KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Luc en Pauli

* 8 juni 2005 †

* 9 juni 2005 †

Paul en Esther Thoonen

Het verhaal van Luc en Pauli

Luc en Pauli

Opnieuw was Oud en Nieuw een soort van keerpunt en we beloofden onszelf dat 2005 weer ons jaar zou worden. In januari zijn we samen een weekend naar Rotterdam geweest, Sas, onze dochter (11-05-2004) logeerde bij opa en oma in Vught en wij heerlijk genieten in Hotel New York aan het water. We waren het er toen al over eens dat een tweede baby weer welkom zou zijn. Ik had er weer vertrouwen in dat ik het aan zou kunnen. Omdat het medisch gezien eigenlijk niet kon, waren we niet echt voorzichtig en niet lang na ons weekendje samen was Paul ervan overtuigd dat ik zwanger was. Ik helemaal niet, maar om hem en mezelf gerust te stellen, heb ik toch een test gedaan.

Sas en ik waren alleen thuis tijdens de eerste test en ik heb een uur vol verbazing, schok en alles meer naar het tweede streepje zitten kijken. Toen nog geen idee wanneer het gebeurd was, eigenlijk ook niet hoe dat zou kunnen en ook geen idee wat ik ervan moest vinden. Toen Paul 's avonds thuis kwam, heb ik hem verteld dat zijn voorgevoel klopte en dat nummer twee onderweg was.

Omdat we niet wisten hoe lang ik zwanger was, mochten we gelukkig snel voor de eerste echo bij de verloskundige komen. Zelfs toen nog geloofde ik niet dat ik zwanger was en vanaf dag één had ik al een onbestemd gevoel over de hele zwangerschap. Alle kwaaltjes die er de eerste maanden bij hoorden, zijn voorbij gekomen. Net of mijn lichaam me wilde overtuigen van het feit dat er toch echt een baby'tje bij kwam en dat alles goed zou komen. En toch had ik niet de rust en het vertrouwen om er echt van te genieten.

Al voor de eerste echo wisten wij op de een of andere manier dat het er wel eens twee zouden kunnen zijn. Intuïtie, voorgevoel, wat het was weten we niet, maar ik denk dat Gonnie, de verloskundige, meer verbaasd was dan wijzelf. We zagen op de echo bevestigd wat we al dachten. Ik denk dat ze vond dat we verbazend kalm bleven. Natuurlijk schrik je even en denk je aan alle praktische zaken, onze Sas was immers pas acht maanden, maar eigenlijk heeft de schrik maar een half uurtje geduurd. We waren en super blij mee en als één baby welkom is, dan kunnen er ook twee bij. En toch bleef ik toen al met het gevoel zitten dat we deze twee kanjers niet zouden mogen houden.

De maanden gingen verder, ik groeide tegen alles in en bij elke controle en op elke echo was alles prima. Heel langzaam kreeg ik er vertrouwen in en probeerde mijn gevoel te onderdrukken. Iets regelen of kopen voor de tweeling kon ik nog steeds niet en tegen elke echo zag ik op. Omdat Paul veel in het buitenland is, ging er geregeld iemand anders mee om naar onze ukkies te kijken. Ik maakte me dan voor de controle al zorgen over degene die erbij was, wat als het nu niet goed was en meer van dat soort dingen gingen door mijn hoofd. Het "Ik moet het allemaal nog zien" bleef steeds op de achtergrond aanwezig.

Elke termijn werd een mijlpaal, de eerste drie maanden, de twintig weken echo, nog steeds alles goed en we waren samen erg naar de 24 weken aan het toeleven. Dan zouden onze ukkies een kans hebben. Geen grote kans, maar toch. Paul had er veel meer vertrouwen in en beloofde ook steeds dat het goed zou komen. Omdat ik het zo graag wilde geloven, begon ik langzaam toch verder te kijken, wat kleertjes te kopen en over het kamertje na te denken.

Op woensdagmorgen 8 juni werd mijn angst waarheid. Om een uur of half zeven liep Paul buiten. Ik ging naar het toilet en daar braken de vliezen van onze Luc. Ik voelde de navelstreng en wist meteen dat het goed mis was. Paul kwam naar boven en alles ging heel snel. Ik was doodkalm en wist toen al dat we onze kleintjes niet bij ons mochten houden. De ambulance kwam en ik ben zelf de trap afgelopen en op de brancard geklommen. Lichamelijk voelde ik verder niets en ik had nog de rust om tegen Paul te zeggen dat hij rustig moest blijven, moest wachten op Lian, ons schoonzusje om Sas op te vangen en dan rustig naar het ziekenhuis moest komen. Voor mij kon hij op dat moment niet zoveel doen en ik had meer rust als ik wist dat onze Saskia in goede handen was.

