KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Jens Stromeier

* 23 februari 2003 - 22 februari 2003 †

Voor onze dappere lieve Jens

Voor ik het verhaal van Jens opschrijf, wil ik ons eerst even voorstellen. Ik ben Patricia (33) en ik heb een zoon, Joost (13). En samen met Wouter (32) mogen wij de ouders zijn van bengeltje Francis en engeltje Jens.

Ik begin mijn verhaal eind september 2002. Ik was net bij de huisarts geweest voor een doorverwijzing om eens goed naar mijn stuitje te laten kijken. Ik liep al ruim een jaar met een (waarschijnlijk) gebroken stuitje. Ik dacht: ik wacht nog even mijn menstruatie af, want je weet maar nooit. En dat klopte. Ik was zwanger!

Ik had de meest afschuwelijke dromen over een doodgeboren jongetje. Deze dromen heb ik ook aan mensen verteld, omdat ze zo echt waren. Op 25 november 2002 had ik mijn eerste afspraak bij de verloskundige. Daar was ik wel blij om, want ik kon al vanaf de achtste week niet meer op mijn zij slapen. En gewoon zitten op een stoel was er ook niet bij. Ik hing er meer in. Mijn baarmoeder zat voor 12 weken en 4 dagen al erg hoog en even werd er gedacht dat het er wel eens twee zouden kunnen zijn! Maar toen ze goed voelde, bleek het toch maar één kindje te zijn. En wat een prachtig geluid, zo'n kloppend hartje. Ik voelde me op en top zwanger.

Op zaterdag 30 november, 5 dagen na de controle bij de verloskundige, voelde ik 's ochtends vroeg een 'plopje' in mijn buik. Eerst dacht ik dat mijn vliezen gebroken waren, maar dat vond ik tegelijkertijd zeer onwaarschijnlijk. Ik was op dat moment 13 weken en 2 dagen zwanger. Ik stond op om naar het toilet te gaan en wat ik vreesde, bleek waar te zijn. Het was bloed! Ik heb natuurlijk meteen de verloskundige gebeld, die kwam een paar uur later eindelijk. Ze kon gelukkig meteen het hartje van de baby vinden en ze zorgde ervoor dat we aan het eind van de middag naar het ziekenhuis konden voor een echo. Ze dacht dat er misschien toch twee kindjes waren geweest en dat 1 ervan het niet gered had.
In het ziekenhuis werd er snel even gekeken. Het was zeer onwaarschijnlijk dat het een tweeling geweest was, maar waar het bloed dan wel vandaan kwam was moeilijk te zeggen. We hadden nog veel meer vragen, maar de dienstdoende gynaecoloog zei nog net niet 'het leeft toch nog', en weg was ze weer. 's Avonds werd de buikpijn erger, maar dat kon de verloskundige ons allemaal verder uitleggen. Zij had wel het e.e.a. aan de gynaecoloog kunnen vragen, gelukkig.

Ik bleef bloed verliezen. Langzaamaan werd het steeds meer. Eerst kon ik het nog af met een inlegkruisje, dat werd een maandverbandje, toen twee maandverbandjes, toen wat grotere maandverbanden en op een gegeven moment gewoon kraamverband! Soms verloor ik ineens weer meer bloed. En niemand wist waarom. Het enige wat ik te horen kreeg was 'het kan goed gaan, maar ook fout'. Tja, zover had ik het ook al begrepen! Op 2 januari 2003 werd ik ter observatie opgenomen in het ziekenhuis. De volgende dag mocht ik weer naar huis om op 8 januari alweer terug te gaan met best veel bloedverlies. Ook nu mocht ik de volgende ochtend weer naar huis. De verklaring hiervoor was, dat ze er toch niets aan konden doen. Ondertussen groeide Jens lekker door en hij lag goed op schema. Bij de laatste echo hadden ze echter wel gezien, dat het bloedverlies van de onderkant van de placenta vandaan kwam. Dat was op zich een gunstige plek zei de gynaecoloog. Doordat het bloedverlies aan de onderkant van de placenta was, hoefde het bloed niet helemaal langs de rest van de placenta naar buiten te komen, zodat deze hierdoor niet verder los zou kunnen raken. Ik heb toen voor het eerst gezegd dat deze zwangerschap voor mij niet verder hoefde. Op dat moment was ik 18 weken en 6 dagen zwanger en ik verloor al ruim 5 weken bloed en had echt ontzettende buikpijn.

