te maken. In verband met grote drukte kan ze nog niet precies aangeven hoe laat we terecht kunnen voor een afspraak. Ik heb mijn vrouw nog nooit zo hartverscheurend zien huilen. We zoeken steun bij elkaar. En voelen vooral intens veel verdriet. Waarom? Waarom wij? Als de eerste golf van verdriet is opgedroogd, komt bijna automatisch de vraag: blijven we bij onze beslissing? Willen we nog steeds de zwangerschap afbreken?

Bij het aanvragen van de test was ons al gevraagd om na te denken over wat we zouden beslissen als de resultaten negatief waren. Gelukkig hebben we daar toen uitgebreid bij stil gestaan. Hoe overtuigd we ook waren; we wisten dat we diezelfde afweging nog een keer zouden moeten maken. Nu is het moment daar. We hadden geprobeerd om ons voor te stellen hoe dit zou zijn. Maar nu het echt zover is, merk ik pas hoe moeilijk het is. Hoe onmogelijk eigenlijk de keuze is waarvoor ik sta. Wie ben ik om een leven te beeindigen? Maar ook: wie ben ik om iemand op de wereld te helpen die nooit een zelfstandig leven kan leiden?

Later op de avond, als we een beetje bekomen zijn van de eerste schrik gaan we bellen. Het goede nieuws hebben we met veel warme mensen gedeeld, het slechte nieuws willen we nu ook delen. Het maakt nog meer tranen los. Het helpt om ons verhaal te kunnen doen. Het gros van de mensen is overdonderd. Een veel gehoorde reactie is: "ik weet niet wat ik moet zeggen". En ook dat is fijn om te horen. Vrienden die zeggen wat er op dat moment leeft, ook al is het niets meer dan een grote stilte.

En naast alle verdriet moeten ook praktische zaken worden geregeld. We zullen de komende dagen niet op ons werk verschijnen. Reinou kan gelijk haar werk bellen. Ik zou morgen een oriënterend gesprek hebben bij een andere werkgever. Ik heb moeite om dit gesprek te voeren... Ik bel, maar krijg geen gehoor. Morgen weer een kans. Normaal gesproken kruipen we vrij vroeg het bed in. En ook nu leven we nog redelijk ons normale ritme. Ik ben emotioneel behoorlijk uitgeput en voor Reinou geldt dat volgens mij ook. We gaan naar bed en zoeken ook daar weer steun bij elkaar.

Wat nu?

Vandaag is het vrijdag 20 oktober. Vannacht heb ik nog redelijk kunnen slapen. Reinou is behoorlijk geradbraakt. Ze is vaker en langer wakker geweest dan ik in de gaten heb gehad. We staan vrij vroeg op. De warme douche biedt een beetje troost. Ik zie dat we alle tijd hebben en kook nog twee eitjes voor bij het ontbijt. Gek. Normaal hebben we alleen in het weekend tijd om samen uitgebreid te ontbijten. Is dit de reden dat ik nauwelijks besef welke dag van de week het is? Of is het gewoon omdat behalve Reinou en de kleine er eigenlijk niets meer belangrijk is?

We kunnen rond half tien bellen met het ziekenhuis. Voor die tijd kan ik mijn afspraak bereiken en het gesprek dat ik om tien uur zou hebben, afzeggen. Hoewel ik de beste man slechts een keer eerder telefonisch heb gesproken, ontmoet ik gelukkig veel warmte en begrip. Mijn agenda is verder leeg. En mijn collega's kan ik zaterdag per mail op de hoogte brengen. Hopelijk hebben we dan ook wat meer zicht op hoe dit allemaal verder gaat. Als we met het ziekenhuis bellen horen we dat we om kwart over elf terecht kunnen voor een afspraak. Helaas niet bij onze vaste gynaecoloog, die is met vakantie.

