KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Casper Kodde

* 19 januari 1999 †

Ton, Katinka, Jerremy & Kaylee Kodde

Voor ons vierde kindje en ons broertje

Na onze eersteling, engeltje Stefan, met tien weken weer zwanger en na 8,5"maand, op 7"augustus"1994 ouders geworden van een bengel Jerremy Henk Kodde. Op 't"eind wat problemen met een hartslag die regelmatig wegviel maar toch "Alive and kicking". Twee jaar later ouders en grote broer geworden van een dochter/zusje Kaylee Rianne Kodde. Wat een weldaad, een koningswens volgens velen, maar ach, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en we raakten weer zwanger. Een gewone normale zwangerschap gehad met alle zorg en controles die we maar konden krijgen, niks wees op problemen. Tot op de rampzalige maandag 18"januari"1999 's avonds. Katinka voelde zich niet lekker in d'r vel zitten, zat al een poosje ziek thuis en werd à la minuut beroerder. De schrik slaat je om het hart. Ze kreeg buikpijn en toch de verloskundige maar gebeld. Die kwam en vond geen harttoon. Katinka moest naar het ziekenhuis voor controle. Daar sta je dan weer, Katinka met verloskundige naar het ziekenhuis, ik wachten op schoonmama om even op onze bengeltjes te passen. Zelf naar het ziekenhuis gereden en naar boven, naar de kraamafdeling. Eenmaal door de klapdeuren, die ik heel voorzichtig opendeed om geen lawaai te maken, hoorde ik de verloskundige om de hoek in een apart kamertje telefoneren met de gynaecoloog. Stiekem bleef ik luisteren en hoorde wat ik niet had willen horen. Katinka lag aan het CTG-apparaat maar de verloskundige kon maar één hartslag horen en die was van Katinka zelf, en het was nodig dat de gynaecoloog langskwam. Dan zit je hart wel heel laag, ongeveer onder je schoenen. Ik ben naar Katinka toegelopen, ik heb niks gezegd, anders had ik gaan huilen en misschien dingen gezegd, voor de gynaecoloog er was, die zij hopelijk nog kon ontzenuwen. Helaas werd mijn ergste vermoeden bewaarheid, ons kindje was weer overleden. De placenta had losgelaten. Deze keer een oorzaak, dat was bij Stefan wel anders maar ik, als vader, ga toch weer zitten piekeren. De eerste geen oorzaak, de vierde een losgelaten placenta. Waarom laat zo'n ding in Godsnaam los, ook geen antwoord op. Alles blijft onbeantwoord en we weten het niet meer, behalve dat we naar huis, naar onze bengeltjes willen. Eenmaal thuis eerst even naar de kinderen toe die door oma en tante op bed gelegd zijn. Dan weer naar beneden om brandende vragen te beantwoorden van de aanwezigen. M'n een na jongste broertje gebeld over de situatie, m'n ouders gebeld die met m'n jongste zusje en zwager in Oostenrijk zaten, m'n oudste zusje die inmiddels in haar eigen woonplaats in het ziekenhuis was gaan werken op de kraamafdeling, gebeld en toen gebeurde het. Katinka voelde iets "knappen" ze voelde zich wat beter maar begon te vloeien. Acuut weer naar het ziekenhuis waar ze ons op stonden te wachten met een rolstoel, naar de kraamafdeling en maar afwachten tot de weeën kwamen. Na ongeveer een uur kwam mijn oudste zusje ook nog binnen met de mededeling "ik heb gebeld met m'n werk dat ik spontaan niet kon komen, de hoorn neergelegd en gelijk wegwezen zodat ze geen retourtelefoontje hoefde te beantwoorden". Ook m'n jongste broertje had ik aan 't begin van de avond gebeld hoe de situatie was, en alsof hij wat goed te maken had, heeft hij zich opgeworpen als een soort "regelneef", anderen gebeld en zelf daarna naar het ziekenhuis gekomen (hij heeft bij ons eerste engeltje 1"tot 1,5"week nodig gehad voor hij langs durfde te komen). Net na middernacht op 19"januari"1999 is onze zoon Casper geboren in een stuitligging, wederom een prachtig ventje, helemaal intact, niks mis mee, alleen geen ademhaling. Na 8"maanden zwangerschap weer ouders van een engeltje. Mama moest in het ziekenhuis blijven omdat haar bloed niet goed was. Papa gaat naar huis waar gelukkig de kinderen slapen en mijn schoonzus oppast en ook ligt te slapen.

