KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Tale Miguel Edimar Beijer

* 7 november 2004 - 10 november 2004 †

Iris Beijer

Voor altijd in liefde

Dit is het verhaal van mijn lieve zoontje Tale Miguel Edimar Beijer.

Wat was ik verbaasd dat ik zwanger was en wat een gevoel van puur geluk overviel mij op dat moment. Natuurlijk, het was niet gepland. Sterker nog, ik kende mijn vriend precies een maand. Maar een kindje!! Geweldig!! Mijn vriend en ik besloten samen te kijken hoe onze relatie zou uitpakken. Hoe het ook zou lopen, we wilden samen het beste voor ons kindje. In de maanden die volgden groeiden we steeds meer naar elkaar toe. Ik was in de zevende hemel. Het kon mij allemaal niet snel genoeg gaan. Wat was ik benieuwd en wat wilde ik mijn kindje graag in de armen sluiten.

De laatste loodjes

De laatste loodjes wegen het zwaarst wordt wel gezegd. In mijn geval was dit heel herkenbaar. In week 39 voelde ik mijn kindje niet bewegen na twee dagen onrust. De verloskundige verwees mij door naar het ziekenhuis. Toch was ik niet echt ongerust. Ik dacht dat ik mij voor de zoveelste keer voor niks ongerust maakte. In het ziekenhuis bleek de baby in orde, maar... de baby lag in stuitligging. Ik wist meteen dat een thuisbevalling nu uitgesloten was. Ik moest in het ziekenhuis gaan bevallen.

Er volgde een gesprek met een arts-assistent en een gynaecoloog. Zij wilden de baby nog proberen te draaien maar ze waren sceptisch omdat ik al 39 weken was. Het lukte niet, de baby zat al met zijn billen ingedaald. Nu legde de arts-assistent uit dat ik de optie had van een vaginale bevalling en van een keizersnede. Aan beide opties zaten risico's verbonden maar beide zouden moeten kunnen. Ik kreeg een dag bedenktijd.

De volgende dag had ik opnieuw een gesprek met de gynaecoloog. Hij was duidelijk voor een vaginale bevalling. Hij redeneerde dat als er sterke weeën zouden zijn en de ontsluiting vlot zou verlopen er geen probleem zou zijn. Want dit zou duiden op het feit dat mijn bekken dus breed genoeg zou zijn. Het hoofdje, het grootste deel van de baby, komt als laatste bij een stuitligging en dat brengt het risico met zich mee dat als het lichaam reeds geboren is, het hoofdje achterblijft.

Mocht de bevalling niet vlot verlopen (dan zou er dus het vermoeden zijn dat mijn bekken niet breed genoeg is) dan zouden ze alsnog over gaan op een keizersnede. Zelf had ik ook een voorkeur voor vaginaal bevallen. Een keizersnede heeft ook risico's en ik wilde liever een natuurlijke bevalling. Goed, dat was dus afgesproken. Week 39 ging voorbij, niets. Week 40, weer niets. Week 41, nog steeds niets. Nu werd de afspraak gemaakt dat ik op maandag 8 november (met precies 42 weken) alsnog een keizersnede zou krijgen, weeën opwekken, zouden ze niet doen.

De bevalling

Zondag 7 november zou ik om 2 uur opgenomen worden voor de keizersnede de volgende dag. Maar wat gebeurde er. Op weg naar het ziekenhuis kwamen de weeën ineens op gang! Grappend kwamen we aan in het ziekenhuis, waar moesten we heen? Opname of de verloskamers. Het werd een verloskamer. Daar maakte ik kennis met een gynaecoloog in opleiding. Zij sprak met mij door wat we zouden doen. Ik vroeg haar nogmaals of vaginaal bevallen zou kunnen. Was ik niet te klein? Was de baby niet te groot? Zij bevestigde nogmaals dat het echt zou moeten kunnen. En dat als er ook maar iets twijfelachtigs zou gebeuren, zij toch tot een keizersnede zou overgaan.