Toen werd het 13 januari 2003.
's Avonds rond negen uur was Wouter al het speelgoed van Francis aan het opruimen. Ik wilde toch even helpen, al wist ik, dat ik dat eigenlijk helemaal niet meer kon. Ik lag al weken op de bank en zelfs het huishouden deed iemand anders voor me. Maar ik was dus eigenwijs en pakte een plastic dingetje op van de grond. Wouter zei nog 'ga nou zitten, straks krijg je nog een bloeding'... Ik voelde me helemaal raar worden, kreeg hartkloppingen. Ik voelde het bloed in mijn hoofd spuiten en ik wist dat er weer een bloeding aankwam! Ik ging snel naar de WC en het geluid wat daar vandaan kwam klonk als plas. Jammer genoeg was het geen plas. Het was bloed, veel bloed, heel veel bloed! Ik kon het nog net tegen Wouter zeggen, dat het geen plas was maar bloed. Daarna begonnen mijn benen te schudden en ik werd ontzettend misselijk. Al snel kwam de verloskundige en zij stuurde ons door naar het ziekenhuis. Rond tien uur waren we daar, omdat we eerst natuurlijk nog oppas voor Francis moesten regelen. De rit in de auto en later in de rolstoel in het ziekenhuis leken wel kermisattracties, zo licht in mijn hoofd werd ik er van.
Op de verloskamer aangekomen, kwam er een arts-assistent kijken en hij had overleg met de gynaecoloog (die we de hele nacht dus niet gezien hebben, heel slordig!). Ik kreeg een prik tegen de pijn en een zetpil. Van die zetpil kreeg ik aandrang tot ontlasting, maar dat vond de zuster niet zo'n goed idee. Zij was namelijk bang dat ik persdrang had. Tot mijn opluchting kon ik haar overtuigen dat ik echt moest en dat het echt geen persdrang was. Ondertussen verloor ik nog steeds veel bloed. Ik durfde niet te gaan slapen, omdat ik bang was, dat ik dan misschien niet meer wakker zou worden. De zuster bereidde ons voor op het verlies van ons kindje. Waarschijnlijk zou het zo'n bloeding niet overleven. Dus de hele nacht hebben we gepraat over de begrafenis, over de kaartjes en wie we bij de begrafenis wilden hebben... Dat ik de baby wilde wassen en dat Wouter dat niet wilde. Hij wist niet eens of hij de baby wel zou willen zien... Ik was toen trouwens 19 weken en 4 dagen zwanger.
Al met al was het dus een hele heftige nacht. Rond 4.00 uur had ik officieel 1330cc bloed verloren en om 6.30 uur was dat opgelopen tot 1650cc. Dit is alleen wat er in het ziekenhuis gemeten is en dus dat van thuis niet meegerekend!

's Ochtends rond negen uur kwam er een andere gynaecoloog. Deze heeft ons de rest van de zwangerschap begeleid en doet dit nu nog steeds. Toen hij binnenkwam, was het eerste wat hij (geschrokken) zei: 'Wat is hier gebeurd!' Nou, daar lig je dan half leeggebloed, dan geeft zo'n opmerking niet veel hoop. Hij deed wat natuurlijk 's nachts al gedaan had moeten zijn. Hij pakte het echoapparaat erbij! Tussen alle wazigheden van het bloed was daar een dichte vruchtzak te zien, met vruchtwater en een baby met een perfect kloppend hartje!!!
Alleen... Omdat we de hele nacht al gefocused waren op een dood kindje, was het wel heel moeilijk om om te schakelen. Ik had al (ruim) 6 weken (veel) bloedverlies, hoelang moest dit nog zo doorgaan...? Een zuster kwam me wassen, het bloed zat zelfs op mijn rug. En ik werd naar de zaal gereden. Ik had al die tijd wel al een infuus, maar pas rond vier uur 's middags (!) kreeg ik bloed toegediend. De eerste van 9 zakken, dat is 4,5 liter bloed. Ik was toen officieel 2600cc bloed verloren en ik bloedde nog steeds. Ook scheen mijn stolling helemaal niet goed te zijn en daarvoor kreeg ik plasma via het infuus. Maar net zo mysterieus als het stollingsprobleem gekomen was, is het ook weer weggegaan. Het hoe en waarom zal een vraag blijven, helaas.