We beginnen op het internet wat te lezen over andere gevallen waarin de zwangerschap vroegtijdig werd afgebroken. Ik realiseer me dat we nu nog meer vragen zullen krijgen en vooral stil moeten staan bij hoe we afscheid willen nemen van ons kindje. De eerste vraag is al wanneer we de zwangerschap willen afbreken. Zo snel mogelijk of toch nog even tijd nemen om vertrouwd te raken met de nieuwe situatie? Allebei hebben we het gevoel dat, nu we weten waar we aan toe zijn, we de bevalling niet al te lang willen uitstellen.

Met Reinou praat ik over begrafenis, crematie, achterlaten in het ziekenhuis, ... en over het ter beschikking stellen aan de wetenschap. We zijn het er allebei snel over eens. Het laatste is wat we willen. Het korte leven van ons kindje heeft daarmee nog een doel. Het heeft dan niet voor niets geleefd en dat idee geeft ons veel troost. Geen idee of het kan, maar daar komen we vandaag wel achter.

Afscheid en herinnering

In het ziekenhuis ontmoeten we de vierde gynaecoloog. Telkens weer viel ons op hoe snel een goed, warm, persoonlijk contact tot stand kwam. Ook nu is dat weer het geval. Het is druk, door onderbezetting en ziekte. Toch neemt de gynaecologe alle tijd voor ons. Ze is de rust zelve. Weliswaar wordt ze af en toe opgepiept en moet ze even bellen. Maar voor mij is dat op geen enkel moment storend geweest. Eerder het tegendeel; het geeft even tijd om dingen te laten bezinken en te voelen hoe het voor ons is.

Ze vraagt of we een beslissing hebben genomen over afbreken/voortzetten van de zwangerschap. Ons besluit staat vast, het is haar duidelijk dat we zelf een beslissing hebben genomen en daar achter staan. Dan komt de eigenlijke bevalling aan bod. We hebben allebei nog geen enkele ervaring en hebben ook geen flauw benul wat ons te wachten staat. De gynaecologe geeft aan dat met medicijnen de bevalling wordt ingeleid. Als we zouden willen kan dat zelfs dit weekend al gebeuren. We kijken elkaar even aan en besluiten dat we dat graag willen.

Reinou krijgt een pil mee om de baarmoeder week te maken. Die pil moet ze 36 uur voor de bevalling innemen, dus ongeveer om acht uur vanavond. Zondagochtend kunnen we ons dan bij de verloskamers melden voor de eigenlijke inleiding van de bevalling. Dat wordt met medicijnen gedaan die vaginaal worden ingebracht. De bevalling die hoort bij een afgebroken zwangerschap beschouwen ze in het ziekenhuis als een traumatische ervaring. De gebeurtenis is al pijnlijk genoeg, waar mogelijk zullen ze de echte pijn bestrijden met medicijnen.

De rest van het gesprek gaat over het afscheid. Gelukkig hadden we al wat op het internet gelezen en ons hierop voorbereid. Na de pijn van het besef dat de zwangerschap wordt afgebroken, kwam de pijn van het afscheid nemen. Het is fijn om te horen dat het ziekenhuis een afspraak heeft met een crematorium. Alle kindjes die vroegtijdig komen te overlijden worden eens per week of per maand gelijktijdig gecremeerd. Het tijdstip van de crematie wordt bekend gemaakt, maar als ouders kun je niet bij de crematie zelf aanwezig zijn.

We geven aan wat onze wens is. De gynaecologe is verrast. Ze vindt het een mooi idee dat we het ter beschikking willen stellen aan de wetenschap en vraagt nog even door of we beseffen wat dat betekent. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het kindje op sterk water wordt gezet. Wij hebben er goed over nagedacht en dit is wat we willen. Ze gaat voor ons uitzoeken of het mogelijk is om invulling te geven aan ons verzoek. Als het enigszins kan zal ze vandaag nog zelf terugbellen.

