KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Lars Kielman

* 29 november 1998 †

Jurgen en Miranda Kielman

HET IS ZO STIL IN MIJ

Het is zo stil in mij
hier zijn geen woorden voor
het is zo stil in mij
en de wereld draait maar door
het is zo stil in mij.......

28/29 november 1998

Lieve Lars,

Je schopt niet zo hard als gewoonlijk bij het ontwaken. Een klein steekje van bezorgdheid flitst door me heen. Papa luistert naar je hartje en dat klopt vrolijk. Ik vergeet mijn bezorgdheid en we gaan op tijd op pad: we hebben een hoop te doen vandaag! Ik ben immers over 3 weken uitgerekend, en de zwangerschapshormonen gieren door mijn lichaam. Ik heb enorme nesteldrang: alles moet perfect zijn voor jouw komst.

We rijden een paar keer fout en komen op een hobbelweg terecht. Papa vindt het maar niks voor jou, maar ik lach zijn bezorgdheid weg en zeg dat je dat schommelen juist fijn vindt. Later halen we de bestelde box en kinderwagen op bij de babyzaak. De kinderwagen heeft de verkeerde kleur: wat een gestress. Ik verzucht dat ik er buikpijn van krijg. Enfin, we mogen deze kinderwagen zolang houden (want stel dat de baby eerder komt) en zodra de juiste binnen is, mogen we hem omruilen.

We rijden naar huis, laden de hele boel uit en rijden even naar je opa en oma, waar we 'Baby TV' kijken. Ik ondersteun mijn buik, want ik voel zo'n druk en verkondig dat je waarschijnlijk verder aan het indalen bent. "Je zoon wordt vannacht geboren, let maar op", zegt je opa en ik lach er hartelijk om en denk "welnee". Grappig dat iedereen het idee heeft dat we een jongetje krijgen. Wij hebben namelijk zelf ook zo'n gevoel...

Ik waggel naar de auto, pfff het valt niet meer mee. Thuisgekomen ga ik naar het toilet en als ik opsta hèb ik het ineens niet meer! Zó'n druk in mijn buik en ik verlies wat vocht en HELP ik ben bang!!! Ik strompel naar bed en roep wanhopig om papa. M'n buik is keihard en m'n hart bonst als een gek. Wanneer heb ik je voor het laatst gevoeld??? Al een hele tijd geleden??!! Er is écht iets mis!! Ik ben totaal in paniek. Papa probeert je hartje te horen maar m'n buik is te hard en m'n eigen hart gaat te keer. Dan al heb ik het gevoel dat het over is. Voorbij! Ik voel je niet meer.... het is zo stil in mij.

We bellen de verloskundige en ze komt meteen. Ze glimlacht en zegt dat dit waarschijnlijk gewoon het begin van de bevalling is. Ze zal me wel even toucheren. Ik jammer dat er écht iets mis is: het is zó stil in mij... veel te stil. De verloskundige zoekt het hartje. Het blijft akelig stil. Ze luistert aan de andere kant: stilte. In de verte horen we iets, maar het is mijn hart. Op haar gezicht verschijnen rode vlekken. "Het is niet goed, we moeten naar het ziekenhuis". Ik schrik niet eens, ik wist het al: het is helemaal mis. Het is gewoon veel te stil in mij...

Rustig rijden we naar het ziekenhuis, de verloskundige rijdt achter ons aan. Ik ben zooo rustig, als verdoofd gewoon. De dienstdoende arts-assistent en de verloskundige nemen plaats achter het echoscherm. Ik durf niet naar het scherm te kijken en bestudeer hun gezichtsuitdrukking: die blijft neutraal. Ik zeg: "wat is er nou?" En ze zeggen heel rustig dat ze heel goed moeten kijken. Na een tijdje zegt de arts-assistent: "het is niet goed, het hartje klopt niet meer...". Je zou toch denken dat je dan instort en dat je hysterisch wordt. Nou, ik blijf de rust zelve en ben als verdoofd, maar toch verrassend helder in mijn hoofd. Ik blijf maar zeggen dat het niet waar kan zijn, want ik voel me lichamelijk nog steeds goed en als ik een ziek kindje zou hebben, zou ik dat al die tijd gevoeld moeten hebben. Ik wil meteen dat je bij me weggehaald wordt; ik voel geen band meer. Het is zo stil in mij... Ik voel me ineens niet zwanger meer. Zo raar. Ik vind het heel eng: een dood kindje in mijn buik; dichter bij de dood kun je eigenlijk niet komen. Papa begint heel erg te huilen. Dat heeft mama nog nooit gezien. Ik blijf echter rustig en laat geen traan. Ik, de emotionele supergevoelige trien die al die maanden op een enorme romantische roze wolk heeft gezeten en van iedere minuut van de zwangerschap genoot, kàn niet eens huilen. Ik heb al mijn emoties uitgeschakeld en voel helemaal niets. Ik ben letterlijk en figuurlijk dood van binnen...

