KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Stefan Kodde

* 1 oktober 1993 †

Ton, Katinka, Jerremy & Kaylee Kodde

Voor ons eerste kindje en onze grote broer

Onze eerste zwangerschap. Mijn zusje, ik ben dus Ton, was stiekem al zwanger zonder dat anderen ervan wisten. Wij waren echter zo vol van het "nieuwe" in ons leven dat we er geen geheim van maakten naar anderen toe. We leefden op een roze wolk, of een blauwe dat wisten we toen nog niet, en we wilden het ook niet weten. Afwachtend van wat onze goede God ons ging geven, beleefden we een heerlijke zwangerschap. Papa in spé luisterde regelmatig op de buik, praatte regelmatig tegen die bobbel en die reageerde heftig wanneer ik wat zei. Samen praten met zuslief over allerlei kwaaltjes, waarvan zij zei dat ze ze allemaal had, en Katinka helemaal niks in herkende maar niet getreurd, het ging voorspoedig en de kleine groeide redelijk tot goed. Ook de echo, wat een van de laatste was die op video vastgelegd mocht worden in ons ziekenhuis, was perfect en we leefden verder. Mijn "pipeloi" zoals ik de baby noemde was altijd op tijd wakker en aanwezig voor zijn en mijn gevoel. Mama in spé was niet altijd gelukkig met de tijdstippen want dat was altijd op het moment dat zij zat of lag of wou gaan slapen, en daardoor zelf geen of weinig rust had. Als we gingen slapen en Katinka kwam met haar buik tegen mijn rug liggen dan voelde je ons kleintje bewegen. Wat een ervaring!!

02/09/1993 bevalt mijn zusje van een gezonde zoon in het ziekenhuis, vanwege een paar kleine complicaties. Gauw in de auto en kijken naar deze nieuwe wereldbewoner. Mooi baasje, alles aanwezig en gezond. Wij worden ongeduldig want we moeten nog tot half oktober. 10/09/1993 trouwt mijn één na jongste broertje en uiteraard zijn wij er de hele dag bij aanwezig. Wel wat vermoeiend voor Katinka maar zelfs 's avonds nog gewoon dansen, de polonaise lopen en gek doen. Niks geen last behalve dat ze zere voeten had en de hele avond op blote voeten heeft gelopen.

Zondag 26/09/1993. Wij zijn naar kerk geweest en Katinka voelt een hele rare buiteling maar verder niks bijzonders. Maandag is ze niet helemaal "happy" en op mijn vragen "wat is er" komt geen zinnig antwoord. Dinsdag weer de hele dag doorgebracht, Katinka niet aanspreekbaar en ik word nijdig. Ik mopper eens even flink en dan komt het hoge woord eruit. Ze voelde al een poos geen beweging meer, op de vraag hoelang al niet, was geen duidelijk antwoord. Ik acuut de verloskundige gebeld en het verhaal gedaan en ze zei dat nu de tijd rijp was om in 't ziekenhuis voor controle te gaan om te zien m.b.v. een echo wat er aan de hand was. Bij de ingang aangekomen stond de verloskundige al te wachten om mee naar boven te gaan. Eenmaal aan 't apparaat zagen we geen hartje meer kloppen, je hele wereld stort in elkaar, na deze vernietigende bevestiging. Bijna kan niks je meer schelen en wat het ziekenhuispersoneel je vertelt of vraagt gaat langs je heen. Medeleven, troostende woorden, alles gaat langs je heen want je bent tussen al die mensen alleen, met z'n tweeën, met je verdriet. Je wilt niks meer horen, je wilt naar huis, naar je eigen bedoeninkje en huilen en denken. Je gaat naar huis, met de mededeling om een dag jezelf voor te bereiden op het feit, dat Katinka op de gewone manier moet bevallen.

Eenmaal thuis word je wat rustiger en ga je mensen bellen. Het eerste telefoontje is naar mijn ouders. Ik vertel door de telefoon dat ik ze graag bij ons thuis even wil spreken maar zeg niet waarover. Pa elke keer aandringen van "wat is er nou" en "zeg het nou gewoon", met een beetje een lach in zijn stem. Dan pas realiseer ik mij, gezien het vergevorderde stadium van de zwangerschap namelijk 8,5 maanden, dat iedereen die je belt denkt dat je vader bent geworden en dat op een geheimzinnige manier wilt vertellen. Dan breken mij de tranen weer uit en zeg dat ons kindje dood is. Ik vraag gelijk of ze mijn schoonzusje willen halen die alleen thuis zit en dit op 16-jarige leeftijd niet over de telefoon moet horen. Mijn schoonvader is dat jaar ervoor, op 50-jarige leeftijd, overleden na een lang ziekzijn door het loeder genaamd kanker. Ons kindje was dan ook iets waar mijn schoonfamilie naar uitkeek. Ik heb de rest van de familie door de ouders laten bellen want daar had ik helemaal geen zin meer in. Woorden van troost zijn er niet te vinden, niemand weet wat te zeggen en voor ons gevoel hoefde er ook niets gezegd te worden. Het feit alleen al dat mensen er voor je zijn, met je huilen, een arm om je heen slaan, is voldoende.

Donderdag vroeg het ziekenhuis in om te gaan bevallen. Wat een tegenstrijdig iets. Je gaat bevallen en je krijgt eigenlijk niets, tenminste niet waar je al die tijd naar toe geleefd hebt. Katinka moet de hele dag aan de weeënopwekkers en ligt alleen maar. Zo af en toe visite van ouders, mijn andere zusje die in 't ziekenhuis op de kraam-afdeling werkt is de hele dag aanwezig, ook al zitten haar uren erop van die dag. De hele dag zich alleen maar met ons bemoeid, de andere taken werden overgenomen door haar collega's. Verder ons gedurende het verloop van de dag bezig gehouden met wat te doen na de geboorte, wat voor kaartjes te versturen naar alle mensen, de begrafenis regelen enz. Ik had zelf in m'n hoofd gezet, de kleine gaat als 't half kan mee naar huis terwijl Katinka zich daar wat twijfelachtig over uitgelaten had. Vragen van verplegend personeel of we na de bevalling de kleine nog vast wilden houden zouden we beantwoorden na erover gedacht te hebben en als de bevalling achter de rug was. Één of andere arts-assistent wist te vertellen dat dat helemaal niet kon want wanneer de bevalling achter de rug was dan zouden "de vellen er wel af komen na een poos in 't vruchtwater te hebben gedreven.". Op dat moment had ik willen gaan slaan, slaan zoals ik nog nooit gedaan had. Wat was ik giftig op dat moment. Mijn zus vertelde haar dat zij eerst wel zou kijken, met de verloskundige hoe het ervoor stond en samen zouden beslissen of het wel of niet kon. Toen uiteindelijk de bevalling achter de rug was op vrijdagochtend vroeg, het begon net na middernacht waren wij de trotse ouders geworden van een zoon, Stefan, prachtig kereltje, helemaal gaaf, alles erop en eraan en als je hem dan in je armen krijgt dan ben je toch stiekem heel intens aan 't hopen dat er een ademtochtje komt en je probeert een beetje te bewegen, schudden, maar het verandert echt niet. Misschien raar, maar je probeert het toch. We hebben hem de volgende dag thuisgekregen weliswaar in een kistje en op de poot van de wieg gezet. Zo was hij toch echt even thuis op z'n plekje. Hij is na het weekend in familiekring begraven. Een doodsoorzaak is nooit vastgesteld.

Stefan bij papa en mama

Stefan even thuis op z'n plekje