Thuisgekomen bellen, mailen en sms-en we nog wat. De verloskundige belt en komt op bezoek. Fijn om ook haar nog een keer te zien. Ze vertelt wat meer over de bevalling. Dat het ook echt een bevalling is en dat we dat niet moeten onderschatten. En ook dat het best kan zijn dat het kindje straks nog even leeft. Bij ons wordt het besef steeds groter dat we echt afscheid gaan nemen van een jong en pril leven.

Hoewel we in eerste instantie hadden bedacht dat we het kind geen naam zouden geven en ook geen aangifte bij de gemeente zouden doen, komen we daar nu op terug. Hoe we er ook naar kijken, dit is ons eerste kindje. En het zou haar geen recht doen als we dat af zouden doen als ons hummeltje. Het kindje heeft recht op een naam. Daarmee zorgen we er tegelijkertijd voor dat ons koosnaampje niet beladen wordt. Ik moet er zelf niet aan denken dat ik bij een eventuele volgende zwangerschap bij het woord hummeltje alleen associaties op zou roepen met verdriet. Dat wil ik niet.

De wereld draait door

Ik twijfel of ik morgenochtend voor mijn bewustzijnstraining op pad zal gaan. Het is fijn om mijn huiswerkgroepje te kunnen informeren over wat er speelt. Maar staat mijn hoofd wel naar het doen van oefeningen? Ben ik in gedachten dan niet constant bezig met het kindje? Niet gaan klopt ergens niet; de training gaat over stilstaan bij wat er is. Bewust zijn. Ik weet nog niet wat ik wil doen en laat het even rusten.

We doen boodschappen voordat ik even weg ga. Mijn oude woning in Amerongen staat nog steeds te koop en daar heb ik nog een kleine schilderklus te doen. Waarschijnlijk zal ik een uur of vier weg zijn. Tegen de tijd dat ik weer thuis ben is het te laat om nog inkopen te doen. Daarom zoeken we nog snel samen een supermarkt op. We halen ook meteen wat lekkers voor in het ziekenhuis. Samen lopen we daarna de boekhandel binnen. We hebben nog niet echt stil gestaan bij de naam die we ons kindje willen geven.

We kopen een namenboek in de hoop dat dit ons zondag inspiratie zal geven voor een goede naam. Onderweg in de auto hebben we het er al even over. We zoeken een naam die past bij ons gevoel en niet zozeer een naam die we ook echt aan het kind hadden willen geven. Reinou's eerste ingeving is Aimée. Geliefd. Dat klopt helemaal, het is onze eerste en wat hebben we naar haar uitgekeken. Ik merk dat ik de naam goed vindt, maar toch iets meer tijd wil hebben om aan het idee te wennen.

Ik ben onderweg naar Amerongen en ben aan de ene kant best blij dat ik even in een andere omgeving ben. Aan de andere kant twijfel ik of het wel verstandig is om bij Reinou weg te gaan. Een beetje afstand helpt me om de dingen een plek te geven. Tegelijkertijd wil ik er voor Reinou zijn. We hebben afgesproken dat ik mijn mobiel altijd bij de hand houd. Mocht er iets zijn dan kan ze in elk geval contact opnemen. Misschien is het wel goed om elkaar heel even ruimte te gunnen. Het is nauwelijks 24 uur geleden dat we de uitslag van de punctie kregen. De afgelopen uren zijn enorm intensief geweest en er is van alles gebeurd. Het is ook fijn om tot rust te komen. De dagelijkse beslommeringen zijn een prettige afleiding.

Rond een uur of zeven ben ik weer thuis. Reinou heeft gelukkig het eten al klaar gemaakt. Terwijl ik binnenkom, is ze nog druk in gesprek met mijn moeder. Ze is een van de personen die volgens ons moeite heeft met onze keuze. Ik respecteer dat, maar weiger om met haar hierover een gesprek aan te gaan. Wij hebben onze beslissing genomen en zijn zorgvuldig in dat traject geweest. Ik wil, in deze situatie en op dit moment, niet nog een keer uitgebreid met haar onze afwegingen doornemen.

