KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Femke

* 8 maart 2002 - 4 maart 2002 †

Jolanda en Roger Zegers

Ons lieve meisje

Ons meisje Femke

Hoera, we zijn zwanger!!

Na 5½ jaar dokteren, 12 KI-pogingen en 5 IUI-pogingen, deed ik, op vrijdag 19 oktober 2001, de zoveelste zwangerschapstest. Ik kon het niet geloven maar hij was toch echt positief. Ik rende naar boven want Roger lag nog te slapen (het was 05.00 uur in de ochtend) en ik maakte hem wakker. Ook hij kon het niet geloven maar toen ik de test liet zien, begonnen we allebei te huilen. Zo zaten we samen een half uur op bed. Roger ging gewoon werken die dag maar ik meldde me ziek. Normaal zou ik dat niet snel hebben gedaan maar ik was zo opgewonden dat ik echt niet achter de kassa kon kruipen. Als ik dat wel gedaan zou hebben, denk ik dat de kassa 's avonds voor geen meter zou hebben geklopt.

De zwangerschap

Op 9 november moesten we voor de eerste controle naar de gynaecoloog. We waren allebei erg zenuwachtig. We hadden eerst een gesprekje en daarna kreeg ik een echo. Daar zagen we voor het eerst ons kindje! We waren allebei sprakeloos en de tranen rolden over onze wangen. Wat hadden we hier naar uitgekeken. Het was nog maar een klein wormpje maar we zagen het hartje al kloppen. Ik was echt zwanger.

De zwangerschap verliep prima. Ik voelde me goed, straalde van oor tot oor en had energie voor 10. Met 19 weken voelde ik kleine plopjes in mijn buik en een weekje daarna kon ik ons kindje al echt voelen. Als ik in bad of naar bed ging, was het feest. De kleine begon dan lekker te duikelen en te draaien. Ik genoot er met volle teugen van, ook al kostte het me wat nachtrust. Ik gebruikte die momenten om lekker met ons kleintje te spelen.

En dan... het begin van een lang verhaal

Woensdag 28 februari
Ik had je de hele dag nog niet gevoeld maar ik maakte me niet zoveel zorgen. Volgens de boekjes was dit normaal.

Donderdag 29 februari
Weer had ik je de hele dag niet gevoeld. Wat ik ook probeerde, ik kreeg geen contact met je. Ik ben nog extra in bad gegaan omdat je dat normaal erg fijn vond maar ik kreeg geen teken van leven.

Vrijdag 1 maart
Deze nacht deed ik geen oog dicht. Om 05.45 uur was ik zo overstuur, dat ik in huilen uitbarstte. Je papa werd wakker en vroeg wat er aan de hand was. Ik vertelde hem dat ik me zo'n zorgen maakte om jou. Hij zei dat ik om 09.00 uur het ziekenhuis maar moest bellen. Direct om 09.00 uur belde ik en we mochten gelijk komen. Oma Zegers is met me meegereden en je papa stond ons al op te wachten bij het ziekenhuis.

We moesten naar boven en de verloskundige die we kregen was erg aardig. We kregen een echo en vol verwachting keken we met z'n drietjes naar het scherm. In het begin zagen we niets maar toen we goed keken, zagen we vaag een hartje kloppen. De verloskundige vertrouwde het niet helemaal. Na een aantal metingen keken we nog een keer. Nu klopte je hartje iets krachtiger. Wat een opluchting! Maar de verloskundige wilde toch graag dat er een gynaecoloog naar zou kijken. We werden naar beneden gestuurd.

Beneden aangekomen, bleek dat mijn eigen gynaecoloog geen dienst had. Jammer, maar het was niet anders. Ook de gynaecoloog maakte een echo en nu klopte je hartje als een trein. Je lag alleen in een stuit en met je rugje naar mama's buik. Verder zag het er goed uit. Ik moest nog even bij de verpleegkundige de bloeddruk laten meten en mocht daarna naar huis. De verpleegkundige mat de bloeddruk en die was 169/112. Dit moest ze toch even met de gynaecoloog overleggen dus nog even wachten. Tot ieders verbazing mocht ik naar huis maar ik moest wel rustig aan doen.

