KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Bo de Haas

* 4 september 2000 - 5 september 2000 †

Ingrid en Erik de Haas

Voor ons meisje

Zwanger van ons tweede kindje, een mooi vooruitzicht.

Ons meisje Bo

Voor de bevalling moeten we naar het ziekenhuis omdat ons eerste kind met een keizersnede is geboren, we worden voor de bevalling uit voorzorg in het ziekenhuis verwacht. We hoefden er ons niet ongerust over te maken en het was ook wel een veilig idee.
De zwangerschap verliep buitengewoon goed, de uitgerekende datum was 22 augustus, maar ons kindje leek het reuze naar de zin te hebben in mama's buik en na bijna 42 weken werd besloten om de bevalling in te leiden, op maandag 4 september om 8 uur in de ochtend.

Om twaalf uur in de middag komen langzaam de eerste weeën opzetten, drie en een half uur later kan Ingrid de pijn nauwelijks verdragen en vraagt of het mogelijk is de pijn te verzachten, kwart voor zes kan ze nog net naar de operatiekamer voor een ruggenprik.
Voor ons gevoel kon het niet lang meer duren voordat ons kindje zou worden geboren. Om half acht komt een verpleegkundige de verloskamer op omdat de hartslag van ons kindje op de ctg-apparatuur een beetje terugvalt, ze vermoeden dat ons kindje wat in de verdrukking ligt en ze proberen dat te verhelpen door Ingrid een andere houding aan te laten nemen. Als Ingrid op haar zij gaat liggen, merkt een verpleegkundige op dat de buik een andere vorm heeft gekregen, langzaam begint de verpleging te twijfelen of het wel in orde is. De hartslag van ons kindje is nog maar af en toe af te lezen en de hartslag is bovendien vaak aan de lage kant. Er wordt besloten om toch maar de gynaecoloog te bellen en Ingrid gereed te maken voor een eventuele spoedkeizersnede, voor het geval dat het nodig zou zijn.
De gynaecoloog was er snel en zette elektroden op het hoofdje van ons kindje, er was nog maar een hartslag van 46, vijf minuten ervoor hadden we nog een hartslag van 65 op de ctg gezien. Met spoed naar de operatiekamer, het opgeroepen operatiekamer-personeel werkte verschrikkelijk hard om de operatiekamer in gereedheid te brengen. Toen Ingrid onder algehele narcose was biggelde er een traan langs haar wangen naar beneden, alsof dit een slecht voorteken is.

Bo aan de beademing

Op 4 september 2000 om tien over acht in de avond is ons kindje geboren. Maar ons kindje huilde en bewoog niet, er werd met man en macht gereanimeerd. De tijd verstreek, een minuut, twee minuten, vijf minuten, de verpleegkundige kwam zeggen dat het een meisje is en dat ze er alles aan deden om ons meisje er weer boven op te helpen. Ik vertelde haar dat ons meisje Bo ging heten. Ons meisje had na zeven minuten haar hartslag weer terug, maar werd nog wel kunstmatig beademd. Toch nog een beetje hoop.
Bo lijkt veel op haar grote broer Jelle, ze is wat langer en wat fijner, ze heeft ook veel meer krullende haartjes. Ik durfde Bo eigenlijk nog niet aan te raken om niemand in de weg te lopen en het niet erger te laten worden dan dat het al was.
De kinderarts zei dat hij zich ernstige zorgen maakte over ons dochtertje en dat ze haar hartslag volledig terug had, maar dat ze op de beademing geen positieve reactie had gegeven en dat Bo niet zonder de beademing kan. Bo zou naar een gespecialiseerd ziekenhuis worden overgebracht, ook zou Ingrid er dan zo spoedig mogelijk naar toe worden gebracht.
Een half uur na haar geboorte, wordt Bo naar de couveuseafdeling gebracht om haar reisvaardig te maken voor de trip in de babylance naar het gespecialiseerde ziekenhuis. Ingrid ligt inmiddels op de afdeling en ik ga met de verpleegkundige naar Ingrid om haar te halen en om te vertellen dat het niet zo best gaat met ons meisje, Ingrid kan op een zwart-wit printje haar dochtertje voor het eerst bewonderen. Ingrid trilde helemaal van de narcose en was nog erg versuft en moest een paar keer flink overgeven. Aangekomen op de couveuseafdeling konden we zien dat ze nog volop met Bo bezig waren, ook was er intussen een neonatoloog uit het andere ziekenhuis gekomen om te assisteren. Als het er op lijkt dat ons meisje kan vertrekken naar het andere ziekenhuis, komen de artsen vertellen wat er allemaal met Bo is gebeurd en dat ze er alles aan hebben gedaan maar dat het eigenlijk geen zin meer heeft om Bo naar het andere ziekenhuis over te brengen. Ze heeft te veel schade opgelopen, ze reageert onder andere niet op pijnprikkels en er zijn diverse functies die niet meer goed werken. Ook zou Bo als ze er al door zou komen nooit lang te leven hebben. De kinderartsen willen op ons verzoek nog wel met Bo naar het andere ziekenhuis gaan maar adviseren ons om te doen besluiten om met de beademing van Bo te stoppen. Omdat we het allerbeste met ons meisje voor hebben, besluiten we om haar van de beademing af te laten halen. Als wij naar de afdeling gaan, zullen ze Bo van de beademing afhalen en naar ons toe brengen, de artsen vertellen ons dat ze dan nog wel even zal leven en dat kan misschien nog wel een uur duren.

