KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Tom en Gijs Limbeek

* 22 juli 1997 †

Anne-Marie Limbeek

Een verhaal van liefde en afscheid

April 1997. Na twee jaar wachten ben ik in verwachting. Een blije tijd volgt. De eerste en tweede controles bij de verloskundige geven geen verrassingen aan. Steeds laat de echo een slapend kindje zien. Na ruim 18 weken zwangerschap krijg ik van een bevriende gynaecologe-in-opleiding een pret-echo. De verloskundigen blijken niet goed gekeken te hebben: het zijn er twee! Mijn man, René, en ik reageren giechelend verrast. Wat een geweldig cadeautje!

De gynaecologe kijkt verder. Ze is er niet gerust op: het ene kindje lijkt groter te zijn dan het andere. Ze verwijst ons door naar een ander ziekenhuis, we kunnen er twee dagen later terecht. Daar wordt haar angst bevestigd: het lijkt hier te gaan om een afwijking in de placenta. We worden weer doorgestuurd, nu naar een academisch ziekenhuis. Daar wordt de diagnose bevestigd: de tweeling lijdt aan het Twin to Twin Transfusion Syndrome, een probleem waarbij de placenta niet goed is gesplitst en de bloedvaten niet goed verdeeld zijn. Tom, de grootste baby, krijgt veel te veel voeding, zijn hartje kan het maar moeilijk bolwerken en hij maakt enorme hoeveelheden vruchtwater aan. Gijs, de kleinste, krijgt alleen het afval van Tom en zit vast tegen de baarmoederwand, in zijn vruchtzak zit geen vruchtwater. Er blijkt, na veel gepraat, maar 1 oplossing te zijn: een experimentele laseroperatie in Londen. Een hectische periode volgt, opeens blijkt het erg heftig te worden en moeten we op stel en sprong naar Londen toe.

's Middags zitten we nog bij onze gynaecoloog, 's avonds zitten we in Londen. De volgende dag word ik geopereerd, onder plaatselijke verdoving, door middel van een laserstaaf, waar een cameraatje aan is bevestigd. Een Griekse professor voert de operatie uit en er zijn allerlei artsen van verschillende landen aanwezig. Ik kan alles volgen, ik zie onze zoon Tom in zijn vruchtwater ronddobberen. Het is een prachtig beeld, dat ik niet snel vergeten zal. Onze eigen gynaecoloog is overgevlogen om aanwezig te kunnen zijn. De laseroperatie verloopt goed, er zijn bloedvaten afgesneden en hopelijk zal het evenwicht tussen beide kinderen zich herstellen. Mijn gynaecoloog vertrekt naar huis. Dan, ik lig uit te rusten op het operatiebed, schiet ineens de pijn door mijn lijf. Ik gil en val bijna flauw. Er komen artsen aanrennen. Er worden persweeën geconstateerd. Bleek dat ik al tijdens de controle voor de operatie twee cm ontsluiting had. Dat wist ik niet, ik dacht dat die buikkrampen van de zenuwen kwamen.

Om een lang verhaal ietsje korter te maken: Tom en Gijs zijn geboren, een paar uur na de laserbehandeling, na twintig weken zwangerschap. Ze zijn meteen bij me weggehaald. Pas na een poosje kreeg ik ze te zien, ze lagen compleet aangekleed in een mandje. Ik was volledig van de wereld, ik wist niet hoe ik het had, wat er met me gebeurd was en hoe nu verder. We waren beiden niet in staat om beslissingen te nemen. Ik werd opgenomen, René mocht bij me blijven slapen. De volgende dag vertrokken we naar huis...

Tom en Gijs

Over Afscheid Nemen...

Onze zoontjes hebben wij in Londen achtergelaten. Ze zouden daar worden gecremeerd door het ziekenhuis. Wij hadden geen idee dat het ook anders kon, en zijn de dag na het verlies van Tom en Gijs hopeloos verdrietig, moe en in de war naar huis gegaan. Anderhalf jaar ging voorbij, en hoewel we een prachtige dochter (Lisa) kregen, voelde het nog steeds niet 'af'. We besloten, met medewerking van een zeer vriendelijke pastoor (we zijn geen lid van de kerk) een gedenksteentje voor Tom en Gijs te plaatsen op het plaatselijke kerkhofje, geen vijf minuten wandelen van ons huis. Dat deed me goed. Ik kon wat van mijn aandacht voor hen kwijt tijdens het bijhouden van het steentje en het 'tuintje' erbij. Voor ons is het hun grafje.