Ik ben wel bang voor wat er komen gaat: een bevalling, want een keizersnee doen ze zomaar niet, wordt ons uitgelegd. Bovendien is het volgens hen absoluut beter normaal te bevallen, zowel lichamelijk als voor het verwerkingsproces.

Met een slaappil worden we naar huis gestuurd. We zullen moeten beslissen of ik de volgende dag of de dag erop wil bevallen. Nou, ik wil het nú en onder narcose. Maar dat gaat dus niet....

Rustig rijden we naar huis. Daar bellen we je opa en oma. Die komen meteen, met je tante. Een hele emotionele toestand en ik zit als een kouwe kikker op de bank te draaien. Volgens mij heb ik weeën?!

Later gaan we naar bed, maar ik heb inmiddels om de vijf minuten weeën. Gek genoeg willen we allebei slapen, maar dat gaat dus niet. We besluiten toch maar terug te gaan naar het ziekenhuis.

Daar worden we goed opgevangen door een lieve verpleegster. We zijn allebei heel rustig. We krijgen een tweepersoonskamer tot onze beschikking en we proberen wat te rusten. We spreken af dat ik een ruggeprik krijg, maar als ze me toucheren heb ik al 4 cm ontsluiting, dus die ruggeprik gaat niet door. Na een tijdje vraag ik droog of de pijn nou nog erger gaat worden: ik vind het namelijk allemaal wel meevallen. De verpleegster en arts-assistent zeggen dat de pijn nu op z'n hevigst zou moeten zijn. Ik vraag me hardop af waarom al die vrouwen op TV dan altijd zo liggen te gillen. Ook vraag ik of ik goed puf: ik doe maar wat. Ze zeggen glimlachend dat ik een natuurtalent ben. Gek genoeg voel ik me daardoor een beetje trots.

In een mum van tijd heb ik 8 cm ontsluiting en mijn vruchtwater wordt gebroken. Het is verkleurd, wat betekent dat je het benauwd hebt gehad. De ontsluiting is zo snel gegaan (en zo gemakkelijk) dat ze zeggen dat ik bij een eventuele volgende bevalling wel heel snel zal moeten reageren, want dat gaat vaak nog sneller.

Omdat we je andere opa en oma nog niet heb kunnen bereiken, besluiten we het nog eens te proberen (het is inmiddels midden in de nacht). Papa belt eerst en ik hoor je oma ontzettend huilen. Tussen de weeën door sta ik haar te woord en het enige wat ik wil, is dat ze zich niet al te bezorgd zal maken. Ik ben nog steeds abnormaal rustig... We beloven te bellen zodra jij geboren bent.

We gaan naar de verloskamer waar ik word aangesloten op een perswee-versterkend infuus. Ik vraag nuchter wat ik nu precies moet doen. Als er een wee komt, moet ik m'n knieën optrekken, kin op de borst en persen. De weeën zijn niet heftig en persdrang heb ik nauwelijks. Het gaat er eigenlijk vrij relaxed aan toe. Het infuus wordt steeds hoger gezet en ik lurk gretig aan het lachgas, want daar word ik een beetje "high" van. Na een tijdje proberen, voel ik je hoofdje komen. Jouw mooie donkere haartjes zijn volgens papa al te zien. Papa staat al die tijd naast me en loopt af en aan met water en appelsap, want ik heb enórme dorst. Wat ik nu zo duidelijk voel, is de ontzéttend sterke band die we hebben en ik ben zó blij dat papa er voor me is en we blijven maar tegen elkaar zeggen hoe gelukkig we zijn dat we elkaar hebben en dat we ons hier wel doorheen zullen slaan.

