KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Max en Mara Diekmann

* 28 oktober 2004 - 28 oktober 2004 †

* 28 oktober 2004 - 29 oktober 2004 †

Mirjam van de Vliet en Onno Diekmann

Onze lieve dappere engeltjes Mara en Max

We wilden al een tijdje zwanger worden, maar er gebeurde steeds maar niets. De stap om de oorzaak te laten achterhalen, stelden we echter steeds uit. Als je eenmaal in die onderzoeksmolen terechtkomt, zie er dan maar weer eens uit te komen. Daarnaast bleven we hoop houden op een natuurlijke zwangerschap.

Omdat we op een gegeven moment op het punt stonden om voor lange tijd naar Portugal te verhuizen (mijn man had daar een baan aangeboden gekregen) en omdat ik de leeftijd van 32 naderde, hebben we toch besloten uit te zoeken wat nou het wegblijven van een zwangerschap veroorzaakte. Ik was altijd van mening dat ik toch mijn best moest doen om voor de leeftijd van 35 jaar zwanger te worden om zo veel mogelijk risico uit te sluiten.

Na onderzoek bleek dat we voor ICSI moesten gaan. Toch wel een schok, maar we hebben ons er uiteindelijk bij neergelegd en we zijn ervoor gegaan. En wat bleek, na een poging al direct zwanger. Ik kon de zwangerschapstest bijna niet geloven. Ik heb steeds de instructies opnieuw gelezen en gekeken naar het kruisje om er maar zeker van te zijn dat ik het goed zag. Na een eerste echo bij 7 weken (we woonden op dat moment al in Portugal) bleek het ook nog een tweeling te zijn. We waren ontzettend trots. Zie je nou wel dat we het kunnen.

De zwangerschap verliep goed. Beetje misselijk in het begin, maar na 12 weken ging dat weer over. Ook nog een kleine en korte bloeding gehad bij 9 weken; dit leverde wel een slapeloze nacht op. Ik had geen last van krampen, maar om toch zeker te zijn dat er niets aan de hand was gingen we toch even naar het ziekenhuis om het te laten controleren. Er bleek niets aan de hand te zijn. Ik zag voor het eerst de embryo\'s bewegen. Net twee kleine wuivende Michelin-mannetjes. Bij een echo van 15 weken werd duidelijk dat we een jongetje en een meisje zouden krijgen. Ons geluk kon niet op. Wat konden we nog meer wensen.

De tijd die volgde was geweldig. Ik genoot ontzettend van mijn zwangerschap en stak mijn buik vol trots vooruit. Dat kon ook vrij snel, omdat mijn buik snel groeide met een tweeling daarbinnen. Ik wachtte af tot ik ze voor het eerst kon voelen, dat was zo rond 17,5 week. Nog niet het schoppen, maar wel kon ik duidelijk voelen hoe beide baby's zich verplaatsten. Mijn buik werd dan soms helemaal scheef geduwd. Ik en mijn man moesten daar vaak om lachen, vooral 's avonds wanneer ik op de bank lag. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Ik hield zo vaak mogelijk mijn hand op mijn buik, omdat ik niets wilde missen. Met 18.5 week voelde ik duidelijk de plopjes in mijn buik die de schoppende voetjes veroorzaakten. Rond die tijd was mijn buik al behoorlijk gegroeid. Het werd steeds lastiger voor mij een goede positie te vinden om 's nachts te kunnen slapen. Met veel kussens lukte dat uiteindelijk wel.

Tot nu toe is mijn zwangerschap steeds goed verlopen. Ik was erg rustig en liet alles maar op me af komen. Ik had niet gedacht dat ik er zo rustig onder zou zijn. Maar bij 20 weken kreeg ik opeens angst; angst dat ze misschien wel te vroeg geboren zouden worden. Misschien wel omdat ik en mijn broertje ook te vroeg geboren waren. Ik wilde in die tijd ook veel weten over de bevalling, wat ik mee moest nemen en hoe je weeën moest opvangen.

Ik twijfelde of ik nog iets van zwangerschapsgymnastiek moest gaan doen, dus ik liet mij door verschillende mensen informeren. De onrust zat mij niet lekker. Ik ben soms bang, als je je ergens druk om maakt, dat het daardoor juist misschien wordt veroorzaakt. Dus ik probeerde de angst wat los te laten. Ik telde de weken: 21, 22, 23 ,... Ik kreeg in week 23 een iets bruinige verkleuring van de vaginale afscheiding. Niet iets waar ik me erg druk om maakte, maar ik hield het wel in de gaten. Na een paar dagen werd de kleur weer normaal.