Tijdens de rit naar het ziekenhuis heb ik nog gevraagd om kauwgom en eenmaal in het ziekenhuis in het in vliegende vaart naar de verloskamer. Nog steeds was ik heel rustig. Ik voelde me lichamelijk goed en had toen al een soort berusting over me. Wel heb ik gevraagd of ze het babybedje uit de kamer wilden halen, daar wilde ik niet naar kijken. Tien minuutjes na mij was Paul al in het ziekenhuis, volgens mij bijna tegelijk met de gynaecoloog. Zij maakte de eerste echo van die dag, Luc was een groot deel van zijn vruchtwater kwijt, maar Pauli zat nog veilig en warm. Het was zo gek om onze vechtertjes te zien bewegen en ze te voelen.

Na overleg met het Radboud werd besloten de natuur op zijn beloop te laten. Luc zou het waarschijnlijk niet redden, maar als hij bleef waar hij was, zouden de kansen voor onze Pauli groter worden. Dat betekende dus plat op bed en afwachten. Ik geloofde het niet dat ze nog een kans hadden en terwijl ze rondzwommen in mijn buik heb ik tegen ze gepraat. Ik heb gezegd dat ze op mochten houden met vechten en dat het goed was. Maar ze bleven zo hun best doen onze vechtertjes. Paul is de hele dag bij me geweest en samen hebben we mijn buik vastgehouden en tegen ze gepraat. Dat voelde heel fijn en we voelden ons met z'n viertjes heel dicht bij elkaar. Ook die uren hebben we vaak gezegd dat we samen alles aankonden en we voelden ons heel sterk samen.

Omdat we niet wisten hoe lang alles nog kon gaan duren is Paul 's avonds Saskia op gaan halen bij het kinderdagverblijf en is hij samen met mijn ouders in het ziekenhuis geweest. Dat was heerlijk en of onze Sas het voelde, deed ze iets wat we voor die tijd nog nooit gezien hadden. Paul zet haar op mijn kamer op de grond en ze begon te kruipen, een super moment. Later zijn ze samen naar huis gegaan. Ik voelde me verder nog goed en vond het een fijn idee dat Paul met Sas kon knuffelen en dat voor haar alles zoveel mogelijk gewoon doorging. Omdat ik (al na één dag) het behang van de muren af lag te kijken, heeft Paul Lian gevraagd 's avonds bij me langs te gaan en voor wat afleiding te zorgen. Dat was heel fijn.

Nog steeds voelde ik onze vechtertjes bewegen. Het voelde goed om tegen ze te praten en via mijn buik over ze heen te aaien. Toen Lian tegen half tien naar huis ging, heeft de verpleegkundige de hartjes geluisterd. Onze Pauli had toen nog een prima hartslag van 150, maar die van Luc konden we niet meer vinden. Eigenlijk vond ik dat niet erg, het was een verloren zaak en ik was blij dat hij niet meer hoefde te vechten. Toch voelde ik nog steeds niets, maar tegen elf uur kreeg ik een onbestemd gevoel dat ik Paul bij me wilde hebben die nacht.

Snel nadat ik Paul gebeld had begon het wat meer te rommelen in mijn buik en werd de gynaecoloog erbij gehaald. Het was al duidelijk dat onze Luc besloten had naar buiten te komen. Ik heb tegen hem gezegd dat het goed was, dat hij welkom was en dat we trots op hem waren. Na even hard werken van mij en de gynaecoloog is op woensdag 8 juni om 23.48 ons mannetje geboren. We kregen hem meteen bij ons en, misschien dat we het niet toelieten, maar er was geen verdriet, alleen maar een supertrots gevoel dat wij zo'n mooie zoon hadden gekregen. Hij was helemaal perfect alleen een beetje klein. Te klein.

