KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Marlous Houtzager

* 28 mei 2000 †

Michel en Anita Houtzager

Voor ons poppetje

Ik heb het wel eens gezien, dat een nieuwe bloem maar niet uit haar knop kon komen.
Alles was er, de zon scheen, er was ruimte genoeg, om een prachtige bloem te worden.
De wereld wachtte, maar ze kon zich niet ontvouwen.
Ze werd een van de raadselen der natuur.
Waarom aarzelde ze? waar wachtte ze op?
Niemand begreep het ze stierf in de knop.
Dat het ook zo met mensen kon gaan,
daaraan hadden wij nooit gedacht.
Verwachting veranderde in verdriet,
omdat onze Marlous niet tot bloei kon komen.
Wat hadden wij Marlous graag bij ons zien opgroeien
en haar een plaatsje in ons midden willen geven.
Nu moeten we haar lichaampje te rusten leggen, bij moeder aarde.
Haar onzichtbare leven, is terug naar de hemel, het grote zijn.
Het eeuwige thuis van alle leven.
We geloven dat Marlous,daar in vrede zal zijn.
Zonder dood, zonder angst en zonder pijn.

Na een geweldige zwangerschap van 38 weken, waar ik alleen maar van genoten heb, is ons dochtertje, Marlous geboren.

Op zaterdagochtend zo rond half tien word ik wakker en wil ik uit bed opstaan, maar er loopt ineens vruchtwater weg. Eerst schrik ik wel even, dat is wel aan de vroege kant, maar die schrik is snel weg en maakt plaats voor een spannend gevoel. Nu zal de baby dit weekend geboren worden, dus we worden nu echt papa en mama. Ik bel Michel, die bezig is met een verhuizing, om het hem te vertellen. ik heb nog geen weeën dus hoeft hij van mij nog niet naar huis te komen. Ik bel ook mijn vader en moeder om te vertellen dat ze niet al te ver uit de buurt moeten gaan, ze zitten namelijk op de camping. Nog geen twee uur later staan ze voor de deur, ik vind het wel gezellig, want ik kan echt de deur niet meer uit, het vruchtwater loopt continu langs m'n benen. Mijn vader haalt vast boodschappen in huis voor ons, want morgen is het zondag en dan kunnen we geen beschuit met muisjes halen.

Als 's middags de verloskundige komt, heb ik nog steeds geen weeën en ze zegt dat als de weeën niet opgang komen, ik morgenochtend naar het ziekenhuis moet om ingeleid te worden. Michel is om vier uur thuis en m'n ouders zijn weer weg gegaan, ik ga in bad liggen om de weeën op gang te laten komen, maar het lukt nog niet echt. We gaan op tijd naar bed, want wie weet hoe lang het nog zal duren voor de baby er is.

's Nachts komen de weeën ineens veel sneller en belt Michel toch de verloskundige. Als zij er is gaat ze mij toucheren en ze vertrouwt het niet helemaal, "misschien toch een stuit" zegt ze. Wij worden toch maar meteen naar het ziekenhuis gestuurd, ook omdat de weeën nog steeds niet goed door zetten. Eenmaal in het ziekenhuis, krijg ik een CTG en we zien dat de baby het perfect doet, ook maken ze meteen een echo en de verloskundige zegt meteen: "Het is wel een klein friemeltje hoor." Michel vraagt nog of dat erg is, maar een echt duidelijk antwoord krijgt hij niet.

Ik heb ondertussen een infuus gekregen met de weeënopwekkers en de weeën komen vrijwel meteen heel heftig, maar ineens veel te snel. Ik krijg weer weeënremmers, maar de weeën blijven heel heftig, maar er blijf te veel tijd tussen zitten. De gyn wordt erbij gehaald en die kijkt ook nog eens met een speculum, om te zien of het nu echt het hoofdje is dat naar beneden ligt. Het is goed, in ieder geval geen stuit. Ondertussen ben ik er helemaal niet meer bij, bij alles wat ze met mij doen. Ik heb zoveel pijn, en ik kan alleen maar denken, dit houd ik niet langer vol.

Michel z'n gezicht wordt steeds witter en dat maakt me een beetje bang. Om half een 's middags komt de gyn weer voor de zoveelste keer kijken met de verloskundige samen, er is iets aan de hand, maar ik weet niet wat. Er wordt ook niets gezegd. De gyn vertelt dat ik dit niet langer zo kan volhouden en er wordt besloten een keizersnee te doen. Alles gaat in rap tempo en binnen 20 minuten lig ik op de operatietafel. Ze gaan gelijk beginnen met de ruggeprik en ik ben zo opgelucht. Nu zal het snel gaan en is de baby er in een half uurtje. Als ze gaan beginnen heb ik het gevoel dat ik nog niet goed verdoofd ben en gil het uit van pijn, wat zijn ze allemaal met me aan het doen, geduw, getrek, echt niet normaal.

Op een gegeven moment wordt het duwen en trekken minder, ik kijk Michel aan die zit achter me, samen met de verloskundige. Ik vraag aan haar of het al snel klaar is en zij zegt: "Ja, ze zijn je aan het dicht maken.". "Maar ik heb de baby helemaal niet horen huilen", zeg ik. Op dat zelfde moment kijk ik Michel aan en komt er een vrouw bij ons, de kinderarts. Zij zegt: "Het is niet goed met jullie kindje, het is helemaal niet goed."

Michel huilt en ik ben alleen maar aan het schreeuwen, dit kan toch niet, alles was toch goed. Michel huilt, zijn witte gezicht zal ik nooit meer vergeten. Het is een meisje zegt hij en ik huil ook en zeg: "Wat je zo graag wilde, een dochter." Marlous ons dochtertje wordt meteen bij mij gelegd, ze leeft nog.... wat een mooi kind, zoveel zwart haar en hele donkere kraal oogjes. Ik aai haar over haar handjes en zij kijkt ons nog even aan, ik kan alleen maar zeggen,.... gekke meid, wat is er nou gebeurd?

In het ziekenhuis zijn we heel goed opgevangen en onze ouders en broers zijn meteen gekomen en iedereen heeft onze Marlous gezien en bewonderd, ons sterke kleine poppetje.

Marlous is onderzocht, en na een gesprek met de kinderarts en met de klinisch geneticus, kwamen we er achter dat Marlous een heel zeldzame ziekte had, osteogenesis imperfecta, dit komt in onze families niet voor. Het is een fout van de natuur, de genen van Marlous zijn spontaan gemuteerd en dit heeft haar deze ziekte gegeven. Ondanks het verdriet en het gemis wat wij voor de rest van ons leven mee zullen nemen, zijn we trots op een dochter zoals Marlous, die niet opgegeven heeft tot ze geboren mocht worden en ons heeft gezien.

Lieve lieve Marlous we houden van je altijd ben je in onze gedachten.

Ons poppetje

Michel, Marlous en Anita

Marlous in haar mandje