KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Kay, Dylan en Jaimy de Wit

* 28 januari 2005 †

* 9 februari 2005 †   * 9 februari 2005 †

Ati en Davy de Wit

Onze drieling

Hier ons verhaal over Kay*, Dylan* en Jaimy*

Kay's afdrukjes

Dylan's afdrukjes

Jaimy's afdrukjes

Even voorstellen: ik ben Ati de Wit, 27 jaar en in juni 2002 getrouwd met Davy de Wit.

Ik wil graag ons verhaal vertellen over onze drieling.

Een half jaar na ons trouwen ben ik gestopt met de pil, omdat we graag kinderen willen. Toen ik na een jaar nog niet zwanger was, ben ik naar de huisarts gegaan en ik werd toen doorverwezen naar een gynaecoloog. We gingen door de hele molen en moesten allerlei vervelende onderzoeken ondergaan. We kregen toen te horen, dat we maar weinig kans hadden om spontaan zwanger te raken. We zouden wel in aanmerking komen voor IVF/ICSI, maar dit zou wel erg moeilijk worden.

We waren weer een jaar verder, voor we konden beginnen met de eerste IVF/ICSI poging. Onderhand waren we nu 2 jaar verder na het stoppen met de pil.

De eerste IVF/ ICSI poging

Ik moest beginnen met mezelf elke dag hormonen te spuiten, dit was geen pretje, maar wel te doen. Na ongeveer 2 à 3 weken kreeg ik een inwendige echo, om te kijken, of en hoeveel follikels (eitjes) er aan het groeien/ rijpen waren. Dit ging goed, moest nog een paar dagen doorgaan met de injecties, voordat de punctie gedaan kon worden.

De dag van de punctie, 4 oktober 2004, ik krijg een injectie en een tablet tegen de pijn en ik word er wat slaperig van. In de echokamer wordt de punctie gedaan, via de inwendige echo, waar in de linker eierstok 8 follikels zitten en in de rechter eierstok ook 8. Inwendig worden de follikels met een grote naald aangeprikt en leeg gezogen. Dit is behoorlijk pijnlijk, maar na ongeveer 15 minuten is het klaar. Mijn man moet dan, die overigens overal bij aanwezig is, met de eitjes naar Zwolle Isala kliniek. Daar wordt het laboratoriumgedeelte gedaan, de bevruchting van de eitjes. Ik moet ondertussen mijn roes uitslapen.

Twee dagen van spanning volgen, lukt het wel of niet? We krijgen een telefoontje uit Zwolle dat het gelukt is, er zijn 9 eitjes bevrucht en over 2 dagen moeten we naar Zwolle voor de terugplaatsing van 2 embryo's. Wat waren we blij en opgelucht en vertelden iedereen trots dat we een negenling krijgen.

De dag van de terugplaatsing, 8 oktober 2004, krijgen we te horen dat 4 embryo's zich verder goed ontwikkeld hebben. Daarvan worden er 2 teruggeplaatst en 2 worden er ingevroren. De terugplaatsing is niet pijnlijk en met een paar minuten gebeurd. Dan terug naar huis en ongeveer 17 dagen met spanning afwachten. Dan mag je pas een zwangerschapstest doen, als je ondertussen niet ongesteld bent geworden. Ondertussen kreeg ik in deze periode medicijnen om de innesteling te bevorderen. Deze 17 dagen waren erg spannend en vooral de dag dat we de zwangerschapstest deden, 21 oktober 2004. We zagen een heel klein roze stipje verschijnen, we konden het niet geloven, zou het gelukt zijn, direct de eerste keer? Het ziekenhuis gebeld en moest daar urine inleveren om daar ook een test te laten doen. We mochten na ongeveer 3 uur wachten, het ziekenhuis bellen voor de uitslag.