In het weekend dat volgde, werd ik 33 jaar. Ik voelde me goed en had genoeg energie om mijn verjaardag te vieren. Ook wilde ik mijn Portugese collega's graag bij ons thuis uitnodigen. Het werd allemaal erg gezellig, maar het was ook erg vermoeiend. In de avond was ik doodop. De dag erna was ik goed verkouden. Ik moest nogal hoesten en ik hoopte dat de schokken niet teveel druk op de baby's zouden uitoefenen. Maar ja tegen een verkoudheid moeten ze toch wel kunnen hebben (?). Ik bleef voor de zekerheid maar een paar dagen thuis om uit te rusten.

24 weken, een opluchting. Ze bereiken nu een leeftijd dat ze in principe levensvatbaar zijn buiten de buik. Niet dat ik ze al verwacht, maar ik ontspande daardoor wel en liet de zorg om een te vroeggeboorte varen. Maar mijn intuïtie in de weken daarvoor bleken juist te zijn. Bij 24 weken en 2 dagen werd ik 's nachts wakker van lichte rollende krampen in mijn buik. In het begin nog niet erg duidelijk en daarom viel ik steeds weer in slaap. Maar op een gegeven moment werden ze duidelijker en maakte ik me toch een beetje ongerust. Ik attendeerde mijn man op de krampen die naar mijn gevoel wel weeën leken, maar die zijn toch veel pijnlijker, dacht ik. We voelden ons er niet helemaal gerust op en gingen ons bed uit om de boeken erop na te slaan. Waren het oefenweeën of echte? We kwamen er niet uit.

Ik ging douchen in de hoop dat de krampen weer op zouden houden, maar het werd alleen maar erger. En toen had ik zoiets van, we gaan nu naar het ziekenhuis, ik vertrouw het niet. Wij gingen naar de emergency afdeling van het ziekenhuis in Faro. Gelukkig was er bijna niemand, dus we konden snel doorlopen. Ik werd onderzocht door twee zusters die alleen Portugees spraken. Mijn Portugees is niet zo goed, maar wel zodanig dat ik kon opvangen dat ik 5 cm ontsluiting had. Ik ging door de grond. 24 weken zwanger en 5 cm ontsluiting, dat kan toch niet? Dan gaan ze dood.

De paniek brak uit. Maar de zusters moesten eerst alles opschrijven en hoofdschuddend gaven ze aan dat ze niet veel konden doen. Je voelt je zo machteloos op dat moment, er moet toch iets gedaan kunnen worden om de weeën te stoppen- ze mogen er nog niet uit. Ik voel dat ze nog gezond zijn, ze bewegen nog vrolijk in mijn buik. Dan komt er een arts. Ik word toch aan de weeënremmers gelegd, krijg een zetpil en een infuus. Ik probeer te kalmeren wat ook lukt, want ik val half in slaap. De weeën worden minder heftig, ten minste dat denk ik. Ondertussen wordt er naast mij een vrouw gelegd die aan het bevallen is. Ik kan niet voorkomen dat een lichte jaloersheid opwelt, zij bevalt ten minste op een juist tijdstip.

Plotseling voel ik een heftige wee. Ik maak dat aan de arts duidelijk en dan gaat alles snel. Ik blijk al 10 cm ontsluiting te hebben. Ik moet nu geopereerd worden. Met een echo hadden ze al bepaald dat het meisje vooraan lag en goed lag, maar het jongetje lag dwars. Om de bevalling zo snel mogelijk te laten plaatsvinden, wordt gekozen voor een keizersnee. Ik snap in eerste instantie niet waarom, ze mogen nog niet uit mijn buik, ze zijn nog niet klaar. In de haast kan ik nog wel snel mijn man opbellen, die alweer naar huis is gegaan, omdat het leek dat de weeënremmers aansloegen.

Vlakbij de operatiezaal stonden mensen van de neonatolgie klaar met een couveuse. Ze legden me alles uit wat er ging gebeuren en dat ze alles zouden doen om de baby's te redden. Ze hadden goede ervaring gehad met baby's van 23-24 weken. Dit zorgde ervoor dat ik iets rustiger werd. Ik had gedacht dat ze niets zouden doen, zoals vaak in Nederland gebeurt. In de operatiekamer weet ik nog dat het onzettend koud was en dat, voordat ik onder zeil ging, ik mijn baby's voelde trappelen.