Bo net van de beademing

Als Bo bij ons op de afdeling komt lijkt het alsof ze in diepe slaap is en wordt in Ingrid haar armen gelegd. Ze ligt er stil bij maar plotseling blaast ze wat lucht uit, hiervan schrikken we behoorlijk, meteen hierna is het weer stil en we zien haar ook niet ademen. We krijgen steeds het idee dat na een reactie van uitblazende lucht dat dat het laatste is geweest, er leek af en toe wel twee minuten tussen te zitten voor ze weer een volgende reactie gaf, de gynaecoloog en de kinderarts zijn ook nog even bij ons komen zitten, de kinderarts dacht niet dat Bo pijn had, maar als wij het vermoeden hadden dat ons Bo dat toch deed zou ze een pijnstiller krijgen toegediend als wij dat zouden willen.
Nadat we ons Bo even bij ons hadden ben ik de oma's en opa's van Bo gaan bellen om het slechte nieuws te vertellen. Naarmate dat de tijd verstreek, hadden we de indruk dat Bo haar eigen steeds moeilijker warm kon houden en de reacties van uitblazende lucht leken steeds moeizamer te gaan, we begonnen ook te twijfelen of ze nog wel een pijnloos gevecht aan het leveren was, ook was het niet om aan te zien dat ze er enorm voor aan het vechten was en dat ze het nooit kon winnen. We besloten om een pijnstiller te vragen voor ons meisje die de kinderarts toediende waardoor Bo rustiger werd. De kinderarts is er bij gebleven tot dat het hartje van ons meisje op dinsdag 5 september 2000 om 6 voor half 2 in de ochtend stopte met kloppen.

We hebben haar precies zo laten liggen zoals op het moment dat ze bij ons lag, hierna hebben we nog even nagepraat en hebben ons meisje in haar wiegje gelegd en tussen onze ziekenhuisbedden gezet. Bo is in het wiegje tussen ons in blijven liggen, het was net of ze elk moment wakker kon worden. Ze is pas om kwart over 10 in de avond naar het mortuarium overgebracht, zodat we Bo nog even (de gehele dag) bij ons hebben gehad.
We zijn zaterdagmiddag naar huis gegaan en zijn door de voordeur van het ziekenhuis met Bo in haar mandje naar buiten gelopen, voordat we naar huis gingen hebben we Bo eerst naar het mortuarium gebracht in onze woonplaats.

kus van broertje Jelle

Op zondag 10 september heeft iedereen die wilde nog even naar ons meisje kunnen gaan kijken.
Om 6 uur in de avond heeft de begrafenisondernemer Bo thuis gebracht, zodat ze nog een avond en nacht in haar eigen bedje heeft kunnen liggen en dat we ons meisje de volgende dag zelf naar het crematorium konden brengen.
Op maandag 11 september in de ochtend is Bo in bijzijn van familie, vrienden en vele bekenden gecremeerd. Bo lag in een mandje waar Ingrid als kind mee heeft gespeeld als poppenwiegje, ze was gewikkeld in een quilt die een tante heeft gemaakt en Bo lag op een lekker zacht kussentje van het ziekenhuis.
De as van Bo staat nu thuis in een vitrinekast, met dierbare herinneringen zoals gipsen handjes en voetjes, een haarlokje, voetafdrukjes en een van de vele foto's.

Bo in haar mandje

We zijn in het ziekenhuis geweldig goed opgevangen, ook heeft de verpleging ons geweldig gesteund en geholpen met het invullen van de uitvaartdienst. Op de 4 dagen in het ziekenhuis, de thuiskomst en de crematie kijken we graag terug omdat we goed afscheid hebben kunnen nemen. We zijn door familie, vrienden en bekenden geweldig gesteund, ook hebben we een fantastische begrafenisondernemer getroffen die voor ons geweldig werk heeft verricht.

Achteraf blijkt dat de baarmoeder is gescheurd op de keizersnedewond van ons eerste kindje, waardoor de placenta is losgeraakt en Bo zonder voeding is gekomen. Door het zuurstoftekort heeft ze te veel schade opgelopen aan de hersenen. Bo was kerngezond maar door het noodlot dat haar trof heeft ze niet bij ons mogen blijven.
Waar we voor in het ziekenhuis waren is gebeurd en als het gebeurt, wat onze gynaecoloog alleen nog maar uit de boeken kende, was de tijd die nodig is om ons meisje te redden te kort.

We missen ons meisje Bo heel erg, hoe zou het nu met haar geweest zijn als het niet verkeerd was gegaan? Op deze vraag en het waarom hebben en krijgen we geen antwoord, dit laat ons nooit meer los en dat is ook maar goed ook want haar naam mag niet worden vergeten.