MadeliefjeMadeliefjeMadeliefje

Fenna Klijzen

* 11 november 1984 ~ 5 februari 1988 †

Tinie Dello

Voor mijn mooie meisje met haar blonde krullen

en stralend blauwe ogen

Fenna 3 jaar

Januari 1988 gingen wij met vrienden een paar dagen er even tussen uit, een huisje voor 8 personen: zij met hun 2 kinderen en wij met Fenna en Sjors. Tijdens deze vakantie was Fenna ongekend moe: zwemmen waar zij helemaal gek van was putte haar uit, eten lukte niet... ze legde haar hoofd op tafel. Nou was Fenna geen grote eter, maar voor frietjes kon je haar wakker maken! Zelfs de frietjes luste ze niet... we maakte er toen een grapje van (we zaten in een restaurant) alleen de frietjes van Pappa zijn OK! We reden na drie dagen naar huis en stopten om broodjes te halen: een hard wit broodje vers gebakken voor Fenna waar zij gek op was, Sjors was nog maar een baby voor hem was het sabbelen op een korstje... Thuis gekomen had Fenna geen zin in haar broodje en wilde naar bed: ze was zo moe!

De dagen erna werd Fenna verkouden en begon te hoesten: geen koorts. Ze was heel lusteloos en ze kreeg een hoestdrankje v/d huisarts. Het werd er niet beter op, dus wij weer terug. De huisarts kon niets vinden en stuurde ons door naar het ziekenhuis voor een bloedprik. In de namiddag stond hij voor de deur: "ik kom de uitslag maar even doorgeven, ben toch in de buurt; alles is goed". Ik zei kom dan maar even binnen om te kijken hoe goed het met haar gaat. Hij kwam binnen en schrok heel erg. Fenna lag op de bank, heel afwezig en bleek.

Dit is niet goed zei hij en belde het ziekenhuis. We konden meteen komen. Fenna bleek een virale pneumonie te hebben (longontsteking), niet te zien in het bloed, of op de X foto en ze had ook geen koorts. Maar het heerste, net als kinkhoest (daar was ze tegen ingeënt, maar er was een variant). Ze werd voor beiden behandeld. Het enige wat zij kon zeggen was "hoesten doet pijn". Ze mocht mee naar huis omdat ze zo aanhankelijk was en omdat wij konden verzekeren dat wij het aankonden. Alles stofvrij houden: dus hond en poezen de deur uit. Zo rustig mogelijk: dus geen bezoek meer. De hele week verbeterde de toestand niet tot zondagmorgen 31 januari. Ze wilde een gekookt eitje, at het voor de helft op en wilde toen gaan tekenen.

Ze tekende niet echt; maar maakte alleen maar strepen, heel veel blauw en een beetje geel: het hele blad vol. Daarna ging ze op de bank zitten en zakte weg. Maar de antibiotica-kuur was nog niet op en ons was gezegd af te wachten. Maandagmorgen toch de huisarts gebeld en de assistente uitgelegd dat Fenna weliswaar nog antibiotica had, maar dat wij haar toch niet goed vonden. De huisarts kwam pas dinsdagmiddag en eigenlijk om naar Sjors te kijken (haar broertje van 9 maanden die een flinke oorontsteking had). Hij schrok van Fenna en belde meteen het ziekenhuis. Wij een beetje kwaad omdat hij nu pas kwam en eigenlijk dus niet gereageerd had op ons telefoontje. Maar wel wat anders aan ons hoofd om in discussie te gaan.

Meteen werd ze opgenomen. Toen was het nog niet gebruikelijk dat je bleef slapen, dus 's nachts naar huis. In de nacht nog gebeld en 's morgens voordat ik naar mijn werk ging. Alles was goed. Dus maar gaan werken. Heel akelig wel. De arts waarmee ik samen werkte, zei: "wat kom jij hier doen?" en ik wist het zelf ook niet. Veel tijd om antwoord te geven had ik ook niet; want ik werd gebeld dat ik meteen naar het ziekenhuis moest komen, er was iets met haar hart.

