KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Bram Busscher

* 13 juli 2005 - 14 juli 2005 †

Benjo en Nathaly Busscher

Ons vlinderkindje Bram

Wij willen ons even voorstellen, wij zijn Benjo en Nathaly Busscher en hebben een dochter genaamd Lotte. Lotte is geboren op 28 augustus 2003.

Na Lotte wilden we heel graag nog een kindje. Na een jaar van proberen om zwanger te raken, was het dan zover. In januari 2005 bleek ik zwanger te zijn. Lotte is geboren met een keizersnede en ik maakte mij daardoor nogal zorgen over de bevalling van Bram, omdat de arts gezegd had dat ik gewoon moest bevallen.

De bevalling op zich vond ik niet zo eng, maar ik had steeds het onbestemde gevoel dat het met mijn kindje tijdens de bevalling niet goed zou gaan. Toen ik 7 maanden zwanger was, bleef dit gevoel en heb ik het er met mijn gynaecoloog over gehad. Zij stelde mij gedeeltelijk gerust en zei dat de kans erg klein was dat er iets mis zou gaan. Daarom moest ik ook in het ziekenhuis moest bevallen, dit was veiliger.

Toen ik 40,5 week was, kwamen de weeën. Dus gingen wij 's avonds naar het ziekenhuis in Enschede. Op zich ging alles goed. Na een paar uur in de weeën te hebben gezeten, kreeg ik een spuitje om me even te laten slapen, aangezien het nog niet echt vorderde met de ontsluiting. Toen ik weer erg snel wakker werd na die spuit zat ik midden in een weeën storm, ik raakte licht in paniek omdat alles niet meer te houden was. Het bleek dat ik 5 cm in een uur had gedaan.

Omdat ik zoveel pijn had, wilden ze mij een ruggenprik geven, maar daarvoor moesten we naar de overkant in het andere ziekenhuis. Deze twee ziekenhuizen zijn met elkaar verbonden door een brug en het duurt ongeveer een kwartier eer je aan de andere kant bent. Maar eindelijk waren we er, en plotseling kwamen de persweeën.

De leerling-gynaecoloog die bij ons was, vond dat we dan maar terug moesten naar de verloskamer. Benjo gaf nog aan dat hij dat belachelijk vond aangezien kinderen overal worden geboren en we daar bij de veiligste plek waren namelijk de O.K. Maar nee, de gynaecoloog vond dat we toch terug moesten. Dus ging Benjo weer met het bed naar de andere kant, en toen ging het mis.

Na ongeveer 3 persweeën knapte er plotseling iets in mijn buik, ik had geen idee meer wat er aan de hand was, maar er was ineens paniek. We moesten terug over de brug en naar de O.K. Benjo had al via de CTG gezien dat het met ons kleine ventje niet goed ging. Plotseling was al mijn vocht weg en kon hij ons ventje zien liggen onder mijn huid omdat mijn buik ineens strak om hem heen was gaan liggen. Mijn baarmoeder was als een klapband uit elkaar gesprongen.

Ikzelf was helemaal weg en heb echt van een afstandje staan kijken, voor mijn gevoel. Het leek alsof ik vanuit de lucht mee keek en het rare was dat ik geeneens pijn leek te hebben. Ik weet nog dat ik dacht: goh wat is iedereen toch druk aan het doen. Er was geen hulp in de buurt en Benjo moest weer, maar nu rennend voor mijn en Bram zijn leven, naar de overkant. Toen bleken er ineens toch nog extra mensen in het ziekenhuis te zijn die konden helpen, maar die fietsten allemaal naar de overkant om de O.K. klaar te maken voor ons. Er was bijna niemand die Benjo hielp, behalve de verpleegster om het bed met spoed naar de overkant te krijgen, echt bizar.

