KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Gabriël

* 10 september 2005 †

Bert en Marieta

Het verhaal van ons lieve zoontje en broertje Gabriël

Ons verhaal begint op maandag 5 september, als door de vraag van de verloskundige of ik het nog goed voel bewegen, mij een angstig (voor)gevoel treft. Ik zeg dat het lijkt of het iets minder wordt, maar vraag gelijk of dat toch niet normaal is, dat je het nu meer voelt "duwen". De verloskundige bevestigt dat en gaat naar het hartje luisteren. Ik zie het zelf ook, hartslag 120, prima in orde. Toch raak ik dat angstige gevoel niet echt kwijt. Ik ga 's avonds uitgebreid in bad liggen, dan zie ik het altijd goed bewegen. Nu ook, het lijkt wel of ons mannetje zich uitrekt, dit is de laatste keer dat ik het bewust heb voelen en zien bewegen.

Van dinsdag tot en met donderdag heb ik heel de dag door voorweeën, en dit geeft mij het gevoel dat ons mannetje zit te duwen van onderen. Donderdagavond kom ik tot de ondekking dat ik de voorweeën niet meer heb en vind het rustig in mijn buik, maar ik denk, hij slaapt lekker.

Als ik vrijdags wakker word, bevliegt mij gelijk een angst. Normaal beweegt mijn mannetje gelijk als ik ontwaak. Ik schud en duw aan mijn buik en denk, kom op, geef eens reactie. Maar het blijft stil. Ik word bang en bel Bert om het mobiele nummer van mijn vriendin te vragen die kraamverzorgster is en bij ons zou komen kramen. Ik zeg hem dat ik bang ben en wil vragen aan haar of ze met de toeter wil komen luisteren. Ik bel mijn vriendin en vraag het haar, maar zij zegt dat ze maar kraamverzorgster is en ik de verloskundige moet bellen. Ik besluit de verloskundige te bellen en ik zeg dat ik bang ben dat ik de baby niet meer voel. Hij zegt: "Nee toch, ik kom eraan". Gelukkig kwam mijn vriendin ook. Ik had zoiets van als het niet goed is ben ik tenminste niet alleen.

Toen de verloskundige er was, ging hij gelijk op zoek naar de hartslag maar het was stil. Normaal hadden we het altijd gelijk. De verloskundige duwde tegen mijn buik maar het hielp niet. Wat er dan door je heen gaat is onbeschrijfelijk, en nog heb je zoiets van, dit kan niet. De verloskundige zegt: ga maar naar het ziekenhuis, en ik dacht daar geven ze me gewoon goed nieuws. Het ligt gewoon goed verstopt.

In het ziekenhuis aangekomen, werden we naar de echokamer gebracht. De gynaecoloog zette het apparaat aan. Je bent bang om te kijken, maar toch kijk je omdat je zo graag wilt zien dat het hartje gewoon klopt. De assistent van de gynaecoloog duwt met het apparaat tegen mijn buik met een blik van, kom op, klop, maar het blijft stil..... Nu is je angst bevestigd en toch geloof je het niet, dit kan gewoon niet. Waarom kan dit gebeuren?

Bert komt nu pas aan in het ziekenhuis, wat ook zo moeilijk voor hem is, hij wist nog van niets. We moeten nog even in het ziekenhuis blijven voor kweekjes en bloedafname. Daarna mogen we naar huis om "rustig" na te denken wanneer we het willen laten opwekken.

Thuis aangekomen gaat Bert onze ouders opbellen met het bericht dat ons kindje niet meer leeft. Mijn moeder en zusje komen gelijk, maar het is zo onwerkelijk, Je huilt, maar toch kan je het helemaal niet geloven. Later komen er nog meer van de familie, en ook mijn vriendin komt weer met haar man. Ze had gevraagd of we nog wilden dat ze bij de bevalling aanwezig zou zijn. Ik had nee gezegd, omdat ik haar dat niet wilde aandoen. Maar nu zei ze dat ze er graag bij wilde zijn (ze wist dat ik het voor haar niet wilde) want ze had dit stuk meegemaakt en zou komen kramen, maar dan zou ze de bevalling missen. Als ik er dan over praten wilde, dan kon zij mij niet goed aanvoelen. Toen besloten we dat ze erbij moest zijn, het liefst wilde ik dat ook.