Maandag 4 maart
Het hele weekend deed ik niets. Ik stond op en mijn gevoel zei dat er iets goed mis was. Ik belde de huisdokter en kon komen. Hij mat mijn bloeddruk en die was 160/110, nog steeds te hoog dus. Ook probeerde hij contact met je te krijgen maar dat lukte niet. Hij was er niet gerust op en belde het ziekenhuis. Ik kon om 14.00 uur terecht. Gelukkig kon ik naar mijn eigen gynaecoloog, tenminste iets wat er vertrouwd was.

Om 13.45 uur meldden we ons. Natuurlijk waren er meer patiënten en moesten we wachten. Wat was dat zenuwslopend. Eindelijk waren we aan de beurt. We kwamen binnen en ik mocht gelijk gaan liggen voor een echo. De gynaecoloog probeerde ons wat op ons gemak te stellen maar ik bespeurde op zijn gezicht toch ook wat bezorgdheid. Het vruchtwater was goed en voor wat de groei betrof, was je op schema.

En toen gingen we op zoek naar je hartje. Je lag helemaal opgerold en liet je hartje niet zien. Het gevoel dat er echt iets goed mis was, kwam weer helemaal bij me omhoog. Ik keek mijn gynaecoloog aan en zei: "Zeg me de waarheid". Hij keek ons ernstig aan en begon met zijn uitleg. Het kon 2 dingen betekenen. De eerste mogelijkheid was dat je lag te slapen en niet wakker wilde worden (wat ik dus gelijk al niet geloofde). De tweede mogelijkheid was, het was foute boel (wat ik dus wel gelijk geloofde). Ik moest een half uurtje gaan wandelen. Mischien zou je door het geschommel wakker worden en zouden we je hartje dadelijk wel kunnen zien.

Als een stelletje zombies liepen we naar buiten. Buiten gekomen, vlogen we elkaar huilend in de armen. Dit mocht niet waar zijn. Dit overkwam niet ons. Niet wij, die zo vol verlangen naar een kindje hadden uitgekeken. Het werd het ergste half uur van ons hele leven!! We gingen letterlijk en figuurlijk door een hel. Vreemd genoeg dachten we allebei hetzelfde, zonder het te hebben uitgesproken naar elkaar. Toen begonnen we tegelijkertijd. Als het maar leefde. Het maakte niet uit of het gehandicapt zou zijn (op die uitspraak ben ik inmiddels terug gekomen). Dit kindje was hardstikke welkom en we zouden er heel zeker voor zorgen!!

Het half uur was om. Dicht in elkaar gestrengeld, liepen we naar binnen. We hoefden niet te wachten en mochten gelijk door. Op het moment dat ik mijn voet op de drempel zette, wist ik gewoon: "Ons kindje is dood". Ik ging weer liggen en ik zag mijn gynaecoloog aarzelen. Ik zag in zijn ogen dat hij de uitslag al wist maar dat hij die ook moest bevestigen. We keken, en niets...... "Toen was het stil". De gynaecoloog keek ons met veel pijn in zijn ogen aan en ik zag dat ook hij onze pijn voelde. Het klinkt mischien raar maar dat deed me goed. We hadden hier te maken met een man, die oprecht met ons meevoelde.

Na de stilte, kwam de intense pijn en het verdriet. We huilden allebei zo hard, het kon ons niet schelen of iemand iets hoorde. Roger bonkte met zijn vuisten tegen de muur en gilde: "NEE". Dit sneed me door hart en ziel. Ik voelde me zo schuldig. Wat deed ik hem toch veel verdriet. Het deed me zo'n pijn om hem zo verdrietig te zien. De gynaecoloog vertelde ons, dat het voor 99% zeker was dat je van ons was heengegaan. De volgende morgen moesten we terugkomen want het moest 100% zeker zijn dat je ons had verlaten. We hadden nog 1% kans maar wat is nou 1%? Huilend verlieten we het ziekenhuis en vroegen ons af, waarom? Waarom moest ons dit gebeuren? We hadden zo lang naar je komst uigekeken.

Eenmaal thuis, wachtte ons de zware taak om het vreselijke nieuws aan je opa's en oma's te vertellen. Ik belde oma Zegers, zij woonde vlakbij en ze kwam gelijk naar ons toe. Daarna belde ik opa en oma Knoop, die kwamen na het eten. Iedereen was verdrietig. Iedereen was zo blij dat je zou komen. Aan allebei de kanten zou je het eerste kleinkind zijn. We gingen wel naar bed maar slapen konden we niet. We lagen daar maar, met ieder ons eigen gedachte. Ik maakte me zorgen om je vader, hij zag het helemaal niet meer zitten. Ik was bang dat hij gekke dingen zou gaan doen en dan zou ik dadelijk 2 mensen kwijt zijn waar ik zoveel van houd.