Mijn man belde het ziekenhuis en kreeg te horen dat de test negatief was, dus niet zwanger. We begrepen er niets van en vroegen hen het nog eens na te kijken. Na een half uur kregen we het telefoontje, dat het toch wel positief was, waarschijnlijk een misverstand tussen het personeel van het ziekenhuis. Wat waren we boos op het ziekenhuis personeel en tegelijkertijd ontzettend blij dat ik nu toch echt zwanger was. Over 3 weken kreeg ik de eerste echo, ik kon niet wachten en deze weken kropen voorbij voor mijn gevoel.

De eerste echo, 11 november 2004, ik was erg zenuwachtig en mijn man ook. Samen zaten we te wachten in de wachtkamer. Overigens was ik al een paar weken erg misselijk. We waren aan de beurt, eindelijk.

Terwijl onze gynaecoloog en echoscopiste naar de echo monitor keken, werd het stil. Ik vroeg meteen of er iets niet goed was. Nee, zei de gynaecoloog, alles is goed, maar ik zie wel een verrassing. Ik zie niet één, niet twee, maar drie hartjes kloppen. Mijn man en ik keken elkaar verbaasd aan, nee dat kan niet, een drieling? We keken naar de monitor en zagen het toen ook. Ik was erg blij, dat we nu echt zwanger waren en ook verbaasd en geschrokken dat het een drieling was. Mijn man was vooral geschrokken.

De dagen erna volgden er zware gesprekken. Hoe moet dit straks allemaal, financiëel, praktisch, met werken, kan ik nog wel weer gaan werken, organisatorisch, ruimte in huis, enz. Onze familie was ook erg geschrokken, maar vonden het ook leuk.

We werden doorverwezen naar een andere gynaecoloog, deze was gespecialiseerd in meerlingzwangerschappen en complicaties bij een zwangerschap. Het eerste gesprek was voor mij nogal moeilijk, want deze man gaf aan dat de mogelijkheid bestond om 1 of 2 embryo's in te laten slapen, zodat de ander(e) meer kans zouden hebben. Dit was voor mij meteen al geen optie, ik had 3 hartjes zien kloppen en kon dit niet. Mijn man nam het wel in overweging. Na veel praten met elkaar, familie en gynaecoloog hebben we besloten voor alle 3 de kindjes te gaan. Nu kon ik pas een beetje gaan genieten van mijn zwangerschap. Wel was ik nog elke dag, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, erg misselijk.

We bleven onder strenge controle in het ziekenhuis, om de 2 weken een echo en om de 4 weken een gesprek met de gynaecoloog. Na ongeveer 11 à 12 weken deden we een nekplooimeting, dit zag er verder prima uit. Na de 3 maanden, zakte de misselijkheid af en begon ik al behoorlijk te groeien. Ik voelde mij dolgelukkig, alles ging goed, de echo's waren goed, de 3 kindjes groeiden goed en gelijk op. We waren thuis druk bezig met het maken van een kinderkamer. Dat werd onze slaapkamer en wij gingen naar zolder slapen, alles liep voorspoedig. We hadden ondertussen ook al de meubeltjes voor de kindjes in huis (konden we via via aankomen).

Ik was erg trots op mijn buikje en vertelde iedereen dat we een drieling zouden krijgen. Rond de 17 weken begon ik al af en toe wat leven te voelen in mijn buik, wat was dat een mooi en fijn gevoel.

Maar een paar dagen later, ik was toen 17 weken en 3 dagen zwanger, gebeurde er iets. Het was woensdagavond, ik had die dag gewerkt (zit in de verzorging) en was erg moe. Om 22:00 uur lag ik in bed, terwijl mijn man nog op was. In bed voelde ik een vage pijn onderin mijn buik, ik schonk er verder geen aandacht aan. Ik had er niet echt last van, ik viel ook gewoon in slaap. Om ongeveer 23:00 uur schrok ik wakker, ik voelde duidelijk iets knappen in mijn buik en toen werd alles nat en warm. Ik ben uit bed gestapt, naar beneden gegaan en op de wc gaan zitten. Alles was kletsnat, mijn man was er ondertussen ook bij. Mijn man heeft het ziekenhuis gebeld en we moesten meteen komen. Ik wist meteen dat het vruchtwater was en niet zo'n beetje ook. In het ziekenhuis bevestigden ze dit. Via de echo konden ze zien, dat het onderste kindje geen vruchtwater meer had. Met de eeneiïge tweeling was alles goed. De drie kindjes leefden nog wel. Maar het onderste kindje had maar weinig kans (als hij zou blijven zitten tot minimaal 30 weken) om te overleven. Dit doordat het geen vruchtwater meer had en daardoor zijn longen niet verder kunnen ontwikkelen. Hij had 3 % kans om te overleven.