Als je hoofdje geboren wordt, blijkt dat de navelstreng ontzéttend strak om je nekje zit. Papa ziet dat ze hem bijna niet van je nekje af krijgen. O lief manneke, ik hoop zo dat je niet geleden hebt!

Tot nu toe verloopt alles vlekkeloos, maar plots kijken de verpleegster en de arts-assistent elkaar bezorgd aan: je schoudertjes zitten vast achter mijn schaambeen. Ze leggen uit dat dat komt omdat je niet leeft en normaal maakt een baby een soort draai in het geboortekanaal en werkt zelf mee. Dat is bij jou natuurlijk niet het geval... Na nog een paar keer geprobeerd te hebben, besluiten ze de gynaecoloog uit zijn bed te bellen. Volgens papa heb ik 25 minuten zo gelegen, met jouw hoofdje tussen mijn benen. Het doet niet veel pijn, maar ik ben nu toch wel bang, want ze toveren de verloskamer ineens om in een soort operatiekamer. Ik moet mijn benen in de beugels hangen en er wordt van alles klaargelegd. Maar de gynaecoloog kwam, zag en overwon, want door een handige draai van zijn kant, floep je er toch gemakkelijk uit. De gynaecoloog verzucht: "wát een práchtig kereltje, verschríkkelijk!" Je blijkt een lekker stevig kereltje van ruim 7 pond te zijn.

Ze vragen hoe je heet en trots zeggen wij in koor: "LARS". Ik zie meteen dat je prachtig bent en herken direct de typische haarimplant die je vader en opa ook hebben. De verpleegster vraagt voorzichtig of ik je al bij me wil, maar, gek genoeg, durf ik niet goed. Ik ben nog steeds in een soort gevoelloze roes. Ze zullen je eerst wassen en aankleden en dan zullen ze je bij me brengen. Ondertussen moet ik nog een keer persen, er wordt op mijn buik geduwd en floep, daar komt de placenta. Ik zie vaag (zonder lenzen) iets groots en roods. "Zo", zegt de gynaecoloog, "die heeft het heel goed bij je gehad". Tja, ik had zelf ook dat gevoel al die maanden en nu ik je zie, denk ik ook: "dit is géén ziek kindje!"

Als ze met je terugkomen, pakt papa je direct vast. Ik vind het allemaal nog een beetje eng, maar al gauw raak ik met je vertrouwd. Er worden polaroid-foto's gemaakt, een voetafdrukje en er wordt een haarlokje afgeknipt. Ik laat het allemaal gelaten over me heenkomen, vind alles best. Maar nu ben ik zó intens blij met die spulletjes!

Later arriveert de familie en dat is natuurlijk een ontzéttend emotionele toestand. Iedereen sluit je meteen in hun harten, houdt je vast, huilt om je en bewondert je. Je móet al die liefde wel gevoeld hebben, mannetje.

Er wordt een fototoestel gebracht en er worden nog meer foto's gemaakt. Het is een drukte van jewelste in de verloskamer met af en aan lopende verpleegsters, familie en de verloskundige. Je opa huilt zoveel: dat heeft ie nog nooit gedaan. Maar hij en oma hebben je ook in hun hart gesloten: Lars Friedrich Bernard, hun eerste kleinkind!! Wat had iedereen je graag willen leren kennen. Wat hadden we je superverwend, mannetje.

Ach wat een verdriet allemaal! Gewoon vreselijk. Zelfs de arts-assistent verlaat huilend de verloskamer. Al dat verdriet beangstigt me! Hoe moeten wij hier nou mee verder?

Lars

De familie gaat weg en papa en ik kunnen rustig afscheid van je nemen. We huilen met onze gezichten vlakbij het jouwe en onze tranen vermengen zich op jou o zo zachte wangetjes. We houden je handjes vast en die zal ik nooit vergeten: zo lekker dik en zacht: je bent een beauty! Dan moeten ze je meenemen... Men zal de volgende dag obductie verrichten. Mama wordt gewassen en aangekleed en in-en-in verdrietig en met lege handen verlaten we het ziekenhuis. Géén maxicosi, géén stralende gezichten, alleen maar groot verdriet.....