Dinsdag 5 maart
Om 09.00 uur moesten we in het ziekenhuis zijn. 1% kans hadden we nog en terwijl we heel goed weten dat 1% niets is, hoopten we toch op een wonder. Maar onze hoop was van korte duur. Toen we weer een echo kregen, zagen we dat je in een andere houding lag. En de plek waar je hartje altijd klopte, was stil.

We bespraken wat we zouden gaan doen. Zou ik wachten ik tot de bevalling spontaan zou beginnen of zou ik me laten inleiden. Ik koos voor het laatste. Het kon nog weken duren als ik zou wachten. In die tijd zou je alleen maar minder mooi worden en ik wilde je zo graag zien. Daar kwam nog eens bij, dat ik het voor mezelf niet kon opbrengen om nog weken met een dikke buik rond te lopen terwijl ik wist dat het kindje niet meer leefde. Maar de belangrijkste doorslag gaven toch wel je papa, je opa's en oma's en je oom en tante. Zij hadden zoveel verdriet. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om ze nog weken zo verdrietig te zien. We spraken af, dat ik de volgende morgen om 08.30 uur in het ziekenhuis zou zijn om de bevalling op te wekken.

Voor we naar huis gingen, kregen we nog een heleboel dingen mee waar we een beslissing over moesten nemen. Zouden we je een naam geven? Wilden we je nog zien? Zouden we je laten bijschrijven in het trouwboekje? Wilden we je zelf begraven of cremeren? Wilden we foto's van je maken? Zoveel beslissingen die we moesten maken. Maar hele belangrijke beslissingen. Toen we weer thuis waren, bespraken we samen wat we wilden. Roger zag het echt niet meer zitten en voor hem hoefde er helemaal niets meer. Na lang met hem gepraat te hebben, namen we ons besluit. We zouden je een naam geven en je laten bijschrijven in het trouwboekje. Mocht het zo zijn dat we nooit meer een kindje zouden krijgen, dan zou toch duidelijk vaststaan dat we een kindje hebben. We wilden je zien, vasthouden en foto's van je maken. Dat zou onze enige herinnering aan jou zijn. En we zouden je laten cremeren. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om mijn lieve kindje achter te laten en niet te weten wat er met je zou gebeuren.

Die avond gingen we naar opa en oma Knoop om de hondjes, Jordi en Luc, weg te brengen en om te eten. Koken was wel het laatste waar we op dat moment aan dachten. Toen we weer thuis waren, kregen we telefoon van het ziekenhuis. Ze vroegen ons om niet morgen maar donderdag te komen. Het team wat ons zou begeleiden kon de dag erna niet. We mochten het zelf beslissen maar we beseften dat we die begeleiding heel hard nodig zouden hebben en stemden toe.

's Avonds kwam er een heleboel visite en iedere keer vertelden we ons verhaal. Toen heel laat de laatste mensen naar huis gingen, gingen we naar bed. Maar wederom konden we allebei de slaap niet vatten.

Woensdag 6 maart
06.00 uur in de ochtend stond ik op want ik hield het niet meer uit in bed. Je papa was gelukkig in een diepe slaap, hij had zijn rust hard nodig. Toen ik beneden kwam, overviel me een enorme leegte. Normaal waren Jordi en Luc er maar die waren er nu niet en dan is het toch maar stil in huis. Ik kon niet stilzitten dus begon ik de benedenverdieping maar te poetsen. Toen je papa beneden kwam, was alles schoon. 's Middags kwam er een collega van je papa en gelukkig kon hij goed met hem praten. Hij kreeg vat op je vader en wist hem weer wat moed in te praten. Ook al viel dat in deze situatie niet mee. Maar hij besefte nu, dat het niets op zou lossen om het bijltje erbij neer te gooien. We zouden jou er niet door terug krijgen.

De vreselijke weg naar het ziekenhuis.

Donderdag 7 maart
Om 07.45 uur stapten we in de auto om naar het ziekenhuis te gaan. De weg er naar toe was een hel. Het liefst zouden we naar het eind van de wereld rijden om er daar achter te komen dat het allemaal een boze droom was. Maar helaas, we gingen nu op weg om te wachten op je veel te vroege komst.