Die nacht zijn we maar weer naar huis gegaan. Ze konden verder niets voor ons doen, we moesten afwachten van wat er verder ging gebeuren. De volgende dag hadden we weer een afspraak op het ziekenhuis, voor een echo en een gesprek met een gynaecoloog. De echo was goed, de drie kindjes maakten het goed, alleen het onderste kindje had helemaal geen vruchtwater meer en daardoor erg weinig bewegingsruimte. Het advies van de gynaecoloog was, weer naar huis gaan en veel rusten en liggen op de bank of in bed. Op dit moment konden ze niets voor ons doen. Dus wij maar weer naar huis en ik ging op de bank en mocht niets meer doen.

Één week later:

Ik was alleen in huis en was in de keuken mijn eten aan het opwarmen. Ik voelde opeens iets van onderen, net of er 'iets' uithing. Ik ging op de bank liggen om te kijken wat het was en zag toen iets blauws. Ik dacht meteen, dat is een navelstreng. Ik heb toen meteen het ziekenhuis en mijn man gebeld en ben naar het ziekenhuis gebracht. Daar werd bevestigd dat het de navelstreng was, met de echo was te zien dat het kindje nog wel leefde. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Na een paar uur voelde ik niets meer, toen we keken, was de navelstreng niet meer te zien. Het kindje had zich waarschijnlijk gedraaid. Hierdoor had ik veel kans op infecties en werd daarom goed in de gaten gehouden, door middel van bloedonderzoeken. In het bloed kunnen ze dan zien of je een infectie hebt.

De volgende dag voelde ik mij erg slecht, ik barstte van de hoofdpijn, had het steeds erg warm en begon pijn te krijgen onder in mijn rug en mijn buik. Uit bloedonderzoek bleek, dat ik toch een infectie had gekregen en kreeg daarvoor, via een infuus, antibiotica. Ondertussen bleek de rug- en buikpijn, het begin te zijn geweest van de weeën. Om de 10 à 15 minuten had ik contracties, dit was in de middag. De gynaecoloog stelde voor om naar Zwolle te gaan (Isala Kliniek), omdat ze daar meer kunnen. Daar zouden ze waarschijnlijk de uitstelprocedure moeten gaan doen. Uitstelprocedure betekent: dat als van een tweeling of drieling één kindje geboren dreigt te worden, ze er alles aan doen om de andere kindjes te laten zitten. Dit als het tenminste goed met hen gaat. Dan laten ze na de geboorte van het eerste kindje, de placenta zitten en dan maar hopen dat de weeën stoppen.

Zwolle Isala Kliniek:

Mijn man en ik gingen dus met de ambulance naar Zwolle. Ondertussen in de ambulance kreeg ik steeds heftigere weeën en op een gegeven moment kwamen deze om de minuut. De ambulance zette zijn sirenes en zwaailichten aan en reed het laatste stuk vol gas. Aangekomen in het ziekenhuis in Zwolle, werden we al opgewacht door een verpleegkundige en gynaecoloog. Deze legden uit wat er ging gebeuren. Hier heb ik niet veel van meegekregen, want ik had veel pijn en was bezig met het opvangen van de weeën. Ik kreeg wel een spuit tegen de pijn. Ondertussen waren mijn ouders en zusje gearriveerd. Met de echo konden we zien dat de tweeling het goed maakte, maar dat het onderste kindje niet meer leefde en dus geboren ging worden. Op dat moment kreeg ik het allemaal niet zo mee van wat er gebeurde.