Bij het wakker worden, werd eerst gezegd dat het met beide baby's goed ging, maar het bleek al snel dat het jongetje het niet zou halen. Je gaat door de grond, maar alsof je daarin gestuurd wordt, focussen ik en ook mijn man ons direct op het meisje. Zij was stabiel. Ze vroegen na het overlijden van het jongetje of ik hem nog wilde zien. Mijn man had hem wel gezien, blauw aangelopen en vechtend voor zijn leven. Maar op dat moment kon ik dat niet, ik wilde me op het meisje richten, dat we onmiddellijk Mara gingen noemen.

We konden nog geen naam voor het jongetje bedenken. Daarnaast het probleem dat je hier in Portugal een kind niet elke naam mag geven. Je moet kiezen uit een lijst van 300 namen. De naam die voor ons bovenaan stond, kwam niet op de lijst voor. Het zou een hele toestand worden om goedkeuring te krijgen voor die naam. De naam op de tweede plaats stond wel op de lijst. Ik kon nog niet goed denken. Waarschijnlijk ook door de verdovende middelen die ik kreeg toegediend. Maar een paar uur later, Mara was nog steeds stabiel, wilden ze toch echt een naam weten. Het werd de tweede naam; Max. Maar ik kon nog niet goed over hem nadenken. Alle hoop was op Mara gericht.

Mijn man ging meerdere malen per dag naar de afdeling neonatologie om naar Mara te kijken. Hij mocht ook even haar handje vasthouden. Hij zag het al helemaal zitten; de komende drie maanden steeds naar de neonatologie om haar te verzorgen. De afdeling in Faro staat als zeer goed bekend - de beste in Portugal. We hadden er best vertrouwen in. Ik heb vroeger nog een klein onderzoekje gedaan met premature baby's. Er werd gekeken naar de relatie tussen een neurologische afwijking en de bewegingen die de baby maakt. Daarom vroeg ik mijn man ook steeds hoe Mara bewoog. Hij zei dat ze goed bewoog en ze probeerde zelfs de arts weg te duwen als die weer iets vervelends met haar deed. Dat stelde me gerust, dat klinkt goed. Het vertrouwen steeg.

Ik besloot ook om voor haar melk te gaan kolven. Mara was op dat moment ruim een dag oud. Ook wilde ik haar graag zien, maar door de operatie kon ik nog niet staan. Die avond (Mara is anderhalve dag oud) vertelt de arts van de neonatologie dat ik de dag erna met kolven kan beginnen. Ze gaat weer weg. Mijn man gaat nog even bij Mara kijken en ze is nog steeds stabiel. Met een gerust hart laat hij me in het ziekenhuis achter.

Maar na een uur komt de arts terug. Het gaat niet goed met Mara. Ik voel alles onder me wegzakken. Haar blik zei al genoeg, maar ik wil de hoop blijven vasthouden. Ik belde mijn man en hij kwam direct weer naar het ziekenhuis. De arts vroeg of ik haar nog wil zien, daar stemde ik mee in. Maar in de tijd die vervolgens verstreek, keek ik met angst in mijn ogen naar de deur. Ik wil haar graag zien, maar ik was ook bang voor wat ik ging zien- een stervend meisje.

Ik had geen idee meer van de tijd, maar op een gegeven moment kwam een zuster binnen met twee pillen; een om mij rustig te houden en een tweede om de melk te stoppen. Ik wilde het eigenlijk niet zien, maar deze pillen vertelden precies wat er ging komen. Mijn man kwam enige tijd later huilend binnen. Ze is er niet meer. We vielen huilend in elkaars armen. Mara kwam binnen in een bedje en zonder slangetjes. Ze was zo mooi en alles perfect. Maar wat was ze klein, maar zo ontzettend mooi. Ik heb haar handje nog even vastgehouden, later was ik ontzettend blij dat ik dat gedaan had. Ze werd na 10 minuten weggehaald en mijn man moest ook naar huis. 'First rest and then grieve', werd tegen me gezegd. Ik weet niet wat ze me precies gegeven hebben, maar ik weet daarna niets meer. Ik heb de hele nacht geslapen.

De dag erna beleefde ik in een roes. Een dag later had ik ontzettend de behoefte ze allebei nog een keer te zien, samen als tweeling op mijn arm. Ze nog even vasthouden en laten zien dat ik ontzettend van ze hield, zodat ik vervolgens afscheid kon nemen. Ook had ik spijt dat ik Max nog niet had willen zien. Het voelde alsof ik als moeder voor hem gefaald had. Ik wilde dat goedmaken. Maar helaas mocht ik ze niet zien, in ieder geval niet voor de autopsie.