In het ziekenhuis werden we opgewacht door 2 hele lieve verpleegsters. Zij zouden ons gaan begeleiden. 1 van hen zou ook voor de 1e keer een bevalling meemaken van een al overleden kindje. Ik vertelde hen dat ik bang was. Ze begrepen ons heel goed en probeerden ons, voor zover dat mogelijk was, gerust te stellen. Ze vertelden dat ze een infuus aan zouden gaan leggen en dat er bij mij bloed zou worden afgenomen. Dit zou ook worden onderzocht op virussen, infecties en bacteriën.

Mijn gynaecoloog kwam binnen om ons sterkte te wensen en vroeg of we nog vragen hadden. Ja, nog 1 vraag. Zou ik, voor het infuus zou worden aangelegd, nog een echo mogen? Ik moest gewoon nog 1 keer de bevestiging hebben!! Gewoon voor mijn gevoel. Stel dat we het allemaal mis hadden, dan zou ik mijn eigen kind vermoorden. Hij vond het goed. We liepen met hem naar beneden en kregen de echo. Daar zagen we ons kindje vredig liggen en pas toen had ik het gevoel, "Ik doe het goed".

Samen liepen we weer naar boven en daar werd ik aangesloten op het infuus. Het wachten begon!! Intussen werden we toen weer alleen gelaten. Daarna kwamen ze weer met vragen en met adviezen. Ze leidden ons naar het moment van bevallen toe. We belden de begrafenisondernemer en spraken af, dat we weer terug zouden bellen zodra je geboren zou zijn. Ook hielden we contact met je opa's en oma's, die thuis op het verdrietige telefoontje zaten te wachten.

De middag ging voorbij en de avond deed zijn intrede. Ik had heel veel buikpijn en besloot om iets voor de pijn te vragen. Dit was geen probleem en ik kreeg een injectie in mijn been. De verpleegster zei, dat het ongeveer 30 minuten zou duren eer het zou werken.

Echter na 5 minuten voelde ik me draaierig worden. Wat er daarna gebeurde, weet ik niet meer. Ik weet wel dat ik in een hele mooie omgeving was en dat ik het liefst mijn ogen dicht deed. Aan de andere kant hoorde ik heel veel stemmen. ik zag allemaal mensen door de kamer rennen en een heel erg bezorgde Roger die me in zijn armen hield. Toen deed ik mijn ogen open en merkte ik dat er iets was gebeurd, maar wat? Ik weet nu nog niet of ik er goed aan heb gedaan om mijn ogen te openen. Van de ene kant wel, want ik moet genieten van de mooie dingen die ik nog heb. Maar van de andere kant.....

Langzaam aan werd het me allemaal duidelijk en Roger vertelde me, dat ik op het randje van de dood had gelegen. Ik was er bijna zelf tussenuit geknepen. Het werd weer rustig op de kamer. Alle apparatuur en verpleging verlieten de kamer. De gynaecoloog praatte nog even wat met ons en toen ineens begon ik te huilen. Ik kon niet meer stoppen en voelde zo'n innerlijke pijn. Die pijn gun je niemand, zelfs je grootste vijand niet.

Toen ik weer wat rustiger was, liet ze ons alleen. Ik was nog helemaal high. Ondanks alle ellende, verdriet en pijn, konden we nog lachen. Doordat ik zo high was, zat ik de hele tijd te zwaaien tegen mensen die er niet waren. Ik lachte, maakte grappen en kraamde allerlei leuke dingen uit. Ik maakte daarmee je papa aan het lachen.

De nacht viel en gelukkig kon je papa wel wat slapen. Ik niet, ik had vreselijke buikpijn maar durfde daar niets meer voor te vragen. Dus liep ik maar wat over de afdeling te zwerven. Ik liep naar de babykamer. Één baby lag er, ik kon niet zien of het een jongen of een meisje was. Het had een mutsje op en lag met open oogjes te kijken. Zo mooi! Ik voelde mijn verdriet weer opkomen maar toen keek de baby me aan. Ik keek het recht in de ogen en op dat moment, voelde ik de rust in mijn lichaam komen. Er was een stem die zei: "Het is goed zo". Vanaf dat moment had ik het gevoel, dat ons een grote ramp bespaard is gebleven. Natuurlijk, ik had dit kindje heel graag willen houden. Maar iets in me zei, dat het niet voor niets was geweest dat het was overleden. Ik liep naar mijn kamer, sloot mijn ogen en viel rustig in slaap.

