KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Megan Isabella Groenen

* 24 december 2003 †

Maurice en Mirjam

In de vroege morgen van woensdag 24 december (ik ben 34 weken zwanger), iets voor drieën moet ik naar het toilet. Ik kan het niet meer ophouden. Eenmaal in de badkamer aangekomen, breken mijn vliezen en stroomt het vruchtwater eruit. Ik roep Maurice, die nog ligt te slapen. Maurice belt de verloskundige en geeft aan dat de vliezen zijn gebroken. Zij geeft aan dat het verkeerde telefoonnummer is gebeld en dat het ook afscheiding kan zijn. Ze vraagt of ik weeën en koorts heb. Ik had de avond ervoor en ook 's nachts wel last van harde buiken die af en toe pijnlijk waren. Op dit moment heb ik nog niet door dat het weeën waren. Maurice haalt van beneden een bierglas en we vangen weer wat vruchtwater op. Voor ons is het duidelijk dat het geen afscheiding is maar vruchtwater, het ruikt ook zoetig. De verloskundige geeft aan dat ze de volgende ochtend om 10.00 uur zal langskomen. Voor ons is dat echter geen bevredigend antwoord als we hebben opgehangen.

Maurice rijdt met het vruchtwater naar de praktijk van de verloskundige om het vruchtwater te laten testen. Nog steeds twijfelt de verloskundige of ze ons naar het ziekenhuis zal sturen. Maurice zegt tegen haar dat we naar het ziekenhuis gaan.
In tussentijd ga ik thuis onder de douche en was nog mijn haren, want ik wil wel fris op de foto's staan. Ik gris spullen bij elkaar voor het ziekenhuis. Als Maurice terug is, gaan we in de auto naar het ziekenhuis. Onderweg heb ik een wee, ik weet het nu zeker. In het ziekenhuis wordt een CTG van de baby gemaakt. De hartslag is 120 en bij weeën is de hartslag moeilijker te meten. Dat is normaal. Echter, na een wee wordt telkens een hartslag van 80 gemeten. Het is niet duidelijk of die van mij of van de baby is.

De gynaecoloog wordt gebeld. Echo's worden gemaakt. Ontsluiting wordt gemeten. En er wordt iets op het hoofdje van de baby aangebracht, waardoor de hartslag wel goed te meten is. Als de gynaecoloog arriveert, word ik naar een verloskamer gebracht waar het een stuk warmer is. Ik krijg een substituut-vruchtwater toegediend. Dit is om de buffer die de baby beschermde enigszins te herstellen, zodat de baby het minder moeilijk heeft als ik weeën heb. Weer wordt met een ander apparaat een echo gemaakt. De baby blijkt veel kleiner te zijn dan de 34 weken die ik zwanger ben. De gynaecoloog heeft meerdere malen contact met de kinderarts.

Dan gaat alles heel snel. De gynaecoloog geeft aan dat hij de baby gaat halen via een keizersnee. Hij geeft aan dat de baby te klein is voor het aantal weken. Dat de baby het ontzettend moeilijk, benauwd heeft in mijn buik en dat die nu eruit moet. Er is geen tijd meer om mij over te plaatsen naar een academisch ziekenhuis.

Hij bereidt ons voor op het ergste en geeft aan dat hij niet weet wat hij gaat aantreffen en dat het kindje meer kans op overlijden heeft dan dat het het haalt. Op dat moment heb ik nog zoiets van we zullen wel laten zien wat mogelijk is. Er is bij ons nog altijd ontzettend veel hoop op een goede afloop.

Ik krijg weeënremmers toegediend. Intussen worden alle voorbereidingen getroffen voor de operatie, het infuus wordt aangesloten, een katheder ingebracht, het OK-personeel wordt opgeroepen. Ik word naar de OK gebracht, verdoofd en dan speelt er een stuk af, wat ik alleen maar van Maurice en de doktoren heb gehoord.

Onze dochter Megan Isabella wordt om 6.55 uur geboren. Na drie keer proberen, slaagt de anesthesist erin om een tube voor de beademing in te brengen. Megan wordt beademd, er worden röntgenfoto's genomen. Er is telefonisch overleg met Academisch Ziekenhuis Utrecht. Indien haar situatie stabiliseert en daar is even sprake van, zou ze kunnen worden overgebracht naar Utrecht voor verdere operaties. Echter, haar situatie is dusdanig dat de beademingspomp niet hoger kan, omdat ze anders bang zijn dat haar longen het begeven. Haar situatie wordt niet stabiel.

Als ik bijkom hoor ik dat ik een dochter heb: Megan, ze 1090 gram weegt en naar Utrecht gaat. Terwijl ik lig bij te komen, wordt er gevochten voor Megans leven.

Op een gegeven moment word ik naar boven gebracht en vertelt Maurice mij het bovenstaande. Samen gaan we naar haar toe op de neonatologie. Daar ligt mijn meisje aan allerlei draden en snoeren. Ze heeft nog even haar mooie donkerblauwe oogjes open. Even later ligt ze in onze armen met een infuus van morfine en overlijdt.

Van buiten was Megan een heel mooi meisje, alleen van binnen was er veel fout. Ze had een hernia-diafragmatica, wat inhoudt dat haar middenrif open was, waardoor een groot gedeelte van de dunne darm en een gedeelte van de lever op de plek zaten van één van de longen, waardoor deze in de verdrukking is gekomen. En waardoor de andere long zich ook niet goed heeft kunnen ontwikkelen. Ook had Megan één hoefijzervormige nier en een hartafwijking. Ook al was er eerder onderzoek gedaan, ze had geen kans van leven gehad. Megan had triosomie 18.

Maandag 29 december 2003 is Megan in besloten kring gecremeerd.

Onze mooie, lieve dochter Megan