Haar vader was er al (we werkten allebei part-time zodat een van ons tweeën bij de kinderen was) en ik reed naar huis en werd door een vriend naar het ziekenhuis gebracht in onze auto. Sjors was al bij andere vrienden. In het ziekenhuis aangekomen werd Fenna al klaargemaakt voor de ambulance om haar naar Maastricht te brengen (academisch): haar ECG was niet in orde. Het ziekenhuis waar ik jarenlang als verpleegkundige gewerkt had. Herman had in die tijd al heel hard voor zijn dochter op moeten komen omdat aan een stuk door co-assistenten binnenkwamen om haar te beluisteren, bloeddruk te meten etc. en te kijken hoe een kindje alsmaar zieker werd. Ze werd alsmaar zieker en hij was hartstikke kwaad dat ze niet met rust gelaten werd (ze werd alleen maar bekeken en kreeg alles mee; maar werd niet behandeld). Een arts heeft er toen voor gezorgd dat dat ophield. In de ambulance hield een verpleegkundige haar constant in de gaten; hij was heel verontrust. Bijna bij Maastricht zette de chauffeur heel zachtjes carnavalsmuziek op (per ongeluk) en ze reageerde meteen. Hij zei als ik dat had geweten had ik de hele rit carnavalsmuziek gedraaid. Vanuit de EHBO werden we meteen naar de kinderafdeling gebracht, waar een speltherapeute bij haar kwam met een poppenhuis. Ze reageerde helemaal niet, keek alleen maar. De speltherapeute wist niet hoe te reageren. Wat is zij ontzettend ziek. Het was alleen maar goed bedoeld geweest om Fenna op haar gemak te stellen. De professor cardiologie die ziek thuis was kwam toch en zij met de kinderarts maakte een echo en het was duidelijk dat Fenna een myocarditis had (een ontsteking v/h hart). Het virus was op het hart gaan zitten. Zij werd naar de intensive care gebracht en de professor en de kinderarts (zij had een proefschrift geschreven over myocarditis) zijn vanaf woensdagmiddag t/m vrijdagmiddag niet meer bij haar weggegaan. Dag en nacht bij haar. Allebei hadden ze kinderen in de leeftijd van haar en de kinderarts heeft met ons meegehuild na haar overlijden. Ze kwam op de IC voor volwassenen terecht omdat de kinder-IC overbezet was.

Ze werd donderdagmorgen aan de beademing gelegd, kreeg een venasectie op de IC (een operatie om een vat bloot te leggen om infusen aan te brengen).
Ik zat naast haar toen zij wegviel: "mama ik heb buikpijn" ... dat is het laatste dat Fenna tegen mij gezegd heeft. Ik werd weggetrokken en in een kamertje gezet waar een verpleegkundige bij mij bleef, terwijl de artsen haar probeerden te reanimeren.
Herman was op zoek naar lenzenvloeistof: hij had zijn lenzen al 2 dagen in en kon bijna zijn ogen niet meer open krijgen: hij heeft Fenna niet meer kunnen spreken... toen hij terugkwam lag zij in coma (gebracht vanwege de beademing waar zij tegen vocht) en zij is niet meer bijgekomen. Ik heb al die tijd naast haar gezeten en haar lievelingsliedjes gezongen uit Sesamstraat. Onze vrienden waar Sjors was zijn met hem gekomen en we hebben hem op haar buik gelegd... de beademingslang waar Minie Mouse onder lag (haar lievelingsknuffel zat een beetje in de weg maar hij heeft haar zoentjes gegeven zoals hij altijd deed).
Mijn ouders en zus waren er inmiddels al langer (zij wonen in Maastricht waar Fenna opgenomen werd en waar ik geboren ben) en Herman zijn ouders zijn op ons verzoek ook eerder gekomen dan afgesproken was.

Zij kwamen uit Venlo: de geboorteplaats van hem en waar ook Fenna geboren is. Vier februari waren zij grootouders geworden van een kleinkind van een broer van Herman, vijf februari werden zij grootouders van een overleden kleinkind... een onnoemlijk moeilijke situatie: een zoon feliciteren en een andere zoon geen woorden voor hebben.
Al de tijd spraken de artsen ons moed in; maar zeiden ook dat het heel spannend was, eten en slapen aangeboden wat wij weigerden: we wilden naast naar zitten.
Vrijdagmiddag 5 februari kwam de professor naar ons toe en zij vroeg ons of wij gelovig waren en of wij een priester wensten?
Nee... we zijn niet gelovig, we wensen geen priester: betekent jouw vraag dat het met Fenna niet meer goed komt?
Inderdaad: het komt niet meer goed met Fenna...
Ze werd 5x gedefibrilleerd tot om 10 voor 5 vrijdagmiddag de bloeddruk daalde tot nul. Ik schreeuwde voor reanimatie. De artsen pakten mij doodeenvoudig op en zette mij op haar bed en koppelde haar los van alle apparatuur: nu moet je afscheid van haar nemen zeiden ze. Ik kan mij niet meer herinneren of ik dat gedaan heb. Wij zijn na haar overlijden terug naar Panningen gereden, terwijl mijn familie binnenstroomde bij mijn ouders. Fenna bleef in Maastricht voor obductie waar wij toestemming voor hadden gegeven (behalve haar hoofdje: daar mocht niemand meer aankomen van mij).
Thuis gekomen kwamen veel mensen en ook onze huisarts; onze beste vrienden zorgden voor ons, voor degene die binnenkwamen.