Het "mooie" moment.

Vrijdag 8 maart
Na het ontbijt gingen je papa en ik samen douchen. We wandelden nog wat rond. Hij was zo lief en zorgzaam voor me. Ik dacht: "Kindje, wat zal jij een lieve, zorgzame vader moeten missen". Weer terug op de kamer, belden we je opa's en oma's op want die wachtten ook allemaal in spanning. We spraken af, dat ze 's middags op bezoek zouden komen.

We kregen het eten maar het smaakte me niet. De krampen werden regelmatiger en ook heviger. Na het eten besloot ik om toch maar wat voor de pijn te vragen. Je opa en oma kwamen op bezoek en ik praatte tussen de pijnscheuten door. De verloskundige kwam even kijken of ik al ontsluiting had. Opa en oma gingen naar huis.

Ik had nu echt weeën en een vingertopje ontsluiting. Na een kwartier moesten ze me iets geven voor de pijn, het was niet meer te houden. Ik kreeg weer een spuitje en de gynaecoloog kwam om te toucheren, 3cm ontsluiting. Ik mocht nu niet meer naar de wc maar moest op een po. Ze waren bang dat je in de wc zou vallen als ik daar zou gaan plassen. Dat zou een hele nare herinnering zijn. Het was wisseling van de dienst maar de 2 verpleegsters die eigenlijk naar huis mochten, besloten te blijven. Dus stonden er 4 verpleegsters aan mijn bed.

Ik kreeg persdrang maar moest deze wee nog wegpuffen, dan zou de gynaecoloog er zijn. Je papa moest nog gauw naar de wc. Toen hij weg was, raakte ik in paniek. Ik voelde dat ik de wee niet meer weg kon puffen en dat je geboren zou gaan worden. Ik wilde persé dat je papa daar bij zou zijn. Je papa werd de kamer ingetrokken. Ik perste en daar kwam je, in stuit, naar buiten. Je zat nog in de vliezen en de gynaecoloog kwam de kamer binnen. Het was 15.45 uur.

"En toen was het stil". Het was mischien maar 1 minuut maar die intense stilte voelde heel vredig. Het was uit respect voor jou!! De gynaecoloog brak de vliezen en ik vroeg nieuwschierig wat je was. Een jongen of een meisje? Een meisje. Daar was je dan, Femke. De gynaecoloog vroeg of ik je wilde vasthouden. Maar natuurlijk wilde ik dat. Ik wilde mijn dochter in mijn armen houden. Ik wilde je voelen, aanraken, ruiken, kusjes geven en knuffelen, zolang als ik kon.

Je werd in een lekkere warme molton doek gelegd en ik kreeg je in mijn armen. Ze lieten ons even alleen. Wat genoten we van dit moment. Wat waren we trots op je Femke! Jij had ons ouders gemaakt en dat voelde heel erg rijk. We bekeken je van kop tot teen. Alles erop en eraan. Je was zo mooi, waarom ben jij van ons afgenomen?

Na een kwartier kwam de gynaecoloog weer binnen en werd de placenta geboren. Weer werden we alleen gelaten en ik legde je in de armen van je vader. Hij ging met je in de stoel zitten. Ik keek naar jullie en mijn hart scheurde van verdriet. Je papa keek zo trots naar je en aaide met zijn vinger over je wangetje. Zijn meisje was geboren. Een meisje waar hij stiekum op hoopte. Zijn wens was uitgekomen maar helaas mocht hij je niet op zien groeien. Wat zul je die papa van je missen, Femke.

Je kwam weer in mijn armen en we gingen je eens goed bekijken. Je papa zei dat je op mij leek en het klopte. Het bolle koppie, de donkere haartjes en het mopsneusje. Allemaal van mij. Maar de lange armen en benen had je van je papa. Je was echt een kindje van ons twee.

De verpleging kwam binnen om me te wassen en jou te verzorgen. Ze nam je uit mijn armen en zei: "Zo, nu gaat Femke even lekker bij papa liggen, dan kunnen wij mama wassen". Ze praatten gewoon tegen je, alsog je leefde. Dat deed ons zo goed! Ik werd gewassen en jij werd verzorgd en in een mooi bekleed rieten mandje gelegd. Je kreeg een dekentje over je heen en het was net of je lag te slapen.