Ik weet niet meer zoveel van de eerste dagen erna. Wat ik nog wel heel goed weet, is van een paar dagen later. Ik was precies op de helft, twintig weken. En weer, hopla, een bloeding waarbij ik in een keer weer 650cc bloed verloor. Ik had het echt helemaal gehad. Op de helft. Hoelang moest ik dit nog volhouden? Niet alleen lichamelijk, maar ook tussen mijn oren?! Ik wilde dan ook direct dat de baby maar weggehaald werd. De volgende dag hadden we een goed gesprek met de gynaecoloog. Hij begreep het volgens mij helemaal niet, maar hij wilde er wel over nadenken. Dat was voor mij genoeg. Ineens vond ik de kracht om door te gaan. We waren nu al zo ver gekomen, het was nog 'maar' zes weken, dan zou de baby levensvatbaar zijn. Ik zou in het ziekenhuis blijven totdat ik helemaal geen bloed meer zou verliezen, of totdat de baby geboren zou worden. Dus uiterlijk nog slecht 17 weken!

De weken die volgden, daar zal ik jullie de details van besparen. Dan wordt het echt een lang verhaal... Jens* bleef gelukkig goed groeien en elke nacht om twaalf uur was ik blij dat ik weer een dag verder gekomen was.
Z'n twee weken later dacht ik dat ik nu echt vruchtwater verloor, want mijn bloed zag er anders uit. Helaas was er geen zuster die me geloofde. Maar ook dat was al niets nieuws meer. Weer een dag later lagen er rare dingen in de wc. Geen stolsels, die kende ik ondertussen in alle formaten, maar dit was anders. Zelf dacht ik dat het van de placenta afkwam, maar dat zou onmogelijk zijn, vertelden ze mij. Op 4 februari werd er weer een echo gemaakt en ja hoor, ik had jammer genoeg gelijk, er was geen vruchtwater meer te zien. Drie dagen later zou er opnieuw een echo gemaakt worden en als er dan nog geen vruchtwater zou zijn dan zou er een gesprek met de gynaecoloog volgen. Je begrijpt dat het lange dagen waren tot het eindelijk zover was. En helaas was er nog steeds geen vruchtwater. Onze gynaecoloog had overleg gehad met andere gynaecologen van het UMC te Utrecht en we stonden ineens voor de keuze om de zwangerschap te laten beëindigen! De baby zou mogelijk zijn longetjes niet kunnen ontwikkelen door het gebrek aan vruchtwater. Dus mochten we de 26 weken halen, dan was er nog een aardige kans dat de baby gewoon niet zou kunnen ademen! Maar wat voor een keuze heb je dan? Tussen dood door het af te breken? Tussen dood, omdat de baby niet kan ademen? Of tussen leven, omdat hij het misschien toch wel zou redden? Wij kozen voor het laatste. We waren al zover gekomen. En de baby groeide lekker door en bewoog en het hartje klonk goed. We konden er alleen maar het beste van hopen. Ik was toen 23 weken en 1 dag zwanger. Op naar de 26!

De dagen verstreken en ik mocht een paar keer met weekendverlof naar huis. Het was heel eng, maar ook lekker weg uit het ziekenhuis. Na een weekendverlof op 16 februari was Jens* erg druk in mijn buik, dacht ik. Ik was toen 24 weken en 4 dagen zwanger. Een zuster vertrouwde het toch niet helemaal en zij pakte een ctg-apparaat erbij, en ja hoor, weeën! De gynaecoloog kwam erbij, ik kreeg een zetpil en afwachten maar weer. Dit zou echt te vroeg zijn voor Jens* om te overleven. Gelukkig sloeg de zetpil aan. Twee dagen later had ik weer weeën en weer hielp de zetpil gelukkig. Op vrijdag 21 februari werd er weer een groeiecho gemaakt. Jens* groeide hartstikke goed! Alleen mijn gevoel zei dat het over was, dat we het niet zouden gaan redden. Zouden mijn dromen toch waarheid gaan worden?

