KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Martijn

* 3 oktober 1984 †

Cor en Angela

Mijn verhaal

Mijn eerste zwangerschap eindigde na 3 maanden. Het was een soort van schijnzwangerschap. Ik voelde me vreselijk zwanger met alles wat erbij hoort. Het vruchtzakje groeide wel maar het vruchtje bleef klein en groeide niet. Een miskraam was het gevolg.

Na bijna een jaar was ik weer zwanger. Het was eind februari of begin maart 1984. Ik voelde me goed en de groei van ons kindje verliep naar wens. Na de eerste drie maanden konden we pas echt van mijn groeiende buikje genieten. Ik bleef onder controle in het ziekenhuis bij de gynaecologe.

Het was in de 30e week van mijn zwangerschap. Het was vrijdagochtend en ik schrok wakker. De hele nacht had ik doorgeslapen en dus geen beweging in mijn buik gevoeld... Fijn maar ook vreemd dacht ik in mijn achterhoofd. Die dag had ik een aardig vol programma en ging aan de slag er telkens opmerkzaam op zijn of ik beweging voelde. Ik wilde er niet aan geloven dat er iets mis zou zijn en duwde de gedachte eigenlijk weg. Er komt vast weer beweging. In de avond vertelde ik het aan Cor en hij kwam zoals gewoonlijk achter mij zitten en hield mijn buik vast. In de meeste gevallen reageerde het kindje hierop door te bewegen. (We volgden de haptonomische zwangerschapsbegeleiding). Er was geen beweging voelbaar. Ook hij voelde geen bewegingen. Een onheilspellend gevoel overviel mij. Cor, de optimist zelve, vond dat ik me geen zorgen moest maken, ik was te druk geweest en moest maar wat gaan rusten.

Na een onrustige nacht heb ik de volgende dag, het was zaterdag, mijn broer gebeld. Hij was ook o.a. haptotherapeut. Ik vroeg hem of hij een stethoscoop had en of hij daarmee wilde luisteren op mijn buik. Zijn advies was te gaan liggen. Het komt vaker voor dat de bewegingen even weg blijven. Soms zelfs 24 uur. Ondertussen duwde ik zachtjes tegen mijn buik en praatte er tegen zo van, “kom op laat eens wat van je horen”. Ik ging voor de spiegel staan en vond dat mijn buik er anders uitzag. Het leek wel of ons kindje lager lag en mijn buik voelde ook anders aan dacht ik.

De dag erna, het was zondag, zou een tante op bezoek komen. Het was een oudere zus van mijn moeder. Mijn ouders waren in 1980 en 1981 na elkaar gestorven en ik was enigszins blij dat zij kwam. Zij schrok hevig toen ik haar over mijn buikgevoel vertelde en gebood mij de volgende dag naar het ziekenhuis te gaan.

De volgende dag heb ik het ziekenhuis gebeld en gevraagd of ik kon komen ivm mijn ongerustheid. Cor ging naar zijn werk naïef als hij was. “Bel maar als je iets meer weet”. Ineke, de gynaecologe kwam mij direct halen.

Hoe nieuwsgierig ik iedere keer geweest was, nu durfde ik niet meteen te kijken. Het was heel stil, er werd niets gezegd... Ik keek en zag een stil liggend kindje op het scherm... Ineke zette de monitor uit en zei me dat er geen hartje meer klopte. Ons kindje was gestorven in mijn buik. Ik was in de 8e maand van mijn zwangerschap... We konden naar huis...

We gingen naar mijn broer en schoonzus. In de etalageruiten zag ik mijn dikke buik tegelijkertijd met al die aardige gezichten van de winkelende mensen terwijl ik dacht “je denkt dat ik blij zwanger ben maar jij weet niet dat ik met een dood kindje rond loop”. Mijn buik voelde zwaar maar ik wilde mijn kindje nog niet kwijt.

De volgende dag zou ik ingeleid worden voor een normale bevalling maar er gebeurde niets. Ons werd gevraagd ons kindje te zien maar tegelijkertijd werd het afgeraden. Het kindje was nog te jong voor geboorte en waarschijnlijk al een paar dagen dood en dit nare beeld zouden we niet meer van ons netvlies krijgen, werd ons gezegd. Cor kon gelukkig bij me blijven die nacht. De volgende dag zou er begonnen worden met een infuus om de weeën op te wekken. Het was een verschrikking! Ik raakte buiten bewustzijn. De emotionele en fysieke pijn was te groot. De gynaecoloog besloot een epiduraal anesthesie toe te passen. Mijn onderlichaam zou dan gevoelloos zijn tot later die avond. Dan zou de geboorte plaatsvinden. Voor nu even slapen en opladen. Hoe de epiduraal anesthesie verliep is een verhaal apart... Mijn broer was inmiddels gekomen. Nu kon Cor even naar huis om het eea te regelen.

Ik werd wakker van een plof in mijn buik. Mijn broer constateerde dat de vliezen gebroken waren. Ons kindje zou geboren gaan worden, eerder dan verwacht. Cor was er nog niet en een team van witte jassen stond om mij heen. Er werd een handdoek omhoog gehouden. Ons kindje was geboren en werd meegenomen in een grote schaal..... dat was het enige dat ik kon zien. Een kwartier later was Cor weer daar; hij had niets meegekregen van de geboorte van ons kindje.

In de nacht, Cor was weer thuis, werd ik in hevige paniek wakker met de vraag wat er nu met mijn kindje gebeurd was. Ik werd verdoofd en ben lang ‘weg’ geweest...

Martijn werd geboren op 3 oktober 1984.

Na Martijn hebben wij nog 2 gezonde dochters gekregen. Wij hebben Martijn 11 jaar geleden symbolisch begraven op een voor ons dierbaar plekje. In 2007 na mijn hersenoperatie ben ik gaan speuren naar gegevens van Martijn om hem alsnog in te laten schrijven in het geboorteregister. Er was nergens ook maar iets over zijn geboorte te vinden. Voor ons heeft hij bestaan. Ik, en Cor naast mij, hebben hem mogen voelen bewegen. Slechts op een echofotootje is ons mannetje te zien. Het feit dat ons kindje een jongetje was heb ik lang niet willen weten. Mijn kindje was dood.

Mede dankzij een zeer meelevende gemeenteambtenaar hebben wij Martijn op 2 december 2016 mogen inschrijven in het geboorteregister en ook in ons trouwboekje. In december 2018 was eindelijk de officiële erkenning een feit voor alle te vroeg levenloos geboren kindjes. Zeer terecht! Deze erkenning geeft ons een ‘blij’ gevoel en meer rust.

Symbool voor Martijn staat een paars viooltje.

De geboortekaart voor Martijn, later gemaakt door zijn jongste zusje

Cor en Angela