Daar aangekomen kreeg ik gelijk een ruggenprik en een keizersnede en op 13 juli is ons ventje geboren. Na een tijdje hoorden we nog geen Bram en ons gevoel zei ons dat het helemaal mis was. We vroegen nog: wat is het nou geworden en dat wist de arts op dat moment niet eens omdat ze veel te druk met hem waren. Na even te hebben gekeken, zei ze: "het is een jongetje, maar we zijn nog erg druk bezig met hem".

Bram in het ziekenhuis

Ik werd na een tijdje naar de uitslaapkamer gebracht. Ik had Bram nog niet gezien en ik had geen idee wat er nou allemaal aan de hand was. Ik kon wel aan een arts zien dat niet goed was want die man deed zo nerveus.
Na een tijdje hier gelegen te hebben werd ik teruggebracht naar een andere kamer waar Benjo en de gynaecoloog op ons wachten. Ze zeiden dat het niet zo goed ging met Bram, hij had zuurstofgebrek gehad en ze brachten hem naar Zwolle. Een uurtje later werd ik achter hem aan gebracht met de ambulance. Het enige wat ik steeds dacht was: ik wist het, ik wist het, waarom hebben ze niet naar mij geluisterd. Ik had al een paar keer gezegd dat het niet goed zou gaan.

Ik kwam in Zwolle aan en Benjo was even naar huis gegaan en had spullen opgehaald voor mij en Bram. Toen hij eenmaal bij mij op de kamer was, kwam de arts het slechte nieuws vertellen. Bram was in leven maar kon zelf niet ademen en hij had een epileptische aanval waar hij ook niet meer uit zou komen. Dit kwam door het zuurstoftekort. Zijn hersenstam werkte nog wel maar verder waren er geen hersenfunctie's die het nog deden. Nou daar sta je dan, de wereld slaat onder je voeten weg en je kunt niets.

We zijn toen bij Bram gaan zitten en oh wat was het een prachtig ventje, het was zo raar en oneerlijk. Bram leek precies op Lotte en hij zag er zo gezond uit en toch kon hij niets. Ik voelde me zo verschrikkelijk boos dat ik zelfs nog even aan hem heb staan schudden en tegen hem zei: "Doe dan wat verdorie". Maar goed hij wou wel, maar kon het niet. De arts zei dat hij de volgende dag nog een hersenonderzoek zou krijgen, en dat moesten we nog afwachten. Toch gaven ze ons niet veel hoop, het zag er echt niet goed uit.

De volgende dag kwamen de artsen langs voor een slechtnieuws-gesprek. Uit dit gesprek bleek dat Bram nooit iets zou kunnen behalve op den duur ademen. Hij zou ons dus nooit een knipoog geven, nooit een hand vasthouden en nooit lachen. We moesten een beslissing nemen wanneer de beademing en de rest van de apparatuur er af moest. Dit was een onmenselijke beslissing, maar je moet, want je wilt niet dat je kind lijdt en dat hij het moeilijk heeft. 's Avonds zou mijn man zijn familie langskomen om Bram toch even te zien omdat we hadden besloten dat we die avond alles er maar af moesten laten halen.

Bram bij mama op schoot

Nadat we Bram 's middags hadden gedoopt, hadden Benjo en ik eigenlijk al een beetje afscheid genomen. We moesten na de doop nog 2 uur wachten omdat Benjo zijn familie langskwam, dit konden we beiden niet meer opbrengen. Bram lag zo lekker bij mij op de arm en ik wou het hem niet aan doen om hem weer terug te leggen met al die slangetjes en spullen. We hadden hem gedoopt en we vonden dat we dit dan maar gelijk moesten doen, het was onoverkomelijk. 36 uur na zijn geboorte moesten we alles er af laten halen.

Nadat de verpleegster alles van Bram had afgehaald, is hij eigenlijk ook gelijk overleden. Dat was toch ook nog een beetje troost, omdat ik bang was dat hij er tegen zou knokken en dat had ik niet aan kunnen zien. Het verdriet wat je nadien hebt, is zo onbeschrijfelijk en onvoorstelbaar.