Ik ben er van overtuigd dat we datgene hebben gekozen dat het beste bij ons past. Geplaatst voor de keuze zal iedereen zijn beslissing moeten nemen. Ik heb geen behoefte aan 'predikanten' die me willen overtuigen van hun zienswijze. Het afwegen van de verschillende opties hebben we gedaan toen we besloten om tijdens de zwangerschap een punctie uit te voeren. We zijn er klaar mee. Onze beslissing staat vast en het is precies dat: onze beslissing.

De pil ligt op tafel zodat we die niet vergeten. Reinou geeft aan dat ze hem in wil nemen na het eten. Sinds het begin van de zwangerschap hebben we een nieuw avondritueel gevonden. Eerst het hoofdgerecht, dan afwassen en daarna pas een toetje. Op die manier kan Reinou ondanks de beperkte eetlust toch voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. De afgelopen maanden was ik vaak aan het afwassen terwijl Reinou op de bank ging liggen om even lekker bij te komen. Nu wassen we samen af. Fijn om gewoon weer de dagelijkse dingen samen te doen. Bijna zouden we de pil vergeten. Het is ondertussen negen uur geworden, terwijl ze de pil rond acht uur had moeten innemen. Zou dat ene uur veel uitmaken? We denken van niet.

Besef groeit

Zaterdag 21 oktober, vannacht hebben we allebei beter geslapen. Af en toe wordt een van ons twee wakker en zoekt dan de warmte van de ander op. 's Ochtends worden we voor de wekker wakker en hebben we alweer tijd om samen te ontbijten. Zalig. Juist die kleine momenten waarop we elkaar diep in de ogen kunnen kijken zijn voor mij zo waardevol. Wat hou ik toch veel van mijn vrouw! En hoe moeilijk is deze periode, hoe vaak voel ik tranen van verdriet bovenkomen. Fijn om op die momenten even elkaars hand vast te kunnen houden, om elkaar een knuffel te kunnen geven.

Ik heb besloten toch naar mijn huiswerkgroep te gaan. Reinou is het hier mee eens, zolang ik maar wel mijn mobiel aan laat staan. Ik ga op pad, nog ietwat onzeker over wat me te wachten staat en hoe het me gaat bevallen. Eenmaal binnen vraagt iemand me hoe het met me gaat. Ik geef aan dat het niet zo best met me gaat. Zodra we met z'n zessen compleet zijn doe ik mijn verhaal. Het lucht op en ik ben blij dat ik dit kan delen binnen deze groep. Het drukt een stempel op ons samenzijn. Vrij snel daarna gaat het gesprek over wat de anderen hebben meegemaakt en loopt de rest van de ochtend zonder dat mijn verhaal daarin de overhand heeft. Ik ben blij dat ik hier ben, inclusief de pijn rond ons kindje.

Eenmaal thuis wordt het tijd om daar eens goed schoon te maken. Reinou is alvast begonnen met stofzuigen. Ik dweil de vloeren. Zo zorgen we samen dat de boel een goede beurt krijgt. Een fijne gedachte dat straks, als we terug komen uit het ziekenhuis, alles weer fris ruikt. Vandaag hebben we en een bloemetje van Reinou's collega's gekregen en een paar kaartjes van goede vrienden. Het is hartverwarmend om te ontdekken dat vrienden met ons meeleven. Ook nu weer komen bij mij de tranen spontaan boven. Reinou vertelt dat zij eerder die middag precies dezelfde reactie had.

We hebben het over de naam, het is duidelijk dat het meisje Aimée gaat heten. Dat beschrijft precies wat we voelen. Een bijzonder geliefd kind. Geen reden om te gaan zoeken naar een andere, betere naam. Ook besluiten we om wel aangifte te gaan doen. Aimée is ons eerste kindje en dat zal ze altijd blijven. Dat willen we uitdragen en ons blijven herinneren. Opname in het bevolkingsregister is daarmee voor ons een logische stap.