Ik wou alleen maar naar bed, maar eenmaal in bed kom je erachter dat er een bengeltje is dat rekent op een broertje of zusje en dat je dat moet vertellen wat er gebeurd is. Op dat moment breekt de hele situatie mij op en val ik in een soort onmacht. Mijn schoonzusje moet op haar twee en twintigste levensjaar wel hartstikke doof zijn geworden dat ze mij niet heeft gehoord gedurende de nacht. De volgende morgen één bengel naar school gebracht en bengel nr."2 naar 't"kinderdagverblijf. Op school wel uitgelegd wat er aan de hand was, want papa die Jerremy naar school bracht was wel ongewoon, mama doet dat altijd. Papa weer naar huis, naar het ziekenhuis en overlegd met mama; hoe vertellen we het Jerremy?? Kaylee was nog zo klein, net twee geworden, maar Jerremy was een ander verhaal. Hij wist al van foto's dat er een opa in de hemel was, hij heeft meegemaakt dat Katinka d'r oma (overgrootmoeder) overleed, hoe vertel je nou aan zo'n mannetje dat z'n broertje niet leeft?? Ik heb, gesteund door m'n actieve kerkelijke en geloofsachtergrond, Jerremy na school opgehaald i.p.v. dat hij naar de naschoolse kinder-opvang gaat, en ben een gesprek met hem begonnen op een heerlijke kinderlijke manier. Ik wil dit toch hier op "papier" zetten, zodat anderen hier misschien wat mee kunnen:

- Jerremy, weet jij dat mama een nieuwe baby in haar buik heeft?
- Jáá dat weet ik.
- Nou, gisteravond is de baby geboren maar hij was zo ziek, dat de dokters hem niet beter konden maken en nou kun je niet met hem spelen.
- Wat is er dan met hem?
- De baby, het is je broertje, leeft niet meer, net als opa, en oma Leentje weet je nog?
- Ja dat weet ik wel, maar hoe kan dat dan?
- Nou, jij bent toch ook wel eens ziek, en dan kan de dokter je beter maken maar nu kon de dokter er niet bij omdat hij nog in mama's buik zat.
- Waar is-t'ie nou dan.
- Hij is nu geboren en ligt naast mama in 't ziekenhuis maar hij doet niks, hij ligt alleen maar.
- Kan ik hem zien dan?
- Ja, als je wilt mag je hem wel zien maar het hoeft niet. (Ik heb expres gezegd dat Casper ziek was geworden omdat Jerremy het vanzelf ziek worden kent, en als ik gezegd had dat er in mama's buik iets niet goed was geweest had hij misschien mama de schuld gegeven en dat is een ernstig verwijt.)
- Mag ik wel bij hem kijken dan? (De medische wereld kan beweren wat hij wil, maar mijn hart draaide zich om toen dat mannetje dat vroeg.)
- Ja hoor, je kan je broertje bekijken zo lang als je wilt.
- Mag ik hem ook aaien??
- Alleen als je het niet eng vind.

En dan kom je met Jerremy mama's kamer binnenlopen en het eerste wat ik zie is een paar vrienden die op een afstandje van het bed met het kribje staan te kijken en het enige wat Jerremy ziet is z'n broertje en gaat gelijk kijken. Jerremy heeft op zijn manier met Casper gepraat en bezig geweest en de "och's" en "wat zielig"- en de "wat jammer"-kreten van hem maakten veel los bij alle aanwezigen. Hoe zo'n mannetje de spanning kan breken is onbegrijpelijk. De sfeer was gelijk een stuk ontspannender en de anderen waren minder geremd om te gaan kijken. Dezelfde dinsdagavond mocht mama met Casper naar huis en we hebben hem zelf mee naar huis genomen in de auto. Vrijdags hebben we hem begraven met familie, ook Jerremy wou er bij zijn en heeft het er nog regelmatig over. Hij is ook degene die samen met mama het grafje onderhoudt en bloemetjes plant. Hij heeft er daardoor toch een beetje vrede mee en hij kan nog voor z'n broertje zorgen maar hij vindt het allemaal niet eerlijk. Dat is wat ons als ouders nog het meeste pijn doet.

P.S. het knuffelhondje bij Casper's hoofdje is van Jerremy's juffen die dit voor Casper gekocht hadden en van Jerremy moest dit bij Casper blijven.