Uiteindelijk betekende dit, dat ik ze pas na een week en na de autopsie weer heb gezien. Mijn man en ik hadden op dat moment dezelfde reactie, dit zijn Mara en Max niet meer. Ze hebben al afscheid genomen. Ik moest voor mijn gevoel een stap terug doen. Ik moest het afscheid naar voren schuiven. Dat werd voor mij het moment dat ik ze nog het laatst gevoeld heb - dat waren hun trappelende voetjes vlak voordat de keizersnee werd uitgevoerd. Ik en mijn man hebben allebei nog even flink gehuild, maar ik voelde op dat moment ook een gevoel van rust. Ik kon het nu afsluiten. Dit gevoel had ik ook tijdens de begrafenis later die dag.

Waarom moest dit ons overkomen. Er is nooit een reden gevonden. Ze waren allebei gezond en ik ook. Er is geen infectie gevonden in mijn bloed. Vermoedelijk hebben we domme pech gehad, maar het voelt oneerlijk na alles wat we ervoor hadden gedaan. Er wordt ons het perfecte wonder gegeven en dan weer zo snel afgenomen.

Ik mis nog steeds mijn buik en mijn zwangerschap. Ik heb nog steeds de neiging dingen te plannen die nu niet meer hoeven. Soms denk ik nog steeds mijn baby's te voelen. Door veel steun van elkaar, vrienden en familie en door er veel over te praten voelen we ons wel steeds beter, maar nog steeds komt regelmatig het gevoel van verlies in alle heftigheid op me af.

Ik lees veel verhalen van mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Je voelt mee met hun pijn wat mijn pijn ook weer enigszins verlicht. Daarnaast weet je ook dat je niet de enige bent. Ook hebben diezelfde mensen daarna gewoon weer kinderen gekregen. Dit stelt me gerust. Ik wil graag weer zwanger worden. Ik wil graag nu een zwangerschap afmaken en een kind krijgen, waarbij ik wel de kans krijg het te verzorgen, de borst te geven en te koesteren. Ik zal Max en Mara altijd als mijn kinderen blijven zien. Als ik het geluk krijg weer zwanger te worden, dan krijgen Mara en Max een broertje of zusje.

Ik ben ontzettend trots op ze. Ze waren gezond en perfect en ze hebben ervoor geknokt. Het is jammer, als ik aan ze denk, dat ik vooral een beeld krijg van Mara. Dit beeld is vooral bepaald door de foto's die van haar gemaakt zijn in de couveuse. Van Max kan ik eigenlijk geen beeld vormen (van hem zijn geen foto's gemaakt), ondanks dat mijn man zegt dat hij veel op Mara leek. Ik ben daarom blij dat ze in Nederland wel automatisch een foto maken van een geboren baby, zo houd je altijd iets tastbaars, een plaatje van het gezichtje. En hopelijk geven ze je iets meer de tijd om afscheid te kunnen nemen, want dat is wat iedere ouder uiteindelijk wil en nodig heeft wanneer hun kindje overlijdt.

Onze kleine dappere Mara

Gedicht voor Max en Mara

Waar jullie ook zijn,
ik zou het niet weten...
Niet in tijd of afstand
te meten....
Ik heb jullie samen bij me,
diep in mij...
En daarom zijn jullie
zo dichtbij....

De volgende tekst kreeg ik van een collega:

Twee kinderen die geen kans kregen. Twee ouders die in hun volle verwachting werden teruggesmeten naar het absoluute niets. Altijd willen we leven zien en accepteren we de dood maar moeilijk. Zeker als de mensjes zo jong zijn. Wij hechten aan het leven en staan met stomheid geslagen als het leven los wordt gelaten. Droefheid, kwaadheid, onmacht, ongeloof, en misschien ooit acceptatie. Jullie hebben zoveel gedaan voor dit stukje leven dat jullie nu al weer moeten missen. Ik kan niets bieden, zoals bij alle vrienden die zoiets overkomen. Ik weet hoe zwaar het is, nog wordt en zal blijven. En wens jullie veel sterkte. Doorzettingsvermogen. En vooral kracht om langzaamaan toch te kijken naar wat er wel is, samen, elkaar ondersteunend. En liefde, voor elkaar, voor het leven en ook voor de dood.

De volgende tekst van twee kinderen aan Max en Mara:

Many kisses to Mara en Max
Who went to live on a star with Peter Pan

Vasco and Sammy

Van onze buren:

Lieve, kleine, dappere Mara en Max,
Wat hebben jullie gevochten om bij
mama Mirjam en papa Onno te kunnen blijven.

Helaas moesten ze jullie weer
Teruggeven aan de sterren.

Wij zullen jullie nooit vergeten
en zijn voor altijd in ons hart!

Loes, Herman en Janny