Thuisgekomen gaan we van uitputting slapen. We voelen ons vreemd, leeg, verdrietig en toch ook weer in een roes. Zo raar! Ik ben zo blij dat papa bij me is en me troost. Samen huilen we wat af. We bellen enkele goede vrienden en die zijn helemaal overstuur. Ik schrik van al dat verdriet. Ik ben doodsbang voor alles wat ons nog te wachten staat en klamp me helemaal aan papa vast. Als ik midden in de nacht huilend wakker word, pakt papa me stevig vast en dan voel ik me weer rustig worden. Ik voel nu dat hij in feite de énige is, die me écht kan troosten. Hoeveel steun je ook van anderen krijgt. Het draait nu om papa en mij...

Slaap zacht lieverd,

je mama

2 december

Liefste mannetje,

De dagen na jouw geboorte zijn als een roes: we worden geleefd. De telefoon staat niet stil, de verloskundige zit iedere dag uren aan ons bed, de huisarts komt langs en we hebben een lieve kraamhulp. Je opa's en oma's en oom en tante leggen ons helemaal in de watten en er wordt van alles voor ons geregeld. De begrafenisondernemer ziet er gelukkig niet uit als een "wandelende grafzerk" en stuurt ons zachtjes in de goede richting, maar toch: het is verschrikkelijk om een dag na je bevalling met zo iemand aan je bed te zitten. Ik wìl dit niet: ik wil stralende gezichten en beschuit met muisjes, ik wil JOU!!! Ach Lars, ik had het me allemaal zo anders voorgesteld...

Gelukkig worden we ontzettend goed opgevangen. Iedereen zit geduldig luisterend aan ons bed en het interesseert je anders zo super-ijdele mama niks dat ze met bloeddoorlopen ogen (in en om mijn ogen waren adertjes gesprongen van het harde persen) al deze mensen te woord moet staan. Integendeel, papa en ik zijn één grote spráákwaterval.

We besluiten samen tot de "harde aanpak": we gaan meteen de eerste avond naar je kamertje. Daar lachen we door onze tranen heen om bepaalde lieve babysokjes: je had er enorm mee voor schut gelegen, want je bent zo'n stoer ventje. Manneke, we hadden alles zó voor elkaar: papa had zó z'n best gedaan op je mooie kamertje en mama zorgde ervoor dat het je qua spulletjes aan niks zou ontbreken. Je was zo ontzettend welkom bij ons ventje! We houden nu al zo onvoorstelbaar veel van je en als je bij ons was geweest, en we je hadden kunnen knuffelen en vertroetelen, zouden we perfect gelukkig zijn geweest met z'n drietjes! Alles, álles zouden we geven om jou terug te krijgen. Kón dat maar...

De week vliegt voorbij. We bellen vrienden, kennissen en collega's en iedereen huilt en is verdrietig om jou. De telefoon staat de hele dag roodgloeiend en de kaarten en brieven kunnen soms niet door de brievenbus. We worden gebeld door Diane: een meisje uit mijn zwangerschapsgym-groep die, ongelooflijk genoeg, twee weken hiervoor precies hetzelfde heeft meegemaakt. Het is emotioneel, maar wel heel fijn om met haar te praten en we spreken af elkaar na jouw begrafenis te treffen. Het blijkt dat jij naast haar zoontje Kevin begraven zal worden.

Een rare, afschuwelijke week vol emoties, grote downs, hele kleine ups en het gevoel dat we in een hele lange nachtmerrie gekomen zijn. Het is het moeilijkst als we 's ochtends wakker worden, omdat het dan weer als een schok tot ons doordringt wat er allemaal gebeurd is. En het is alsof iedere ochtend mijn hart uit mijn lijf gerukt wordt als ik naar je papa's lieve gezicht kijk, omdat hij er zelfs in zijn slaap zo verschrikkelijk verdrietig uitziet.

Waarom nou, waarom jij?

