KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Danny Cornelis Overbeek

* 26 juli 2001 †

Erwin en Esther

Dag lief klein mannetje

In november 2000 hoorden we dat we eind juli 2001 een baby zouden krijgen. De zwangerschap verliep zonder al te veel zwangerschapskwaaltjes. De baby was vanaf de 16e week zeer beweeglijk. Ondanks dat alles goed verliep in de zwangerschap, dacht ik vaak dat er iets mis was of mis zou gaan. Er werd dan gezegd dat iedere zwangere dat wel een keer had. Echt gerustgesteld was ik pas als ik weer een controle had gehad bij de verloskundige.

In de 36e week kregen we een echo, omdat mijn buik nog te veel in omvang toenam. Op de echo konden we de gelaatstrekken van de baby zien, dit was iets bijzonders om te zien. Vooral later als ik eraan terugdenk, want dat was de laatste keer dat we de baby levend gezien hebben. De baby was iets groter dan normaal en er was iets meer vruchtwater dan normaal. Alles was goed met de baby en met mij. We konden dus met een gerust hart naar huis toe. We hoeven nu nog maar geduldig afwachten tot onze baby geboren zou worden.

Een paar dagen later, in de 37e week, kreeg ik last van lichaamlijke klachten: hoofdpijn, sterretjes zien, duizeligheid en misselijkheid. Ik dacht eerst dat het door de warmte kwam. Ik besloot toch om de verloskundige te bellen. Het bleek dat ik last had van hoge bloeddruk en werd doorverwezen naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis werd een C.T.G. gemaakt, met de baby was alles goed. Omdat ik te hoge bloeddruk had werden de controles overgenomen door het ziekenhuis. Voor de hoge bloeddruk kreeg ik medicijnen. Bij elke controle en C.T.G. die gemaakt werd kregen we te horen dat alles goed ging.

In de 39e week werd er besloten te proberen de bevalling op gang te helpen d.m.v. een inleiding. Op donderdag 19 juli werd de eerste poging gewaagd. Er werd een veter, met een chipje eraan, tegen de baarmoedermond aan geplaatst. De hele dag bleef het vrij rustig in mijn buik, 's avonds kreeg ik wel regelmatige weeën, maar het zette niet door. Zaterdag 21 juli werd de tweede poging gewaagd. Er werd gel tegen de baarmoedermond gespoten. Met een half uur kreeg ik last van weeën, we dachten allebei dat het nu ging gebeuren, maar helaas het zette wederom niet door. Wel was de baarmoedermond wat weker geworden. Op zondag 22 juli werd ik voor een paar dagen rust naar huis gestuurd, misschien zette het thuis wel door. Op woensdag zouden ze een derde poging en tevens de laatste poging wagen. We moesten eerst op dinsdag 24 juli nog even terugkomen voor een C.T.G. ter controle.

Op dinsdag 24 juli om 13:30 uur moesten we in het ziekenhuis zijn. De verpleegster kon de hartslag van de baby niet vinden, ik zei nog dat al een keer eerder was gebeurd. Er werd alleen een hartslag geregistreerd die heel ver weg klonk. Ze pakte daarom een tweede apparaat, deze zou nog specifieker registreren. Wederom werd er een hartslag ver weg geregistreerd, daarop kwam er een tweede verpleegkundige. Ze voelde aan mijn pols en dat was het hartslag dat werd geregistreerd. Ze ging aan de gynaecoloog vragen of hij een echo wou maken. Intussen gaan er van allerlei gedachten door ons heen.
Ik zelf heb nog hoop, ‘Ze zullen dadelijk op de echo het hartje zwak zien kloppen en dan halen ze de baby met een keizersnee. Dan komt alles toch nog goed.’ Rond 14:00 uur werd de echo gemaakt. Direct was te zien dat onze baby was gestorven. Meteen ga je van alles afvragen en verwijten. We worden in een kamertje apart gezet om het tot ons door te laten dringen. Ik bel mijn ouders, die komen direct naar het ziekenhuis. Langzamerhand komen er vragen bij ons naar boven: Hoe kon dit gebeuren?, Waarom?, Wat hebben wij fout gedaan?, Hadden ze me zondag wel naar huis mogen sturen?. Maar vooral de vraag, Waar is de baby aan gestorven? Alles ging goed tot op het laatste moment. Zo kun je zien dat een goede zwangerschap nog geen "happy end" geeft. Was mijn ongerustheid toch gegrond geweest?
Na ongeveer een uur komt de gyneacoloog met ons praten. Ik zeg dat ik wel weet waar onze baby aan gestorven is. Het moet de navelstreng zijn, het kan gewoon niet anders, alles ging toch goed. Tevens vertel ik dat ik er 's nachts over gedroomd had. Of de navelstreng geknapt is of dat de navelstreng om de baby heen zit, dat kon ik niet vertellen. De gyneacoloog gaf aan dat het van alles kon wezen en er bestond een kans dat de doodsoorzaak nooit achterhaald zou worden. Mijn eigen gyneacoloog kwam even later. Hij is verslagen en heeft de tranen in zijn ogen, hij weet niet wat hij moet zeggen. We praten er met elkaar over. Ik vraag of hij nog een echo kan maken, om te kijken wat het geslacht is. Op de echo is te zien dat we een jongetje krijgen. We noemen hem Danny. Er werd besloten dat de inleiding op woensdag niet door zal gaan. In een gesprek 's woensdags werd er besloten om donderdag de inleiding te doen.