steentje

Nog weer een jaar later kregen we onze derde zoon: Mart. Het leven was fantastisch, maar waarom voelde het dan nog steeds niet zo? Ruim een half jaar na de geboorte van Mart moest ik een depressie onder ogen zien. Ik ging in therapie, en tijdens de gesprekken kwam ik erachter dat in het afscheid nemen van Tom en Gijs iets ernstig mis was gegaan. En hoe doe je zoiets over? Nee, ik kon hen niet alsnog vasthouden, ik kon hen niet alsnog knuffelen, uitkleden, in bad doen, hun beeltenis in me opzuigen, al die dingen die ik niet had gedaan, niet had gedurfd, niet wist dat het kon. Wat kon ik wel doen? Samen met René ben ik naar Londen gegaan, om alsnog afscheid te nemen. Dit werd een wonderlijke reis, vol symboliek en 'hulp van boven'. Wat een onmogelijke opdracht leek, werd de meest waardevolle reis van mijn leven.

We kwam aan bij een Bed & Breakfast, die we hadden besproken via internet. De gastvrouw, een vrouw van middelbare leeftijd, vroeg ons vriendelijk wat we allemaal wilden doen tijdens ons verblijf, en toen we voorzichtig over ons reisdoel hadden verteld, vernomen we van haar dat zij precies wist wat wij voelden, dat zij dertig jaar geleden een tweeling had verloren. Toeval bestaat niet! De volgende dag gingen wij naar het ziekenhuis waar Tom en Gijs geboren en gestorven zijn. De geur van het ziekenhuis kwam me tegemoet in de hal, en het rook meteen bekend. Het beeld herkende ik niet meer, wel de geur... We wilden niet naar de verloskundige afdeling, niemand die daar werkte kenden wij nog. De gynaecologe die ons het meest had geholpen was weg, ook de 'maatschappelijk werkster' was er niet meer. Ons doel was de chapel, waar zich een gedenkboek zou moeten bevinden, waarin de namen van onze jongens zouden zijn opgetekend. Toevalligerwijze was de chapelain er, wat volgens haar niet gebruikelijk was. Weer toeval? Zij haalde het boek uit de vitrinekast, en sloeg de desbetreffende pagina open. De namen van onze jongens stonden er, dat was zo'n emotioneel moment voor me: hun namen, opgetekend door anderen, ze hebben écht bestaan!

Ze staan erin!

boek met Tom en Gijs

We mochten waxinelichtjes aansteken (wat anders nooit mag, gezien de brandvoorschriften). Ook gaf de chapelain ons een misboekje van de jaarlijkse mis voor de doodgeboren kindjes in dat ziekenhuis, gegeven op elke eerste zaterdag van december. Prachtige gedichten stonden erin. Ooit wil ik naar zo'n mis! We vertelden de chapelain van onze volgende stop: het crematorium waar Tom en Gijs gecremeerd zouden zijn. De chapelain vertelde ons dat het ziekenhuis op de begraafplaats die bij dat crematorium hoort, een gedenksteen heeft laten plaatsen voor alle overleden kindjes die vanuit het ziekenhuis daar zijn gecremeerd! Vol verwachting reden wij naar de begraafplaats. Na even zoeken troffen wij de steen aan...

steen voor alle overleden kinderen

Nogmaals steen

Daar heb ik mijn eigen ceremonie uitgevoerd. Ik had thuis twee schattige kleine knuffelbeertjes gekocht, twee rode houten hartjes op steeltjes, en ik had een afscheidsbrief geschreven. Ook had ik wat aarde van bij ons eigen gedenksteentje van Tom en Gijs meegenomen. De brief las ik voor, wat niet gemakkelijk was. Daarna heb ik die brief begraven, samen met de twee beertjes en de aarde uit Nederland. Tenslotte heb ik wat aarde uit de grond daar gehaald. Na deze ceremonie was het alsof een last van mijn schouders viel. Het was goed zo. Het was 'klaar'.

Later thuis, heb ik wat van de Londense aarde in een mooi potje gedaan en op de kast gezet, samen met de voet- en handafdrukjes van de tweeling in een mooie lijst. De rest van de aarde heb ik begraven bij het steentje van Tom en Gijs. Om zo een verbinding te maken tussen hun plekje in Londen en hun plekje hier.

Een jaar is verstreken sinds onze reis naar Londen, sinds ons afscheid. Het gaat heel goed met me. Het gevoel wat me na onze ceremonie overviel, 'het is klaar', heb ik nog steeds. Ik kan nu optimaal genieten van mijn leven en al het moois wat het me heeft gebracht. Inclusief de herinneringen aan mijn geliefde en innig gewenste tweeling...

Anne-Marie Limbeek
Weurt, juni 2002