Mama

3 december

Lieve Lars,

Vandaag lig je opgebaard. We gaan kijken en, o Larsje, wat ben je mooi en lief! Je handjes zijn nog zo zacht. Mama ontdekt een klein sproetje naast je eigenwijze dopneusje. Manneke, je bent echt de mooiste van de wereld! Mama en papa huilen en dapper spelen we je muziekdoosje af: dat had ik de laatste zwangerschapsmaanden iedere avond op mijn buik afgespeeld. We hebben knuffelbeertjes van je nichtje en neefje in je kistje gelegd. Je draagt een rompertje van je oma, een boxpakje van je tante en het prachtige warme pak met slofjes en wantjes, wat papa voor jou heeft gekocht. Het lijkt voor jou gemaakt! Mama wordt rustig van jouw vredige gezichtje, en papa en ik wrijven je zachte handjes warm. Maar op een gegeven moment knápt er iets bij papa en hij zakt door zijn benen en brult en slaat met zijn vuisten op de muur en de vloer. Alle ellende komt er in één keer uit. Ik raak in paniek: het is een ondraaglijk gezicht. Maar je opa en oma en je tante stellen me gerust en houden ons stevig vast: dit is alleen maar goed. Alle gevoelens moeten eruit komen.

Onze speciale Winnie the Pooh-beer houdt de wacht bij je kistje vannacht.

Slaap zacht engeltje,

Mama

4 december

Lieve Lars,

Vanochtend heeft een fotograaf close-up foto's van jou gemaakt. Je ligt er namelijk zo mooi bij, het is net alsof je slaapt en we willen graag foto's waarop je niet meteen ziet dat je in een kistje ligt, zodat we die in de huiskamer neer kunnen zettten, zonder dat het meteen zo confronterend is.

De rit naar de begraafplaats is een ware hel: mama is heel erg overstuur, bang en intens verdrietig. De zin: "we moeten ons zoontje begraven" spookt alsmaar door mijn hoofd. Maar zodra ik je vredige hoofdje zie, word ik weer rustig. Het is dringen om je kistje en ik ben geïrriteerd en wil alleen met je zijn en je handjes vasthouden. Papa en ik hebben nog een stralende foto van onszelf in een mooi lijstje in je kistje gedaan. Op de foto ben ik 6 maanden zwanger van jou en zitten we overgelukkig te genieten in de Zuid-Franse zon. Je opa en oma hebben een mooie brief aan je geschreven. Die hebben we ook aan je meegegeven, samen met een sinterklaasknuffeltje van je oma. Ik hoop dat je blij bent met al die tekenen van liefde.

Papa en ik spelen voor de laatste keer je muziekdoosje af, ondertussen doen we je pak dicht, je sjaal om en je wantjes aan: je mag het niet koud krijgen. Heel rustig nemen we afscheid. Het heeft de hele dag gehageld en geregend, maar zodra we met jou naar buiten komen, gaat de zon schijnen: "Lars laat de zon schijnen", zegt iedereen. De begrafenisondernemer draagt je kistje en we stoppen bij een mooi plekje. Heel vredig zo met het winterzonnetje. Mama is heel rustig, maar papa roept plots overstuur dat ie zo graag papa had willen zijn.....

Dag liefste mannetje, ik hoop dat je het nooit koud zal hebben....

Mama

Lars' laatste rustplaats

11 januari 1999

Liefste Lars,

De gynaecoloog bevestigt de eerdere vermoedens: uit alle testen blijkt dat je kerngezond bent. Zeer waarschijnlijk heb je tijdens het indalen de navelstreng zo strak om je nekje gekregen, dat je bent overleden. Het is heel abrupt geweest en je hebt niet geleden. Van het ene op het andere moment was het over. Een stom ongeluk, pure pech. Net zo onzinnig en onverklaarbaar als wiegedood. Ook mama's bloeduitslagen zijn allemaal goed. Voor de toekomst is het fijn om te weten dat we allemaal gezond zijn, met het oog op nieuwe zwangerschappen, maar aan de andere kant doet het juist zo'n pijn.... Zo'n prachtig gezond mannetje, waarom dan???? Dat antwoord krijgen we dus nooit en we moeten het accepteren.

Ik mis je zo, ik wou dat ik je kon vasthouden, mijn armen zijn zo leeg,

Mama

19 februari

Liefste Lars,

De afgelopen weken waren vol ups en downs, constante gevoelsschommelingen, variërend van berustend en trots op ons mooie manneke tot opstandig en vreselijk verdrietig. Nog steeds staat de telefoon niet stil en we vertellen ons verhaal aan de lopende band. We gaan overal heen, passen zelfs op op je lieve kleine neefje die zoveel op je lijkt. Ook je tante had zich zo enorm verheugd op jouw komst; we zagen het al helemaal voor ons: je neefje en jij samen opgroeiend; het zou zo leuk zijn geweest.