De dag erna kwam de kinderarts die haar behandeld had in Venlo en de begrafenisondernemer... een jonge man die ons meldde dat hij nog nooit de uitvaart voor een kindje verzorgd had en zelf ook een tweejarig zoontje had en er niet aan moest denken dat...
Elke dag is hij bij ons geweest; zelfs zijn vrouw hielp mee naar het zoeken van muziek die wij graag wilden draaien maar niet konden vinden.
Fenna kwam zaterdag 'thuis': ik wilde haar graag in haar eigen bed leggen; haar vader (inmiddels gescheiden) niet; we waren zo onzeker en in overleg met de begrafenisondernemer en vrienden besloten wij haar naar het mortuarium te brengen (om de hoek) waar wij haar elke dag bezocht hebben.

Fenna op 9 februari 1988

De laatste foto van Fenna

Samen met onze beste vrienden (Sjors werd verzorgd door hun dochter) hebben we teksten en muziek uitgekozen voor de crematie: een tekst heb ik zelf voorgelezen tijdens de crematie:

"Slaapliedje voor mijn lieve Fenna"

Jij, die vermoeid bent en belast,
verteerd van angst, verziekt van pijn:
hier ben ik en ik hou je vast
nu hoef je niet meer bang te zijn
ik houd je hand vast in de nacht;
't was alles maar een boze droom
ik houd je hand vast en fluister zacht
nu word je prettig lui en loom

je slaakt een opgeluchte zucht,
een glimlach komt op je gezicht
als alle spoken zijn gevlucht,
vallen je ogen langzaam dicht.

Mamma

Herman las de volgende tekst voor "Na de laatste keer"

Voor Fenna

Wie zal de nacht in strikken binden?
Je naam ben ik nog niet vergeten,
maar op het zachte weefgetouw geweven,
zoals een roos bloeit in de wind.
Ik heb je naam goed opgeschreven
en aan een wit papier gehangen
waar kinderen mee spelen kunnen,
zodat je naam in hun verlangen
bewaard zal blijven voor de wind.
De slanke dansen van verdriet
heb ik 's nachts op het plein gedanst,
de zee, de sterren en het strand
zijn weggegleden uit mijn hand.
Maar dansend heb ik onbezonnen
je naam geroepen tot de muren,
totdat de huizen binnenst buiten
schaterlachten van verdriet.
Terwijl ik in mijn dorpen liep,
heb ik gevraagd aan de beminden:
waar kan men oude namen vinden?
Wie kent de naam die mij verliet?
Wie deelt de droom die in mij sliep
en zal het hart in bloemen winden?

Pappa

Marianne, mijn vriendin las de volgende tekst voor (op verzoek van mij):

"Eenzaamheid"

Ik wil de zon niet meer zien schijnen
laat 't donker zijn en guur en koud
laat mij voorgoed in 't niets verdwijnen
of sterven in een donker woud
ik wil de vogels niet zien vliegen
niet luist'ren naar hun ochtendzang
ik wil de mensen niet bedriegen
met vrolijkheid want ik ben bang
de eenzaamheid komt aangedreven
zo'n mooie zonnedag doet pijn
waar mensen vrolijk samenleven
en waar ik niet meer bij mag zijn

Marianne, "nannan" zo noemde Fenna haar

Mijn schoonzus las op eigen verzoek een tekst voor:

"Sourire d'amour"

Als jullie na
mijn dood
weer zullen lachen

dan zal mijn geest
een vleug van warmte speuren

en in het gladde vlak
van de eeuwigheid
zal een lachrimpel komen

Tiny Ter Elst-Klijzen

De muziek die wij gedraaid hebben:

  • "Wiegelied" van Johannes Brahms door André Kostelanetz
  • Sien zingt: "Droom maar mooi" uit Sesamstraat
    gezongen door Sien en Tommie
  • "Bilitis" van David Hamilton door Francis Lai

Kaartje van Fenna

Het was moeilijk om door te gaan met leven: de herinnering aan Fenna die zo heel lang alleen maar uit pijn bestond waardoor er geen ruimte was om de mooie dingen te zien... het heeft heel lang geduurd voordat ik weer van het leven ben gaan houden...steeds meer uit dankbaarheid, liefde en acceptatie; bovenal uit liefde voor mijn mooie, stralende dochter Fenna.

Fenna 2 jaar

Fenna 2 jaar en 9 maanden

Fenna op 11 november 1987

Sjors is inmiddels een puber, hij was 9 maanden toen zij overleed; maar hij praat over haar als zijn oudere zus ook met zijn vrienden.
Hij blijft het moeilijk vinden dat hij haar niet echt gekend heeft.
Een foto van hun samen hangt boven zijn bed.
Omdat Fenna gecremeerd is hadden wij geen plekje voor haar: mijn ex had daar geen behoefte aan, ik kreeg er steeds meer moeite mee.
1998 stierf mijn vader en een jaar later hebben mijn moeder, zus en ik een steentje op het graf laten zetten van mijn vader.

Steentje Fenna bij steen pap