Vanavond kook ik en maak de laatste restjes op. Omdat de zwangerschap nu toch wordt beëindigd lijkt het me fijn om bij het eten samen een wijntje te drinken. Reinou is blij verrast en vindt het een goed idee. Wie weet helpt het ook om straks wat beter in te slapen. Het eten smaakt Reinou niet zo geweldig. Misschien de spanning voor wat morgen komt? Reinou merkt dat ze de afgelopen maanden geen alcohol heeft gedronken. Het ene wijntje hakt er flink in en ze kan amper haar ogen openhouden. Ik stel voor dat ze even op bed gaat liggen. Ik kan dan afwassen en zal haar later wekken voor het toetje.

Na het toetje zit Reinou nog even op de bank, maar valt van vermoeidheid al bijna weer in slaap. Ze gaat vast naar bed. Ik wacht het einde van een film af en ga haar achterna.

Het ziekenhuis

Zondag 22 oktober, alweer een vrij rustige nacht en relatief veel geslapen. We worden wakker en kunnen niet langer in bed blijven liggen. Te gespannen voor wat er vandaag allemaal gaat gebeuren. We gaan uit bed en maken nog een keer uitgebreid ontbijt. Dat was niet echt nodig geweest. Allebei hebben we niet echt veel honger. We zijn onzeker over wat gaat komen.

Om half negen bel ik het ziekenhuis om te informeren of het druk is. Het is bijzonder rustig dus we zijn van harte welkom. Rond kwart over negen komen we via de eerste hulp bij de verloskamers. De eerste verpleegster stelt zich voor als Anja. Ze is de rust zelve en legt ons uit wat ons te wachten staat. Ook geeft ze aan dat we te allen tijde bezoek mogen uitnodigen. We hadden hier al over nagedacht en denken daar nog steeds hetzelfde over. Dit intieme moment willen we graag samen meemaken, zonder allerlei bezoek erbij.

Rond 10 uur komt Lieselotte de artsassistent om de eerste drie tabletten vaginaal in te brengen. Het blijken gewone maagtabletten te zijn die langzaam oplossen en zorgen dat de samentrekkingen van de baarmoeder op gang worden gebracht. Vanaf nu zal Reinou elke drie uur steeds twee nieuwe tabletten toegediend krijgen. Anja komt regelmatig even kijken. Reinou heeft niet het gevoel dat er iets gebeurt. Dat schijnt heel normaal te zijn. De tabletten doen hun werk, ook al merk je daar weinig van.

Met Anja praten we wat over de weken na de bevalling. Wij hebben het idee dat je na een paar dagen rust weer aan de slag zou kunnen. Anja geeft aan dat we dit niet moeten onderschatten. Reinou is straks echt een kraamvrouw. Ze zal de eerste weken labiel zijn, haar hormoonhuishouding staat behoorlijk op zijn kop. De komende weken zal ze last hebben van bloedverlies en mogelijk krijgt ze last van borststuwing. Volgens Anja is het verstandig om, net als bij een gewone bevalling, een aantal weken rust te nemen.

Het is één uur. Anja en Lieselotte komen om weer twee tabletten in te brengen. Een half uur nadat ze weg zijn, voelt Reinou een eerste samentrekking van de baarmoeder. Zou het al zo snel beginnen? Het is nu pas één uur, als het kindje pas rond middernacht geboren wordt dan wordt het nog een lang en moeizaam verhaal. Ik merk dat ik het heel fijn vind om dit moment zo samen mee te maken. Af en toe komt iemand van de verpleging even polshoogte nemen. Ik kan weinig meer doen dan aanwezig zijn, drinken aanreiken en allerlei andere hand- en spandiensten verrichten. Tijdens een van de bezoekjes van Anja geeft ze aan dat om vier uur haar dienst erop zit en dat Nicolle haar dienst overneemt.