Aan iedereen die het maar wil horen, vertellen we ons verhaal en laten aan iedereen die dat wil, de mooie foto's zien die de fotograaf van jou heeft gemaakt. We zijn zo trots op jou!

In onze vriendenkring zijn behoorlijk veel baby'tjes, mijn beste vriendin heeft een paar dagen voor jouw geboorte zelfs een tweeling gekregen, maar we lopen er niet voor weg en dapper houden we al die kindjes vast. Het heeft immers toch geen zin hiervoor weg te lopen? Overal word je met babies geconfronteerd en we hopen er zelf toch ook nog een aantal te krijgen...

Ik krijg van papa een prachtige ring met jouw naam erin. Hij krijgt van mij een heel mooi horloge, ook met jouw naam erin, zodat we allebei altijd iets van jou bij ons dragen. Van je opa en oma krijgt mama een mooi gouden armbandje met jouw naam erin en van een hele lieve vriendin een gouden hangertje in de vorm van een ster, want, zo zegt ze, jouw sterretje zal voor ons altijd stralen aan de hemel. Wat is iedereen toch lief!

We besluiten op vakantie te gaan naar ons favoriete land Amerika, even weg van alles, en komen uitgerust weer terug. We hebben daar een tegeltje met jouw naam laten leggen in een voetpad rond Disneyworld. We hadden je ooit zo graag daar mee naartoe genomen! Wat zouden we genoten hebben. Maar eens in de (hopelijk nabije) toekomst, gaan we daar heen met jouw broertje of zusje en dan gaan we jouw tegeltje opzoeken! Daar klampen we ons nu aan vast. Het verlangen naar een baby'tje is nu zo allesoverheersend, dat we niet willen wachten. Ik hoop zo snel mogelijk weer in verwachting te zijn...

Eén ding is echter zeker, we zullen jou nooit vergeten, je blijft altijd ons prachtige mannetje, onze mooie eerste zoon, en we zullen je altijd blijven missen en zielsveel van je blijven houden....

Voor altijd,

Je mama

Februari 2001

We zijn nu ruim twee jaar verder en wat we ons toen niet voor konden stellen is toch gebeurd..... de zon is weer gaan schijnen!! Het geluk lacht ons weer toe....

Drie maanden na het overlijden van Lars, raakte ik namelijk weer zwanger. Hier waren we zo blij mee, want onze kinderwens was door alles wat er gebeurd was alleen maar sterker geworden. De gynaecoloog had ons destijds geadviseerd ons hart te volgen wat nieuwe zwangerschappen betrof, want medisch gezien was er geen enkel probleem. En hij was blij verrast toen we zo snel weer bij hem op de stoep stonden. Hij heeft ons heel goed begeleid al die maanden, want angstig waren we natuurlijk wel. Zelfs een gynaecoloog kan je nooit 100% garanderen dat er niets mis gaat dit keer. Dat kan niemand. Het enige wat we konden doen was positief blijven, toch genieten van de zwangerschap (want het blijft toch iets moois en bijzonders) en geloven dat het geen tweede keer mis zou gaan. Op een of andere manier had ik de kracht om te genieten, en gewoon weer heerlijk met de zwangerschap bezig te zijn. Wat regelt de natuur dat toch mooi.

Gelukkig bleek onze baby een enorm voetballertje te zijn in mijn buik, hij schopte echt dag en nacht, dus ik heb "slechts" één keer een paniekmoment gehad omdat ik even niets voelde (wat gelukkig al snel overging). Ik mocht trouwens dag en nacht naar het ziekenhuis voor controle, als ik daar behoefte aan had (zoals de gynaecoloog zo mooi zei: zet je caravannetje maar op het terrein van het ziekenhuis...).

Inmiddels wisten we ook dat we een jongetje verwachtten: een emotioneel moment, want we wilden zo ontzettend graag weer een jongetje! Niet omdat we dit kindje als "vervanger" van Lars zagen, maar gewoon omdat we een zoontje hadden verloren. Nu we weer een zoontje zouden krijgen, zouden we toch een beetje weten hoe Lars zou zijn geweest!