Omdat er nog kansen waren voor onze Pauli vroeg de gynaecoloog wat we wilden. De kansen voor Pauli waren zo klein en de kans dat het alsnog mis zou gaan zo groot dat we het liefste wilden dat ze bij elkaar zouden blijven. Pauli vond dat ze nog prima zat en daarom werden de weeën opgewekt. De volgende morgen, donderdag 9 juni om 01.20 uur volgde Pauli haar broertje. Een perfect meiske dat net zo hard vocht als haar oudere broer, maar na een uur of drie is haar hartje gestopt met kloppen. We hebben ze heerlijk vastgehouden, geknuffeld en alles aan ze verteld wat we wilden. Ze lagen zo lekker samen bij elkaar en bij ons. Twee ziekenhuisbedden tegen elkaar en Luc en Pauli tussen ons in, dat voelde zo goed.

Met z'n viertjes

We voelden ons zo dicht bij elkaar en eigenlijk ook heel gelukkig met twee van deze kanjers. Pauli leek sprekend op haar grote zus toen die net geboren was, hetzelfde kinnetje en dezelfde frons. Met het gevoel of we alle liefde die we voor ze bewaard hadden in die korte tijd wilden stoppen en elk moment vast wilden houden, hebben we tot een uur of half zes met z'n viertjes op bed gelegen. We hebben ze gezegd dat het goed was, dat we van ze hielden en dat ze een grote zus hadden en nog veel meer. Tegen elkaar hebben we gezegd dat we het wel zouden redden, dat het goed zou komen met ons en dat we samen alles aankonden. Om half zes hebben we ze voor de laatste keer ondergestopt, gekust en afscheid van ze genomen en zijn we tegen elkaar aan gekropen. Vreselijk verdrietig, onwerkelijk, ongelofelijk maar nog altijd het gevoel dat we het aankonden.

In het ziekenhuis kregen we de tijd en de ruimte om alles zo te doen als we dat wilden. Luc en Pauli lagen heerlijk onder ons dekentje tegen elkaar in hun mandje. Later heeft Paul nog een knuffel van Saskia gehaald voor ze. Ze lagen zo heerlijk bij elkaar dat wij wisten dat het goed was en dat we ooit ergens wel de kracht zouden vinden om er vrede mee te hebben. Daarna wilde ik alleen nog maar naar huis, naar Saskia, mijn eigen bed en mijn eigen omgeving. Omdat de bevalling redelijk voorspoedig was verlopen, kon dat gelukkig ook snel. Toen we in de auto zaten en bij het ziekenhuis weg moesten rijden, wilde alles in mij naar binnen rennen, ze ophalen en meenemen om ze voor altijd bij ons te houden. En toch was ik blij om thuis te zijn. We zijn samen als een blok in slaap gevallen.

Het is nu een paar dagen later, soms lijkt het langer, soms lijkt het of het iemand anders overkomen is. Het rare gevoel dat het vanaf het begin niet zo heeft mogen zijn, de geruststelling dat Luc en Pauli bij elkaar zijn en bij ons horen. De overtuiging dat we de juiste beslissing hebben genomen. Er is nog steeds heel veel verdriet, maar we voelen ons nog meer verbonden met elkaar en voelen ons verwend met alle aandacht en liefde die we van iedereen krijgen. Sas is ons zonnetje en onze bliksemafleider, al worden we ook elk moment geconfronteerd met de gedachte dat we de streken van Saskia nooit bij onze Luc en Pauli zullen zien. Maar boven alles is er het vertrouwen dat we ook dit samen aankunnen.

Voor Luc en Pauli

What would I say

Yes it is true that I never got to see all that this world holds
The flowers, trees, grass or a bright sunny day
Not even the smiling faces of my loving family
But in my heart I have seen all of these things, even in my short time

It is also true that I never got to feel the many things that you take for granted
The snow on my face on a cold December day
Finger paints and crayons I will never hold in my hands
But I did feel the loving arms on my mother and father cradling me gently.

I never got to hear all the sounds that make most hearts sing
The laughter of a loved one or the sweet song of a bird
Songs on the radio and the words "I love you" are to me a mystery
But the soft touch of my mother's hands shouts to me all of this and more.

I would never have known the joy of running through a field of flowers
Never would I roll down the side of a hill to dizzy to stand
Hide and seek, tag and dodge ball I would have missed
In my mind I will do all of these things and more.

You all may see it as me missing out on all of these things by leaving you so soon
But where I am going I will do, see and hear everything you do and more
ll of the people that have passed before me are waiting to make that come true
I will always think of good things, for in my short time that is all I know.

So don't cry for me
I am doing all that you have all wished for me,
and from my time here with you
I will know nothing but love and that I will take with me

Verna Van Every