Die avond, vrijdag 28 januari 2005, met 18 weken en 4 dagen zwangerschap om 19:50 uur is ons zoontje Kay levenloos ter wereld gekomen. Kay was ongeveer 20 cm lang en 250 gram. Wat een mooi kereltje en ze hebben hem op mijn buik gelegd waar we heel lang naar hem gekeken hebben. Ondertussen waren de weeën opgehouden en was alles rustig.

De gynaecoloog maakte weer een echo en zag dat met de tweeling alles goed was. Hij heeft toen de kindjes, door middel van de echo, helemaal goed bekeken. Er waren geen afwijkingen te zien en alles zag er prima uit. Wat waren we blij dat het met hen goed ging en ontzettend verdrietig dat ons zoontje Kay er niet meer was.

Tijdens de echo, vroeg de gynaecoloog aan ons, of we het geslacht van de tweeling al wisten. Dat wisten we nog niet, maar we wilden het wel graag weten. Het zijn twee jongens zei hij, wat waren we blij dat onze andere jongens het goed maakten. De dagen die volgden waren zwaar, ik was erg ziek (door de infectie) en moest volledige bedrust houden, mocht zelfs niet zitten. Wel was het erg fijn, dat we Kay mochten zien zo vaak we wilden. We hoefden maar te vragen of ze haalden hem voor ons op. Na 4 à 5 dagen voelde ik mij lichamelijk weer wat beter en mocht ik uit bed voor douche en toilet.

Zo gingen de dagen voorbij, ik voelde mij aardig goed en de tweeling maakte het goed. Elke dag kwam een zuster om de hartjes van onze jongens te luisteren. Dit was elke keer weer zo'n mooi geluid. Op een nacht werd ik wakker en moest plassen. Ik belde zoals altijd de zuster om mij te helpen. Toen ik op de rand van het bed ging zitten merkte ik pas, dat ik en mijn bed behoorlijk nat was, het kraamverband was ook helemaal verzadigd. Hier schrokken wij (ik en de zuster) erg van, want we dachten meteen dat het vruchtwater van de tweeling was. Er werd een arts-assistent bij geroepen en die deed meteen een echo. Op de echo was niets afwijkends te zien, ze hadden allebei nog wel vruchtwater. De arts-assistent kon niet zeggen of het minder was dan voorheen, omdat ze dat, in dit stadium van de zwangerschap, nog niet kunnen meten. Haar voorstel was om mijn gynaecoloog zelf te laten kijken, dit werd dan overdag gedaan. Op die ochtend werd er door de gynaecoloog een echo gemaakt en deze zei dat alles er prima uitzag, allebei de kindjes hadden voldoende vruchtwater. We (mijn man en ik) waren natuurlijk heel erg opgelucht. Er volgden weer een aantal dagen van veel slapen en elke dag kreeg ik wel bezoek. Dat vond ik erg fijn, want zo gingen de dagen sneller voorbij. We hadden namelijk nog een lange weg te gaan, dachten we.

Maar op woensdag 9 februari 2005 ging het weer mis. In de nacht was ik wat onrustig, veel woelen in bed en wat pijn onderin mijn rug. Tegen de ochtend ging ik naar de WC om te plassen, toen ik terug in bed stapte voelde ik iets. Toen ik keek, zag ik weer een navelstreng en dacht oh nee, niet weer. Ik heb de zuster geroepen en deze bevestigde het. Het was een navelstreng en ze voelde er nog een hartslag in. Het hele gebeuren met Kay vloog mijn gedachten voorbij. Ik dacht: moet ik nu ook onze andere 2 jongens verliezen, het is toch niet waar, waarom? Ik heb toen mijn man gebeld, deze sliep in het Ronald McDonald huis, en hij was er binnen een mum van tijd. We moesten wachten tot de gynaecoloog er was en een echo ging maken. We waren erg zenuwachtig en bang dat we te horen zouden krijgen dat het niet goed was. Na 2 à 3 uur wachten was het dan zover, de echo. De gynaecoloog keek en schudde met haar hoofd en zei dat het niet goed was. Beide kindjes hadden geen vruchtwater meer en één kindje is al overleden. Het andere kindje had nog wel een hartslag, maar deze was erg zwak. Het had geen zin meer om de zwangerschap nog langer te rekken, ze moesten nu geboren worden. Ik was op dat moment 20 weken en 2 dagen zwanger. We hadden met de gynaecoloog afgesproken een natuurlijke bevalling af te wachten. De tijd gleed voorbij die dag en er gebeurde niets, ik kreeg geen weeën. Wel voelde ik het ene kindje af en toe nog bewegen in mijn buik. Aan het einde van de dag, rond 18:00 uur, toch maar besloten de bevalling op te wekken met weeën opwekkers. Wat had het nog voor een zin om langer te wachten ze moesten toch geboren worden.