Beroerd

Reinou komt terug van het toilet. Het is nu bijna half zes en ze kruipt weer rillerig in bed. Dat is een terugkerend fenomeen. Warm, bijna gloeiend, uit bed stappen en na het toiletbezoek weer klappertandend in bed kruipen. Ze klaagt nu ook over pijn. De eerste tranen verschijnen. Ik schrik er bijna van. Is de pijn nu opeens erger geworden? Ik voel me machteloos en kan weinig meer dan haar vragen wat er scheelt. Het is de 'normale' menstruatiepijn. Ik herinner me wat de gynaecologe vertelde. Het afbreken van de zwangerschap is psychisch pijnlijk genoeg. Er is geen enkele reden om bij de opgewekte bevalling ook de fysieke pijn te voelen. Die pijn kan met pijnstillers worden verminderd. Ik vraag Reinou of ik even de zuster zal waarschuwen. Dat vindt ze een goed idee. Nicolle komt en stelt een zetpil voor. Het lijkt erop dat het helpt.

Met Nicolle praten we regelmatig even bij over wat ons te wachten staat. Ze deelt heel openhartig haar persoonlijke en werkervaringen met ons. Het is erg rustig op de afdeling. Volgens mij zijn hier vier verloskamers en daarvan staan er drie leeg. Voor ons is dus alle aandacht. Als we het met Nicolle hebben over afscheid nemen, begraven of cremeren vertelt ze dat ze heeft gehoord van een stel dat uiteindelijk koos voor het planten van een boom. Daarmee kan het leven toch verder groeien. Ik vind het een mooi symbolisch gebaar.

Nicolle vertelt nog wat dingen; een deel komt bekend voor. Het kindje kan, als het is geboren nog enige tijd leven. Dat kan variëren van minuten tot een uur of vijf/zes. De opgewekte bevalling verloopt bij iedereen weer anders. Misselijkheid schijnt heel normaal te zijn. En de uiteindelijke geboorte kan zo maar ineens gebeuren, ook als je op het toilet zit. Oeps; ik zie bijna voor me dat het ook bij Reinou zo gaat lopen. De gedachte dat iemand straks het kind uit het toilet moet vissen is niet echt fijn.

Het is rond half zeven als Nicolle met het eten komt. Ik weet nu waarom ze ons eerder die middag had verteld dat we beneden ook allerlei onverantwoorde voeding konden krijgen. Dit avondeten is misschien verantwoord, maar niet echt smakelijk. Om zeven uur krijgt Reinou de volgende twee tabletten toegediend. Het is ons laatste contact met Lieselotte. Vanavond om acht uur is de wisseling van de wacht en zal Maud, een verloskundige de dienst overnemen.

Het eten is Reinou slecht bevallen. Of is het misschien de spanning, de pijn, de stress? In elk geval is ze goed misselijk en komt alles er weer uit. Kennelijk gebeurt dit vaker want we hadden al eerder de kartonnen opvangbakjes ontdekt. Met het overgeven verliest ze ook de controle over haar blaas. Ik kan me goed voorstellen hoe belabberd ze zich voelt. Terwijl ze naar het toilet gaat ruim ik de resten in de kamer op. De doek op het bed heeft alle vocht opgevangen dus verschonen is in een mum van tijd gedaan.

Ontspanning

Negen uur; de pijn bij Reinou neemt toe. We bellen en Nicolle komt kijken. Ze overlegt even met het team. Maud komt kijken en stelt nog wat vragen om de amnesie compleet te maken. Ter controle voelt ze of er al enige verandering is aan de baarmoedermond. Ze geeft aan dat de mond een soort tuutje is en dat die de afgelopen paar uur beduidend korter is geworden. Dat is volgens haar een positief teken. Maar er is nog steeds geen ontsluiting.