De volgende dag, 22 februari, zijn we met z'n allen in het ziekenhuisrestaurant wat gaan eten. Ik had een ontzettend zwaar gevoel onder in mijn buik, maar ik dacht dat als ik het zou zeggen, dat ik nooit naar het restaurant zou mogen. Dus besloot ik dat pas na het eten te melden. De gynaecoloog wilde wel een echo maken om me gerust te stellen, maar dat hoefde voor mij niet. 's Avonds werd de pijn erger, het werden een soort messteken van onderen. Rond tien uur hield ik het niet meer vol en belde een zuster. Ze was al bang dat ik het was en ze zei later dat ze hoopte dat ik niet gebeld had, omdat ze er een heel rot gevoel bij had. Ik vroeg nog of ik Wouter moest bellen, maar we besloten de gynaecoloog af te wachten en als die geweest was, dat ik dan zou bellen. Ik werd weer aan het ctg gelegd en ik kreeg een infuus met weeënremmers, want er was nog geen ontsluiting of iets. De zuster en ik moesten nog een beetje lachen, omdat Jens* waarschijnlijk de hik had (ik vraag me nog steeds af of dat wel kan...). Het ctg-ding bleef niet zo goed zitten op mijn buik en ineens vond de zuster dat ze toch het hartje moest gaan zoeken. Ze had het snel gevonden en liep even weg. Op dat moment kreeg ik een ontzettende steek in mijn buik. Ik beet in mijn shirt van de pijn. Ik luisterde naar het hartje en dacht 'daar doe ik het voor', maar het hartje ging langzamer en langzamer en ik hoorde niets meer. Ik dacht nog dat Jens* weer weggedraaid was, of zo. Maar de zuster kwam gelijk weer aanrennen en begon ontzettend met dat ctg-ding in mijn buik te duwen. En maar zoeken naar een hartje, en nog meer zoeken. Ze kreeg rode ogen en begon een beetje te huilen. En nog had ik het niet echt door. Het was toen 10 voor 11 's avonds. Ze liep weg en riep de gynaecoloog erbij. Deze pakte het echoapparaat erbij en zocht naar een hartslag. Helaas was er niets te zien. Ze zette zelfs het geluid van het apparaat nog aan, wat een verschrikkelijk geluid is stilte!! Het hartslagje bleef weg en ook de gynaecoloog kon het niet geloven. Pas toen heb ik Wouter kunnen bellen. Hij was er pas rond kwart voor twaalf en toen heeft de gynaecoloog nog een keer gekeken met de echo om het aan Wouter te laten zien en of het wel echt zo was allemaal. Maar helaas was het echt waar. Jens* was overleden.
We waren aan het bespreken hoe nu verder te gaan. Werden de weeën opgewekt en hoe moest het verder? Maar zover kwam het niet meer. Ineens zei ik dat ik persdrang had. De gynaecoloog geloofde me niet helemaal, maar nam het zekere voor het onzekere en toucheerde toch even. En ik had (weer) gelijk. Ik mocht persen en om 00.27uur is Jens* op 23 februari 2003, in stuit, geboren. Ik vond het heel moeilijk om te persen omdat het dan echt over zou zijn als Jens* geboren was. Maar het moest toch...

Alles wat we eerder al besproken hadden, liep anders. Wouter bleef bij de bevalling. En hij heeft Jens* zelfs gewassen, omdat ik het niet durfde. Ik heb wel een beetje over zijn armpjes en beentjes geaaid, maar ik vond het heel eng zo'n klein poppetje. Jens* zag er heel mooi uit en had zelfs al donkere haartjes. En hij leek heel erg op zijn zus toen ze net geboren was.

Wouter doet Jens in bad

De zuster had een mandje voor ons. Dat had ze zelf gemaakt, met blauwe stof met sterretjes erop en met blauwe linten. Heel mooi. Daar hebben we Jens* ingelegd na zijn badje. Ik had wel al kleertjes voor hem, maatje 44, maar die kregen ze niet aan. Dus die heb ik nog hier. Jens* woog 'al' 830 gram en dat schijnt best zwaar te zijn voor 25 weken en 3 dagen. Hoe groot hij is geworden, weten we niet precies.