De opvang en de begeleiding in het ziekenhuis is zeer goed. Op donderdag 26 juli om 07:50 uur wordt er een infuus met wee-opwekkendmedicijn ingebracht. In de ochtend gebeurde er nog weinig, om 12:30 uur komt de gyneacoloog voor een inwendig onderzoek. Er is toch al 2 cm ontsluiting en hij besluit om de vliezen te breken. Vanaf dat moment gaat alles heel snel. Na een half uur vraag ik om ruggeprik, op dat moment is het erg druk op de O.K. Ik krijg daarom al vast een morfinespuit. Deze begint net te werken als ik naar de O.K. gereden wordt. Amper op de verloskamer terug, kreeg ik last van mijn rug, de pijn wordt als maar erger. ‘En dan zeggen ze dat een bevalling in dit geval niet zoveel pijn hoeft te doen.’ Later bleek dat de bevalling zo snel doorzette dat de ruggeprik zijn werk niet goed kon doen. De verloskundige zegt dat de pijn weleens persdrang kon zijn. Dat wil ik in eerste instantie niet geloven, net had ik nog maar 2 cm ontsluiting. Na inwendig onderzoek bleek dat ik al bijna 9 cm ontsluiting had. Na 26 minuten persen is onze zoon Danny geboren.

Tijdens de bevalling was de doodsoorzaak al te zien, de navelstreng zat om zijn nekje. Hij moest losgeknipt worden om verder geboren te worden. De navelstreng zat 3 keer om zijn nekje, om beide schoudertjes, om zijn rompje en er zat tevens een knoop in de navelstreng. Deze navelomstrengeling hadden ze in het ziekenhuis nog nooit meegemaakt. De gyneacoloog zei dat ik een goed moederinstinct had omdat ik al voor de geboorte aan gaf dat het de navelstreng de doodsoorzaak was. Omdat Danny al een paar dagen dood was heeft hij bij het aankleden vervellingen gekregen. We zijn dolgelukkig en apetrots op onze zoon. 's Avonds komen mijn ouders en de moeder van Erwin om naar Danny te kijken, ze zijn apetrots op hun kleinzoon. Zoveel geluk en zoveel verdriet. De volgende dag is Danny de hele tijd bij ons, om 14:30 uur mogen wij naar huis, verdrietig en verslagen, we moeten Danny achter laten in het ziekenhuis. Dit doet veel pijn.

Thuis aangekomen beginnen we met regelen van de kerkdienst en de crematie. 's Maandags gaan we nog even naar Danny. Deze dagen hebben we in een roes geleefd. Dinsdag 31 juli om 10:00 uur wordt Danny thuis gebracht. Hij is eindelijk thuis. We maken veel foto's. We nemen afscheid van ons lief klein mannetje. Ik leg Danny zelf in zijn kistje en Erwin doet het kistje voor altijd dicht.
De kerk is vol. Het heeft ons goed gedaan om te zien dat er zoveel mensen zijn die om ons en Danny geven. De crematie was in besloten kring. De liedjes die werden gedraaid waren, ‘Er valt een zwarte schaduw’ uit de musical Elizabeth en ‘One day in your life’ van Michael Jackson. Erwin zette het muziekdoosje van Danny voor de laatste keer aan. Dit muziekdoosje speelde ik de laatste maanden bijna iedere avond af op mijn buik. Het was een emotionele dag voor ons allemaal. Hoe kunnen we nu zomaar verder gaan, zonder........zonder Danny.

De eerste dagen naar de crematie hebben we verschillende gevoelens. De ene keer zijn we gelukkig en trots, omdat we ouders zijn geworden. De andere keer zijn we verdrietig en kwaad, omdat er nooit is gezien dat er een navelomstrengeling was. We weten dat deze gevoelens allemaal bij de verwerking horen en dat we ermee moeten leren omgaan en dat kost tijd en heel veel geduld.

We zijn nu maanden verder. Er gaat geen dag voorbij of we denken aan ons engeltje Danny. Het gemis en verdriet is groot. Als we wandelen, wandelen we in gedachten met zijn drieën. Als we huilen, huilen we met zijn drieën.

Op 9 november heeft Danny zijn laatste rustplaats gekregen. De berenurn is door een beeldhouwster speciaal voor hem gemaakt.

Mama en Papa

Een minuut...
Een uur...
Een dag...
Een week...
Een maand...
Een jaar...
Het zijn allemaal tijden.
Tijd...wat zegt dat nou precies.
Ik had je graag bij mij gehad.
Al was het maar voor een seconde...

Danny met al zijn knuffels

Het nisje van Danny