De verpleegster vroeg of ik Bram nog wou wassen en aankleden. Ik kon dit niet maar ben wel bij hem gebleven en heb zijn hand vastgehouden. De verpleegster en ik hebben het samen gedaan. Benjo kon er niet tegen en is even weggegaan om weer tot zichzelf te komen. We hebben Bram zijn mooie kleertjes aan gedaan die ik voor hem klaar had liggen, en hij zag er zo prachtig uit met zijn lieve pakje aan. Nu kon je pas goed zien hoe mooi en perfect hij was, zo zonder slangetjes en alle toeters en bellen aan hem. Samen met de verpleegster hebben we nog afdrukjes gemaakt van zijn handjes en voetjes.

Er werd ons gevraagd of we Bram mee wilden nemen naar huis en Benjo in ik hadden beiden zo van: dat kunnen we niet, we hebben Lotte er ook nog lopen en die is te klein om het allemaal te begrijpen, ze zal nog niet kunnen begrijpen waarom Bram niet beweegt of geen geluidjes maakt. Ook ikzelf kon er niet tegen omdat ik het gevoel had dat ik nadat hij bij ons in zijn bedje had gelegen, geen afscheid meer zou kunnen nemen.

We hebben Bram dus naar het gebouwtje bij onze begraafplaats laten brengen, dit is bij ons om de hoek dus we konden er op elk moment van de dag naar toe. Toch had ik hier hele tegenstrijdige gevoelens over, omdat ik het gevoel had dat ik hem toch een beetje in de steek liet en alleen liet, dit vond ik erg moeilijk.

Bram bij papa op schoot

Op 18 juli hebben we Bram begraven. Benjo en ik zijn voor de begrafenis nog even bij hem geweest en we vonden beide dat hij erg mooi in zijn witte kistje lag samen met zijn knuffeltje. We hebben samen zijn dekseltje er op gedaan en we waren blij dat we dat zelf konden doen.

Op de begrafenis waren onze familie's (broers, zussen en opa's en oma's) en onze beste vrienden. Benjo had zelf een gedichtje gemaakt en heeft dit ook voorgedragen, dit vond ik erg bijzonder. Benjo had het liedje van Jan Smidt uitgekozen, "Ik wou dat ik een tovenaar kon zijn". En ik had het liedje van Paul de leeuw, "De steen" uitgekozen. Mijn zus heeft nog een heel mooi gedicht opgelezen en daarna heeft Benjo zijn kistje naar zijn plekje gedragen. Toen hij het kistje geplaatst had, heeft mijn schoonzus ook nog een heel mooi gedichtje voorgelezen. Aan het eind van de begrafenis hebben alle kinderen een witte ballon opgelaten, dit vond ik nog het moeilijkste omdat het je een gevoel van loslaten geeft.

Nu moeten we verder met het gemis van ons ventje Bram en met het gevoel dat ze ons niet eens konden helpen toen het allemaal mis ging. Alleen maar omdat we eerst die idiote brug over moesten wat veel te lang duurde. Het moeilijke is dat ze dit van te voren wisten en toch schijnbaar onnodig risico's namen. Achteraf bleek ook nog eens dat wij niet de eerste waren die dit was overkomen. Dit is zo verschrikkelijk moeilijk te aanvaarden en ook zo moeilijk om mee verder te moeten, dat we een advocaat hebben ingeschakeld die ons verder moet helpen. Het ziekenhuis heeft verscheidene kansen gehad om Bram gezond ter wereld te laten komen en hebben deze kansen niet benut.

Een gedichtje voor Bram*

Met jouw handjes in de onze
Sliep je eeuwig in

Met jouw wangetjes tegen de onze
Geen einde, geen begin

Soms is het beter iets moois
Te verliezen
Beter verliezen,
Dan dat je het nooit
Hebt gehad

Bram zijn voetafdrukjes