We kregen eten en ondertussen kwamen opa en oma Zegers en ome Paul en tante Adrianne binnen. Ze bekeken je vol trots. Je werd even meegenomen om te wegen, meten en voetafdrukjes te nemen. Toen je terug kwam, kregen we te horen dat je 27 cm groot was en 480 gram woog. Een perfecte dame. Helemaal volgens het boekje. Ook opa en oma Knoop zijn gekomen Ook zij hadden intens verdriet. Na een uur ging iedereen naar huis en bleven we als gezinnetje achter.

We namen je in de armen en zo genoten we van de laatste minuten. Het moment dat we je uit handen moesten geven, kwam snel dichterbij. Je had last van de warmte en je lijfje kon dat niet aan. We zagen je achteruit gaan en belden de verpleging om je mee te nemen. Je papa en ik namen uitgebreid afscheid van je. Mijn God, wat was dat moeilijk!! Ons dierbaarste bezit werd meegenomen en we wisten dat we je hierna niet meer zouden zien. De pijn die we voelden is onmenselijk.

De verpleging kwam binnen. Je papa gaf je uit handen en we aaiden je nog 1 keer over je bolletje. De verpleegster draaide om en je papa en ik vlogen elkaar in de armen. We hielden elkaar tegen want anders zouden we je zo weer uit de armen van de verpleegster hebben gerukt. Wij wilden je niet kwijt, wij wilden je bij ons houden en je onze liefde geven. En toen viel de deur dicht. We waren weer met z'n tweeën maar in ons hart met z'n drieën.

We zaten even stil tegen elkaar aan. Toen kwam de verpleging binnen en kregen we je voetafdrukjes, je polsbandje en je bedkaartje. Wat waren we hier blij mee. Het zijn dierbare herinneringen. Daarna liepen we samen de gang op. Aan de muur hing voor iedere maand een hele grote beschuit van papier. Voor elk kindje wat geboren werd, werd een muisje met de naam erop, op de beschuit geplakt. We keken, en ja hoor daar hing het roze muisje met de naam Femke en je geboortedatum. Je papa en ik keken elkaar trots aan. Onze dochter, die helaas was heengegaan, werd als een mens gezien, iemand die leefde. Wel niet hier op aarde maar voor altijd in ons hart.

Trotse papa met zijn meisje

De dagen na je geboorte.

Zaterdag 9 maart
Nadat de gynaecoloog nog was langsgeweest, mochten we naar huis. Jij moest in het ziekenhuis blijven voor verder onderzoek. Op het moment dat we de afdeling afliepen, beseften we dat we de harde werkelijkheid tegemoet gingen. Het deed ons vreselijk veel pijn om je achter te laten. We stonden met lege handen. Toen we thuiskwamen, was het zo stil. We kwamen in een leeg huis, met lege handen.

De hele dag liep het bezoek af en aan, de telefoon stond roodgloeiend en degene die jouw afscheid zou regelen, kwam langs. Ook kwam de kraamhulp. Raar, we hadden een kraamhulp maar geen kindje. Ik voelde me helemaal geen kraamvrouw en wilde me zo ook niet voelen. 's Avonds kwamen opa en oma Knoop en die brachten Jordi en Luc mee. Wat was ik blij dat ze er weer waren, het bracht in ieder geval wat leven in huis. Om 01.30 uur gingen we naar bed. We waren helemaal op.

Zondag 10 maart
Het was deze dag halfvastenoptocht. Normaal één groot feest maar nu deed het me helemaal niets. Toch besloten we om bij opa en oma Zegers naar de optocht te gaan kijken. Niet omdat we nu zin hadden in vrolijke mensen maar we moesten er gewoon even uit. Even rust, even geen telefoon. Na het eten gingen we weer naar huis. s Avonds belde de uitvaartonderneemster nog even om te vragen of je een pakje aanmoest. Natuurlijk kreeg je een pakje aan. Ze zou dit de volgende morgen komen ophalen.

Maandag 11 maart
De uitvaartonderneemster kwam je pakje ophalen. Je kreeg het pakje aan dat je papa, als verrassing, had gekocht toen we wisten dat ik zwanger was. Papa's meisje kreeg het pakje aan, dat hij zo liefdevol had gekocht. De tranen stroomden over mijn wangen en ik veegde ze af met jouw kleertjes. Zo zou ik toch bij je zijn. We bespraken samen, hoe we je afscheid wilden hebben. En toen ging je papa de foto's van je halen. Ik was zo zenuwachtig maar toen hij thuiskwam en we ze samen bekeken, beseften we dat dit een waardevolle herinnering aan jou zou zijn.