Half tien; de pijn wordt nu fors vervelend. Maud heeft overleg gehad met de gynaecoloog en dienstdoend anesthesist. Ze besluiten tot het geven van een ruggeprik. Omdat de anesthesist niet direct beschikbaar is, wordt eerst een tijdelijke injectie met petedine (een soort morfine) gegeven. Vooruitlopend op de ruggeprik wordt alvast een infuus aangelegd. Reinou zit op de rand van het bed. Terwijl Nicolle hiermee druk bezig is, voelt Reinou dat de pijnstiller begint te werken. Langzaam voelt ze de kracht uit zich wegvloeien. Ze is bang dat ze flauw valt. Ik ga achter haar staan om haar te ondersteunen en in geval van nood op te vangen. Zodra Nicolle klaar is leggen we Reinou neer op bed. En vrijwel direct zakt ze weg in een lichte roes.

Het lijkt erop dat Reinou nu eindelijk een beetje kan ontspannen. Ik voelde me de afgelopen uren flink machteloos. Reinou heeft veel pijn en ik kan weinig meer doen dan af en toe iets aanreiken, haar overeind helpen, een vest om haar heen slaan als ze opstaat om naar het toilet te gaan. Nu zit ik naast haar en zie haar vredig slapen. Ik hoop dat de bevalling snel over is, maar vrees het ergste. Ik ben blij dat Reinou nu eindelijk tot rust komt. Ik praat nog even zachtjes met haar. De felle hoofdverlichting is uitgeschakeld en twee kleine nachtlampjes geven de kamer een sfeervol en zacht licht.

Vijf over tien; Nicolle komt met een nieuw alternatief. Een HPA-pomp? Kennelijk kan Reinou hiermee zichzelf gedoceerd morfine toedienen. De dienstdoende gynaecologe heeft hier in haar praktijk in Utrecht goede ervaringen mee. Dus vooralsnog geen ruggeprik maar de HPA-pomp. Het plan is goed, nu nog even zoeken naar een beschikbare pomp. Dat spul schijnt gruwelijk duur te zijn, dus logisch dat die niet standaard op de kamer aanwezig is.

Ineens is ze daar

Kwart over tien; Reinou geeft aan dat ze weer kort een verkramping van haar baarmoeder voelt. Ik schrik even van haar stem. Het lijkt mij een goed teken. Ik hoor haar niet meer over de vaag, zeurderige menstruatiepijn. Daar helpt kennelijk de petedine-injectie goed tegen. Het samenknijpen van de baarmoeder is, voorzover ik het heb begrepen, precies wat moet gebeuren. Dat is het gewenste effect van de medicijnen die de bevalling moeten opwekken.

Vlak erna schrikt Reinou weer wakker uit haar roes. Het komt, het komt zegt ze. Ik voel het uit mijn vagina komen. Help ik heb mijn onderbroek nog aan! Hoewel ik denk dat het allemaal zo'n vaart niet zal lopen help ik Reinou uit haar onderbroek en bel gelijktijdig de verpleging. Dan gebeurt alles ineens heel snel. Ik weet niet meer wie het eerst in de kamer was; de verpleegster Nicolle of ons kindje Aimée. Nicolle roept richting de gang om Maud de verloskundige. Het is allemaal in een paar seconden gebeurd.

Terwijl Reinou en Aimée nog via de navelstreng met elkaar verbonden zijn, tilt Maud haar een klein beetje op zodat Reinou onze dochter kan zien. Ze vraagt of Reinou het kindje op de borst wil hebben. Ja! Geen spoor van twijfel. Ik mag de navelstreng doorknippen. Foto's worden gemaakt. En even later ligt Aimée bij Reinou. Wat een prachtig gezicht. Het meisje is, hoe klein ook, helemaal compleet. Alles zit erop en eraan. Zelfs hele kleine nageltjes. Doordat de huid nog erg dun is, kun je de ligging van alle aderen zien. Wat een kwetsbaar en teer kindje.