De bevalling verliep heel voorspoedig. Met twee vriendinnen, mijn moeder, zus en vriend naast mijn bed had ik een super team. Zij hielpen mij en moedigden mij aan. Binnen 6 uur had ik volledige ontsluiting. De gynaecologe was er inmiddels ook bij gekomen. Zij grapte nog dat we haar helemaal niet nodig hadden. Ik mocht gaan persen. Ook dit ging goed. Als eerste zagen we een piemeltje!! Een jongen!! Mijn jongen!! Nog even volhouden.

Toen veranderde mijn leven in een hel.
Na de schouders moest het hoofdje komen en dat lukte niet. De gynaecologe probeerde verschillende grepen terwijl er hard op mijn buik werd gedrukt en uiteindelijk pakte zij de tang waardoor Tale geboren werd. Zelf had ik geen besef van tijd gehad. Ik had de paniek wel in de gaten maar ik wist niet dat het lang had geduurd, zeker 5 tot 10 minuten. Tale werd direct weggehaald maar ook dat vond ik niet verdacht, ik wist dat kindjes wel vaker zuurstof nodig hadden na een stuitbevalling. Pas toen ik de blikken van mijn vriendinnen zag, mijn moeder die stond te kokhalzen en mijn vriend die mij vast had gegrepen en in een soort shock leek te zijn, pas toen drong het tot mij door. Het was niet goed. Ik jammerde om Tale, ik wilde weten wat er was. Niemand kwam het me vertellen.

Ondertussen kwam mijn placenta niet. Ik lag daar maar hulpeloos. Na wat uren leken, kwam de gynaecologe mij vertellen dat Tale dood was geboren en dat zij hem aan het reanimeren waren. Zijn hartje klopte inmiddels weer maar hij werd beademd en zou met spoed naar het kinderziekenhuis worden gebracht. Ik kon niet mee, mijn placenta moest operatief verwijderd gaan worden. Mijn moeder en broer zouden met Tale mee gaan. Ondertussen lag ik maar te wachten op een operatiekamer. Ik voelde me steeds duffer worden en zei dat ik ging slapen. Plots was er een hoop actie om mij heen, mijn bloeddruk was enorm gedaald, ik had te veel bloed verloren. Na de operatie herinnerde ik mij direct wat er was gebeurd. Tale, mijn lieve Tale.

Mijn moeder was weer teruggekomen. Zij mocht niet bij Tale, alleen een van de ouders mocht bij Tale blijven. Wat een rotregel. Ik kreeg die nacht een bloedtransfusie zodat ik de volgende ochtend zelf naar mijn mannetje zou kunnen.

Maandag 8 november 2004

's Ochtends vroeg hoorden we dat Tale wel stabiel was maar dat het slecht met hem ging. Hij had die nacht stuiptrekkingen gekregen en dat was geen goed teken. Zo snel als ik kon, maakte ik mij gereed om naar hem toe te gaan. In het kinderziekenhuis lag hij op de intensive care, gekoppeld aan vele slangen en apparaten. Hij had een wezenloze blik in zijn ogen maar dat kon komen van de anti-epilepsie medicijnen. Hij reageerde wel op mijn aanrakingen en mijn stem. De hele dag zat ik bij hem. Levend tussen hoop en wanhoop. Dat hij gehandicapt zou zijn, dat had ik allang geaccepteerd. In welke mate, dat zouden we moeten afwachten. Maar ik was doodsbang dat hij zou sterven. Aan het eind van de dag was de arts voorzichtig positief. Het leek erop dat hij steeds meer zelf mee ademde en dat zijn vitale functies het dus goed deden. Dat verhoogde de kans dat hij het zou overleven. De volgende dag zou er een tweede ECG-scan gemaakt worden om de hersenactiviteit te meten.

