MadeliefjeMadeliefjeMadeliefje

Laura Wieringa

* 17 maart 1998 - 18 september 1999 †

Bert en Ella Wieringa

Hallo, lotgenoten,

Laura Wieringa is op 17 maart 1998 geboren, ze kwam vijf weken te vroeg op deze wereld, ze moest vanwege drinkproblemen nog veertien dagen in het ziekenhuis blijven, maar daarna ging het uitstekend met haar.

Ze groeide op als een heerlijke, gemakkelijke blonde meid, ze zat heerlijk in haar vel, kon overal van genieten, dat merkte je gewoon in haar doen en laten. Op elke foto die we maar van haar hebben, lachte ze.

Ook was ze geen moeilijke eter, ze at veel eerder met de pot mee dan haar zus Sylvia, die nu vier jaar is, die dronk na haar eerste jaar nog uit de fles, maar Laura niet, die at al mee, ze hield het ook niet alleen bij groente en aardappels, op een gegeven moment ging er pasta, pizza en patat er ook wel in, ook toetjes hield ze van, vaak at ze de vla van papa's en mama's bord, dan hadden die niets meer en Laura lachte daar dan om. Als er bami klaar gemaakt werd, lustte madam het alleen maar met augurk, anders hoefde ze het niet. Vergat je de augurk, dan was het ajaaa, met andere woorden hier met die augurk.

Laura hield van de buitenlucht, altijd als we gingen te wandelen in de buggy was ze een en al vrolijkheid, vaak kwamen we met haar op de kinderboerderij, ze was gek op beesten, maar ook spelen in de zandbak, of schommelen, of wip wappen, niets was haar te mal. Ze was er gek op.

Voor op de fiets bij papa dat was ook iets wat ze prachtig vond, spelen met de fietsbel of met de versnellingskabels, haar voetjes zaten ook nooit stil, de beugels die op het fietsstoeltje zaten voor de voetjes, waren aan Laura niet besteed.

Afgelopen zomer maakte ze ook kennis met een buitenzwembad, eerst vond ze dat niet alles, maar al gauw had ze de smaak te pakken en wilde ze er niet meer uit, in bad vond ze ook altijd prachtig, alleen haar wassen dat vond ze niets en nageltjes knippen daar had ze ook een hekel aan.

Laura hield ook veel van knuffelen, ze kon altijd heel stilletjes bij je op schoot zitten en dan legde ze haar hoofdje tegen je aan, dan sloeg degene bij wie ze op schoot zat de armen om haar heen en zo kon ze een hele tijd bij je zitten.

Teletubbies waren haar favoriet op de televisie, vooral de gele Lala, dat zei ze ook altijd, Lala, of ohoo, dat was ook een uitdrukking van haar. Als je bij haar weg liep om even wat anders te doen, was het altijd ajaa, met andere woorden, hier blijven, niet weggaan.

Met primo blokken kon ze ook uren zoet zijn, eerst, toen ze kleiner was, trok ze de blokken altijd van elkaar, later kreeg ze in de gaten hoe ze er mee kon bouwen.

Laura was nooit ziek, op een verkoudheidje wel eens na, maar daar was ze altijd snel van genezen, griep heeft ze niet gekend, ze groeide goed kwa gewicht en kwa lengte.

Ze was ook gek op cheetohs, dat is een paprika-achtige chips, haar handje ging dan in het zakje en ze haalde er een vuistvol uit, ik kon dan altijd nog net voorkomen dat ze niet de hele hand in haar mondje stopte, een voor een gingen ze er dan in. Drinken kon ze ook al goed, uit een antilek beker en vlak voor haar overlijden kon ze het ook al via een rietje.

Los lopen deed ze nog net niet, ze was er mee bezig, door haar vroege overlijden heeft ze dat niet kunnen voltooien.

Ik kan nog wel bladzijden vol schrijven over Laura, we hebben zo intens genoten van haar in die anderhalf jaar, dat ze bij ons is geweest, helaas kwam er veel te vroeg een einde aan haar leventje. Op 18 september 1999 werd ze levenloos door mij aangevonden, de wereld stortte in en zal nooit meer hetzelfde worden. 's Morgens tegen 5.40 uur had ik haar nog: "Mama, mama." horen zeggen, maar niets alarmerends, ze was wakker geworden en dus dacht ze, ik kan er wel uit, maar het was nog zo vroeg, dus ik dacht blijf nog maar even liggen, niet wetende van de ramp die ons te wachten stond.

Tegen 8.15 uur gingen we uit bed, Laura bleef nog even liggen, want die was zo vroeg wakker geweest, dan sliep ze meestal even wat langer door. Tegen 9.15 uur maakte ik het bad klaar voor haar zus Sylvia, toen dat klaar was ging ik naar de kamer van Laura, trok de deur open en kreeg de schrik van mijn leven, de hele straat heb ik tot drie keer toe bij elkaar geschreeuwd.

Mijn man Bert vloog naar boven en kreeg ook het schrikbeeld, Laura was aan een kant al helemaal blauw, snel hebben we haar uit bed gehaald, mee naar beneden genomen en Bert probeerde nog reanimatie en mond-op-mond beademing, niets mocht meer helpen, de eerste dienstdoende dokter legde de hand op de schouder van mijn man en zei: "Houd u maar op, ze reageert nergens meer." Daarna kwam de tweede dienstdoende dokter, onze eigen dokter, daarmee zijn we later naar het ziekenhuis gereden, waar we met een levenloze Laura naar de kinderafdeling gingen. Ik heb haar vastgehouden tot de testen gedaan moesten worden, met tegenzin heb ik haar op een bedje neergelegd, toen de testen klaarwaren, mochten we weer naar haar toe, meteen pakte ik haar weer in mijn armen, wat was ze koud, zo intens koud.

Die zaterdag heb ik haar nog gewassen, haar kleertjes aangedaan waarin ze begraven zou worden en toen hebben we haar daar achtergelaten.

De volgende dag zijn we 's morgens weer naar haar toe geweest, ze lag in een kamertje opgebaard in een kinderbedje met dekentjes over, maar ze was zo koud, zo vreselijk koud en verkrampt, de lijkstijfheid had bezit genomen van haar hele lichaampje.

's Maandags pleegden ze obductie en 's middags kwam ze thuis in een wit kistje, nooit zal ik dat beeld vergeten, een lijkwagen voor je deur, waaruit je dochtertje wordt gedragen, ze heeft tot aan haar begrafenis thuis opgebaard gelegen in haar eigen kamertje, op 23 september werd ze begraven, haar kamertje was veranderd in een bloemenzee, al die bloemen zijn meegegaan naar haar begraafplaats, haar laatste rustplaats. Vele mensen hebben afscheid genomen van haar.

Allerlei kweken hebben niets uitgewezen, het dossier van Laura is gesloten met wiegedood, wat er met haar gebeurd is, zullen we nooit te weten komen.

Op 23 december heeft ze een door haar moeder ontworpen grafsteentje gekregen, voor dat grafsteentje ligt een prachtig kleurrijk gevuld tuintje, met beeldjes en rozen, elke dag krijgt ze van haar ouders een roos, niet altijd dezelfde kleur, maar wel altijd een roos. Ook staan er drie lantaarntjes bij haar steentje, waarin dagelijks nieuwe waxinelichtjes komen, die worden dan aangestoken.

Haar moeder houdt ook een dagboek bij, eerst was het nog niet een dagelijks iets, maar sinds haar overlijden wel, elke dag communiceer ik met haar via het boek en bij haar steentje.