Jens tussen de sterren

Toen de placenta kwam, bleek ik weer eens gelijk te hebben gehad. Die dingetjes die ik eerder in het toilet gezien had, zagen er precies zo uit! Langs de randen van de placenta zaten allemaal stolsels van de bloedingen en die waren langzaamaan aan het 'afbrokkelen' en kwamen zo dus in het toilet terecht. Ik ben geen deskundige, maar dat Jens* zo ver heeft kunnen komen met zo'n rare placenta, dat is toch echt heel bijzonder! Wat een sterk mannetje was Jens*!
's Maandags mochten we naar huis. Jens* zou alleen overdag bij ons zijn en 's avonds en 's nachts in het mortuarium, maar dat hebben we de volgende dag al veranderd. We vonden het heel raar om 's avonds toch niet nog even welterusten te kunnen zeggen. Dus is hij alleen woendagnacht nog even in het mortuarium geweest en de rest is hij thuis geweest. Toen we een aantal dingen moesten regelen i.v.m. de begrafenis, heeft de kraamhulp op Jens* gepast, omdat we hem niet alleen achter konden laten. Je weet dat je kindje niet meer leeft, maar om hem nou helemaal alleen thuis te laten, nee dat konden we niet.

Nijntje is met Jens mee, olifantje bleef hier

Op vrijdag 28 februari is Jens* in besloten kring begraven. De uitvaartleidster heeft een mooi gedicht voorgedragen. Ik kon het echt niet. Iedereen heeft bloemen rond zijn mandje gelegd, zoals in het gedicht. Het was prachtig weer, zeker voor eind februari! De zon scheen volop. In juli werd zijn glazen monumentje geplaatst met nijntje, die op de maan zit, erop. Dus als ik nu naar de maan kijk, zie ik in mijn gedachten Jens* erop zitten.

De uiteindelijke doodsoorzaak van Jens* zijn dus de weeën. Die hebben ervoor gezorgd, dat het stukje van de placenta dat nog vastzat, los liet. Op zich zou Jens* de bloedingen hebben kunnen overleven. Waarom mijn stolling zo raar is gaan doen, blijft een raadsel. Na uitgebreid bloedonderzoek bleek er niets meer te vinden te zijn. Ergens gelukkig, maar maar de vraag die dan opkomt is: 'Wat als ik weer zwanger word...?' De kans op herhaling schat de gynaecoloog op 10%, best veel lijkt me.
Ook zijn we niet alleen Jens* kwijtgeraakt, maar ook 'vrienden' en kennissen. Maar gelukkig zijn er daarvoor in de plaats anderen gekomen.
Ik vond het een hele moeilijke zwangerschap, vooral tussen mijn oren. Maar achteraf ben ik ontzettend blij, dat ik toch de zwangerschap niet heb af laten breken met 20 weken. Die laatste zes weken durfde ik eindelijk aan mijn buik te zitten (deed heel veel pijn!) en Jens* kwam dan altijd naar mijn hand gezwommen. Omdat ik geen vruchtwater meer had kon ik zijn armpjes en beentjes heel goed voelen. Ik ben toch 'blij' dat ik die weken nog gekregen heb en een band heb kunnen krijgen met mijn kindje, dat nu voor altijd in mijn (ons) hart verder leeft!

Jens omringt met bloemen

Bloemen zullen wij rondom jou leggen

Jens, je bent weer terug naar de Bron van het leven
je ouders mochten je ontvangen, nu moeten ze geven
en nooit zullen ze begrijpen waarom?
Waarom kwam je en keerde je toch weer om?

Je zult je leventje niet met hen delen,
je handjes, je voetjes, ze zullen niet spelen
maar je naam, Jens, zal door hun gedachten zweven
en ze kunnen je hun liefste gedachten geven.

Bloemen zullen wij rondom jou leggen
die vertellen wat woorden niet kunnen zeggen.
Licht zullen we voor jou laten schijnen,
jij, Jens, zult niet in het donker verdwijnen.

Ben je daar waar je was voor je werd geboren?
En zal je daar ook hun stem kunnen horen?
Liefdevol zullen zij noemen jou mooie naam,
zo blijven jullie toch een levenlang saam.

Rust zacht, lieve Jens