De moederkoek komt nog geen vijf minuten later. Geholpen door Maud die licht aan de navelstreng trekt, tegelijkertijd druk uitoefent op de buik en Reinou die meeperst. In een vloeiende beweging komt alles naar buiten. Maud wil ons de placenta laten zien. Ik vind dit een vreemd moment. Een rare kwab ligt daar tussen Reinou's benen. Wat valt daar nou aan te zien? Ach hoe vaak krijg je deze kans. We willen allebei de placenta zien. Maud tilt hem op en geeft een korte uitleg.

Met z'n drieën de nacht in<

Waarschijnlijk is tijdens de bevalling door de constante krampen ons meisje al overleden. We hadden allebei verwacht dat dit een enorm emotioneel moment zou zijn. Wat bij ons vooral overheerst, is de verwondering. Verwondering over dit mooie wondertje dat hier nu bij ons ligt. Nicolle komt binnen met een rieten mandje waarin onder een lakentje een cool-pack ligt. Aimée wordt er voorzichtig ingelegd. Zo kunnen we haar de hele nacht bij ons op de kamer houden als we dat willen. Dit is ook het moment om voetafdrukjes te maken. Aimée is nog warm, later in de nacht zal verstijving optreden. Ik loop met Nicolle mee om Aimée te wegen, voetafdrukjes te maken en nog meer foto's.

Van Nicolle krijgen we een prachtig kaartje met twee voetafdrukjes en de tekst:

Aimée
geboren 22 oktober 2006
om 22:30
gewicht 270 gram

Reinou wordt naar de douche geholpen. Terwijl zij onder de douche zit, wordt het bed verschoond en passen we de inrichting van de kamer aan zodat er nog een bed voor mij bij kan. Het is ongeveer half een als we naast elkaar, elk in een eigen bed, liggen. Aimée ligt in haar rieten mandje op het nachtkastje naast Reinou.

Afscheid

Maandag 23 oktober. Reinou heeft vannacht heel onregelmatig geslapen. De eerste uren werd ze ieder kwartier wakker. Daarna ongeveer elk uur. Vroeg in de ochtend kruipt ze bij mij in bed. Fijn om Reinou weer dicht naast me te voelen. Het is een heel aangenaam, intiem moment. Af en toe dommelen we weer even in, tot een uur later de wekker gaat. Ik ga me douchen.

Half negen; de onderzoeker van het Academisch ziekenhuis uit Rotterdam is er. Hij vertelt wat voor onderzoek hij doet. Helemaal precies begrijp ik het niet. De essentie is dat hij onderzoek doet naar erfelijke factoren en geestelijke achterstand en welke rol de informatieoverdracht tussen de zenuwcellen daarbij speelt. Hoewel bij ons geen sprake is van erfelijke afwijkingen is het syndroom van Down wel een onderzoeksgebied dat hij nu bij zijn onderzoek betrekt. Aimée zal door een patholoog worden onderzocht.

Reinou vraagt nog wat er met het kindje gebeurt na afloop. De onderzoeker geeft aan dat het met het overige materiaal weggebracht gaat worden. Het wordt dus niet zoals in Tilburg met de overige foetussen apart gecremeerd. We hebben er vrede mee. Hij laat ons alle ruimte om, na het horen van zijn verhaal, onze voorgenomen beslissing te heroverwegen. We zijn er zeker van. Dit is wat we willen. Hij vertrekt naar de koffiekamer en vraagt een van de verpleegsters om het kindje op te komen halen. Even later vertrekt Aimée, toegedekt met een lakentje. Het lieve kleine knuffelbeertje dat we van Nicolle hebben gekregen, is een van de weinige tastbare herinneringen die achterblijft.

Onze droom Aimée

Aimée

Een droom ben je gebleven.
We hadden je alles willen geven.
Je zoveel willen leren,
laten zien, voelen en genieten.
Je alle liefde willen geven
en ons geluk met je willen delen.
Een droom ben je gebleven
en als een wondermooie droom
zul je met ons verder leven.

Je ouders