Met de weeënopwekkers ging het erg snel en na 2 uur weeën kwam op woensdag 9 februari 2005, om 19:55 uur, ons zoontje Dylan levenloos ter wereld. Dylan was 23 cm lang en 290 gram. Ongeveer 20 minuten later is ons zoontje Jaimy geboren, om 20:23 uur. Jaimy was 25 cm lang en 340 gram, de grootste en sterkste. Tot onze verbazing leefde hij nog en heeft nog ongeveer 3 kwartier geleefd. Hij bewoog en gaspte af en toe, dit houdt in dat het lijkt alsof hij naar adem snakt, zijn borstkas ging dan op en neer. Zijn hartje konden we zien kloppen op zijn borstkas en we zagen zijn halsslagader kloppen. Jaimy is in mijn man's armen gestorven. Wat een pijn en verdriet als je je kindjes zo ziet.

Ik was ondertussen naar de OK gebracht om de placenta te verwijderen, want deze wou niet vanzelf los komen. Na een uurtje werd ik opgehaald uit de OK door mijn man en een zuster en weer naar mijn kamer gebracht. Daar werden onze prachtige jongens bij mij in bed gelegd en heb uren naar ze gekeken samen met mijn man, wat waren ze mooi. We hebben veel foto's gemaakt en gefilmd. Het is op zo'n moment allemaal zo onwerkelijk, je leeft in een roes, krijgt het allemaal niet mee. Je beseft dan nog niet wat er gebeurd is, dat je je kindjes kwijt bent.

Naar huis:

Na nog een paar dagen in het ziekenhuis mocht ik naar huis. Ik was wel erg slap en duizelig, omdat ik veel bloed had verloren. Onze lieve jongens hebben we bij het ziekenhuis laten cremeren en meegenomen naar huis. We hebben ze ook in ons trouwboekje laten bijschrijven. Het thuis komen met een lege buik en lege handen, verscheurde mij van verdriet, wat doet dat ongelofelijk veel pijn. Ik miste onze jongens zo in mijn buik. Je weet niet hoe en wilt niet verder leven zonder je kindjes. Langzaam gaat het dan steeds meer tot je doordringen, dat het voorbij is en dat je kindjes niet meer leven en niet meer terug komen. Je voelt je zo leeg letterlijk en figuurlijk, dat gevoel kun je niet omschrijven.

Een paar dagen later, hebben we toch besloten om onze jongens te begraven. Zo kregen ze een waardige plek op deze aarde. Dit alles hebben mijn man en ik samen gedaan. We hebben de as van onze jongens in een urn gedaan, met een knuffel erbij in. Mijn man heeft de urn in de grond gezet op de begraafplaats en samen hebben wij het zand erop gedaan en het graf dicht gemaakt. Het geeft ons een goed gevoel dat we dit samen gedaan hebben. Nu hebben we een plek om naar toe te gaan en om te verzorgen.

Het is nu allemaal 4 maand geleden gebeurd en het doet ons nog steeds ontzettend veel pijn en verdriet dat onze lieve jongens niet meer bij ons zijn.

Lieve Kay, Dylan en Jaimy

Papa en mama zullen altijd van jullie blijven houden
Jullie blijven onze eerste kindjes
We dragen jullie voor altijd mee in ons hart.
We zullen jullie nooit vergeten!!!