Die nacht sliepen wij in het Ronald McDonald huis. Wat een fijne plek! 's Nachts werd ik wakker, ik wilde Tale zien. In mijn pyjama ben ik door het ziekenhuis naar mijn ventje gegaan. Wat een schrik, zijn situatie was plots erg achteruit gegaan. Ik merkte het meteen. Zijn blik leek nog verder weg en hij reageerde niet meer op mij. Bovendien leek hij steeds naar adem te happen. Dit bleek een verstoorde prikkel van het ademhalingscentrum te zijn.

Tale in het ziekenhuis

Dinsdag 9 november 2004

Wat een dag. Het ene onderzoek na het andere vond plaats. Arme Tale. Alles leek in een roes aan mij voorbij te gaan. Ik wist een ding: het gaat slecht met mijn mannetje. Aan het eind van de dag kwam het vreselijke nieuws. Tale zou het niet gaan overleven. Bovendien had hij pijn, pijn aan een ontsteking in zijn voet. Maar ook was er een knoop in de katheter geraakt waardoor hij niet kon plassen. We gaven meteen toestemming om onmiddellijk morfine toe te dienen en we spraken af dat hij de volgende dag van de beademing gehaald zou worden. Na het toedienen van de morfine sloot hij zijn ogen en hij leek zich meer te ontspannen.

's Avonds kwam onze priester en in kleine kring is Tale gedoopt. Het was een prachtig intiem moment in een aparte ruimte. Hier werd een groot bed geplaatst waar hij op werd gelegd en zo kon ik een nachtje bij mijn kleintje slapen. Oohh, wat heb ik genoten en ohh wat was ik moe. Ik wilde nog veel meer genieten van Tale.

Woensdag 10 november 2004

In de ochtend kwamen naaste vrienden en familieleden ons mooie mannetje nog bewonderen. Het was fijn om hem nog even te delen met iedereen om me heen. Om 2 uur kwam de dokter en werd hij losgemaakt van alle toeters en bellen. Hij werd bij mij in mijn armen gelegd. Wat was hij mooi! Zijn donkere krullen, zijn fijne gezichtje met mijn mond en zijn papa's neus en oren. Wat waren we trots op hem. En nu moest ik hem laten gaan. Gek hoe zo'n vreselijk moment ook het mooiste moment in je leven kan zijn. Zijn koortsachtige huidje tegen het mijne. Ik zal het nooit vergeten. Zo stierf hij vreedzaam in mijn armen.

We hebben hem voorzichtig gewassen en aangekleed. We hebben een heleboel prachtige foto's gemaakt en daarna zijn we naar huis gegaan. Tale in mijn armen. Eindelijk zou mijn kleintje thuiskomen. Thuis hebben we hem in zijn wiegje gelegd. Daar heeft hij tot en met zaterdag gelegen. Het waren chaotische en hectische dagen. Maar ook dagen van even intens genieten van dat kleine mannetje op schoot.

Tale bij papa en mama

Zaterdag 13 november

Na een korte dienst bij ons thuis gingen wij met Tale in de Porsche van mijn broer naar de begraafplaats. Tale had in mijn buik altijd veel bewogen als ik in een auto reed, daaruit had ik geconcludeerd dat hij net als zijn oom en vader gek van auto's zou zijn. Vandaar een laatste ritje in een echte Porsche!

De begrafenis was enorm druk maar toch zeer stemmig. De kinderen uit mijn klas (ik ben lerares op een basisschool) hebben twee liederen gezongen. Verder hebben kinderen op hun viool en cello een muziekstuk gespeeld en een meisje heeft op haar harp gespeeld. Het was prachtig. Een waardig afscheid voor mijn dappere ventje. Zelf vond ik het vreselijk om het mandje te moeten sluiten, het idee dat ik hem nooit meer zou zien. Samen met mijn vriend hebben wij hem naar zijn grafje gedragen.

Mijn kindje achterlaten op de begraafplaats vond ik echt verschrikkelijk maar er zat niets anders op. Tale laat een gapend gat achter, een enorme leegte. Hoe ik zonder hem verder moet? Ik weet het nog steeds niet. Mijn bijzondere mannetje heeft vele harten beroerd. Zoveel mensen die meeleven, dat is wel een grote troost.

Onze mooie Tale