's Middags kwam de uitvaartonderneemster weer langs en zetten we samen de afscheidsdienst in elkaar. Wat onwerkelijk, in plaats van dat we je geboorte vierden, moesten we je afscheid regelen. De uitvaartonderneemster bekeek je foto's en adviseerde ons om je niet meer te zien. Je was niet meer de Femke die wij voor ogen hadden. We volgden dit advies op maar ik heb er nu nog spijt van.

Het Afscheid.

Dinsdag 12 maart
Vandaag zouden we de moeilijkste stap uit ons leven moeten maken. We moesten nu voorgoed afscheid van je gaan nemen. In 1 week tijd was er een heel leven aan ons voorbij gegaan. Ik maakte nog een kaartje wat aan je Paddington beertje kwam te hangen. Dit beertje zou met je meegaan.

Om 14.30 uur was het zover en vertrokken we naar Veghel. Daar aangekomen, stond de uitvaartonderneemster ons al op te wachten. Ze bracht ons naar je toe. Toen we binnenkwamen, schoten je papa en ik helemaal vol. Zo'n grote kamer met zo'n klein mandje in het midden.... Dit voelde zo verkeerd. We kregen alle tijd om nog even met je samen te zijn. Samen zaten we zo een half uurtje bij je en we wilden dat het altijd zo zou kunnen zijn.

Toen werd het toch echt tijd om te gaan. We wilden zoveel mogelijk zelf doen want dit was het enige dat we voor je konden doen. We brachten de bloemen naar de auto en daarna droeg je papa je naar de auto. Hij zette je bij me op schoot en zo reden we naar het crematorium. Voor één keer samen in de auto.

Bij het crematorium aangekomen, stonden je opa's en oma's en oom en tante al op ons te wachten. Omdat er nog een dienst bezig was, werden we in de familiekamer gezet met jou in ons midden. En zo dronken we nog een kopje koffie. Toen kwam de uitvaartonderneemster binnen om je mee te nemen naar de aula. Met veel pijn en moeite gaven we je mee. Het voelde niet goed om jou uit handen te geven. maar we hadden geen keus.....

Daarna volgde een korte, maar liefdevolle dienst. Na het laatste liedje namen je opa's en oma's en je oom en tante afscheid van je en bleven we nog even met z'n drietjes achter. Het moment dat we je definitief moesten laten gaan, volgde veel te snel. We brachten je samen naar het einde. Zo hadden we toch, al was het maar voor even, voor je kunnen zorgen. En toen liepen we, met onze harten vol verdriet, weer terug naar de familie.

Crematie van Femke

En toen was het stil.

Na de dienst gingen we met z'n allen naar huis. We dronken koffie en aten een broodje. En toen ging iedereen weer naar huis en bleven papa en ik, met de hondjes, achter. Het was zo leeg. Vanaf nu moesten we proberen om, met jou in ons hart, verder te leven. En dit is tot op de dag van vandaag heel erg moeilijk.

Femke is weer thuis.

4 weken na de crematie, mochten we de as van ons meisje ophalen. We hadden besloten om Femke thuis te laten. Daar waar ze hoort, dichtbij degenen die haar zo liefhebben.

Hier rust Femke nu

We moeten verder.

We moeten verder maar het is heel erg moeilijk. Gelukkig kunnen Roger en ik heel goed met elkaar praten. En wat het belangrijkste is, we geven elkaar de ruimte om met ons verdriet om te gaan. We doen het ieder op onze eigen manier maar zijn er voor elkaar als dat nodig is. Uit de obductie is niet echt een oorzaak gevonden voor het overlijden van Femke. Gewoon "domme pech".

Helaas is ons verdriet nog groter geworden want op 1 september 2002 heeft Femke een lief engelenzusje gekregen, Mandy. In de huiskamer is een plekje gemaakt voor onze lieve dochtertjes. Daar staan hun foto's, staat elke week een vers bosje bloemen en brandt elke dag een kaarsje. Zo hebben Femke en Mandy een plekje in ons leven. Sinds 29 juli 2004 is mijn moeder bij mijn kinderen. Zij zal voor hen zorgen, dat heeft ze mij beloofd.

Lieve Femke

Slaap zacht
Weet dat we voor altijd van je houden
We zullen je nooit vergeten
Je bent en blijft ons meisje
Voor altijd!!
Heel veel kusjes
Papa en mama