Ik wilde het pas 's maandags op laten wekken, maar 's nachts veranderde ik van besluit. Je kunt niet slapen en de gedachten gaan maar door je hoofd, en het ergste was nog, dat ik dacht dat ik ons kindje toch nog voelde. Toen besloten we om de volgende dag het ziekenhuis te bellen om het die dag in te laten leiden.

We moesten om 8.30 uur in het ziekenhuis zijn en werden naar een kamer apart, ver bij de kraamkamers vandaan, gebracht. Na wat vragen en onderzoeken mocht ik in mijn bed en werd het infuus aangesloten, daar reageerde ik gelijk op. Om ongeveer 11:15 uur werd de ruggeprik ingebracht en toen we om 11.45 uur bovenkwamen, gingen ze alles weer aansluiten. Met dat ze dat deden kreeg ik een drukkend gevoel. Ik zei dit, en ze dachten dat ik moest plassen, dus gingen ze een catheter inbrengen. Bert wilde een sigaret gaan roken, en ik vroeg aan de verpleegster of dat nog kon. De zuster zei, ja hoor! (die dacht waarschijnlijk dat het nog wel even zou duren).

Ik moest inderdaad plassen, maar die druk bleef maar terug komen. Mijn vriendin vertrouwde het niet helemaal en vroeg of er iemand even kon komen kijken. Toevallig liep de gynaeceoloog zijn ronde en hij kwam zelf wel even kijken, zei hij (later zei hij dat hij meer kwam om ons gerust te stellen dan dat hij dacht dat het al zo ver zou zijn). Hij voelde en zei: "Nou persen maar hoor", ik zei: "Nee, want Bert is er nog niet". Gelukkig was hij al onderweg naar boven en toen hij binnenkwam, ben ik gaan persen en ons mooie mannetje was er om 11:58 uur. Zo'n mooie flinke kerel van 3895 gram en 52 centimeter lang. Zo compleet, maar zo stil...

Mijn vriendin en ik hebben hem samen aangekleed, dat was heel fijn. Ik wilde alles zo veel mogelijk zelf doen, hij zou toch maar zo kort bij ons mogen zijn. We hebben hem zelf mee naar huis genomen en thuis in zijn wiegje op zijn eigen kamertje gelegd.

Ons mooie mannetje

De dagen erna

De dagen dat je hem dan nog bij je mag hebben zijn o zo kort, je wilt er het liefst de hele dag bij gaan zitten en naar hem kijken. Maar de dag dat we hem weg moesten gaan brengen kwam zo snel en dan wordt het zo definitief. Het kistje moet dicht en dan besef je, dat je hem nooit meer kan zien, dat is het moeilijkste moment uit je leven, iets wat zo ontzettend tegen je gevoel in gaat. Dit gedichtje verwoordt precies wat we toen voelden.

Vertrek

Mijn God,
hier sta ik nu
klaar voor vertrek
ik weet niet
of ik het wel red
ik ga mijn kleine lief
begraven

Ik heb hem
aan Uw zorgen
opgedragen
maar meer dan ooit
voel ik me nietig
en wil alleen maar
bij mijn liefste zijn

Mijn God,
help mij bij het gaan
wil mij opnieuw
weer leren lopen
mijn hoofd omhoog
mijn schouders recht
en leer mij
naar Uw stem te luisteren

Die zegt:
"Ik zal er zijn voor jou
Dát is Mijn trouw"

Mijn God,
hier sta ik nu
klaar voor vertrek

Dierbare herinnering

En dan, de tijd dat de wereld doorgaat en voor jou stil blijft staan, dat je uit de roes komt, de tijd van het verwerken. Dat zijn dingen die je alleen met lotgenoten kan bespreken, zij zijn degenen die begrijpen. Ik wilde mijn verhaal vertellen omdat het helaas nog steeds gebeurt dat ouders hun kindje moeten verliezen. En ik zelf heel veel herkenning vond en nog vindt op de maillijsten van deze site, wil ik die mensen ook tot steun zijn met mijn verhaal van herkenning.