De angst kwam eigenlijk pas echt de laatste weken. Toen kreeg ik drie keer per week een CTG-onderzoek, waarbij je een half uur aan een apparaat ligt dat de hartslag van je baby meet: dit schijnt veel te zeggen over de conditie van je baby, al is het natuurlijk steeds maar een momentopname. Deze onderzoeken waren voor m'n eigen geruststelling, maar ik werd er iedere keer heel zenuwachtig van. Toch kon ik na zo'n onderzoek weer even vooruit, dus al bij al hielp het toch ook weer wel.

Samen met de gynaecoloog hadden we inmiddels besloten een geplande keizersnede te doen na bijna 38 weken. Een keizersnede was het veiligst voor onze baby en ik was zeker bereid het risico, die iedere operatie met zich meebrengt, aan te gaan (al hadden ze de baby uit m'n grote teen moeten halen!). De datum was stiekem gepland, en wij dachten iedereen te gaan verrassen. Maar onze zoon besloot ons nog meer te verrassen door er twee dagen voor de geplande datum zelf uit te willen! Halsoverkop gingen we naar het ziekenhuis. Nu ging het echt gebeuren. Het MOEST nu gewoon goed gaan...

En het kwam goed: Nils werd geboren: een prachtig ventje en we straalden van oor tot oor. We voelden ons heel blij en gelukkig, terwijl we van tevoren dachten dat we het tijdens de geboorte heel moeilijk zouden krijgen vanwege Lars. Maar niets was minder waar: dit was Nils, ons kindje en hij lééfde. Dit was een nieuw kindje, onze nieuwe hoop voor de toekomst en een broertje van Lars. Wij zijn ervan overtuigd dat hij een stukje van Lars met zich meedraagt. Hoe kan het anders dat ik officieel van Nils was uitgerekend op de sterfdatum van Lars??? Hoe verklaar je dat?!

Vrij kort na de geboorte van Nils volgde de geboorte- en sterfdatum van Lars. We wachtten op De Dip. Maar die kwam niet. Nog niet, want uiteraard zijn er nog wel hele moeilijke momenten geweest. Met de komst van Nils beseffen we immers pas echt hoe het is om een kind te hebben en dus beseffen we dubbel wat we aan Lars moeten missen.

Met name mijn man heeft het heel moeilijk gehad. Mannen krijgen namelijk veel minder aandacht en opvang. Ik vind dat niet goed, want ook zij verliezen hun kind en gaan door een hel. Na de eerste tijd wordt van hen automatisch verwacht dat alles weer onder controle is. Mijn man voelde dat ook zo en vond dat hij sterk moest zijn, voor mij, voor onze directe omgeving en op z'n werk. Dat hou je natuurlijk niet eeuwig vol en dus kwam het er bij hem later pas allemaal echt uit. Dat is moeilijk, want na die eerste tijd ben je niet meer tegelijkertijd verdrietig. En als jij je dan net even heel goed voelt, word je door het verdriet van je partner weer naar beneden gezogen. En andersom. Of soms denk je: hè, nu even niet.... Toch is het zaak te blijven praten. Dat hebben wij ook gedaan en dat doen we nog. Lars wordt vaak genoemd, ook door onze omgeving.

Met dit (wel wat lange) verhaal wil ik op de eerste plaats ons prachtige mannetje Lars eren. Hij verdient dit speciale plekje want we zijn nog steeds zeer trots op hem.

Daarnaast wil ik allen die in dezelfde situatie verkeren en misschien hun leven nog niet zo op de rails hebben, laten weten dat er hoop is. Dat de zon echt weer gaat schijnen, dat de scherpe kantjes eraf gaan, dat de tijd de wonden een beetje heelt. Maar daar moet je wel voor vechten...

Wij voelen ons met ons prachtige ventje Nils zo ontzettend gelukkig. We zeggen altijd: we zijn 99% gelukkig. Nee, geen 100%, dat wordt het vanwege Lars nooit meer, maar 99% is ook veel!!!!!

Iedereen veel liefde, kracht en moed,

Jurgen en Miranda

Papa en Mama van Lars en Nils