KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Romek van de Graaf

* 5 augustus 2000 - 5 augustus 2000 †

Gordon en Marleen van de Graaf

Voor ons lieve kereltje

- geboren in stilte -

Na een miskraam eerder dat jaar, waren wij blij met een positieve uitslag van de zwangerschapstest in november 1999. De uitgetelde datum zou uitkomen op 19 augustus 2000. Toen mama zwanger van je was, ging papa altijd mee naar alle controles. In het begin bij de gynaecoloog en later bij de verloskundige. De zwangerschap verliep goed en er waren naast de standaard zwangerschapskwaaltjes, geen bijzondere dingen. Gelukkig.

Op 1 juli 2000 kreeg mama haar zwangerschapsverlof. Het aftellen was nu echt begonnen. Vanaf 37 weken mag je thuis bevallen en toen die magische grens bereikt werd, zorgden papa en mama voor de laatste voorbereidingen. Het kamertje was al klaar, de fotorolletjes waren aangeschaft, de videocamera lag stand-by. Kortom wat ons betreft kon het gebeuren. Op 1 augustus 2000 ging mama naar de kapper en zei eigenlijk gekscherend: "Knip maar lekker kort, dat is straks lekker makkelijk in het kraambed". Op dat moment totaal niet realiserend dat die kraamtijd een paar dagen later zou zijn.

Donderdag 3 augustus 2000, 37 weken en vijf dagen zwanger en 's middags om 15.00 uur de controle bij de verloskundige. Papa en mama wilden nog graag het geluid van jouw hartje op de video hebben. Dus de videocamera was ooggetuige van het moment dat wij te horen kregen dat je niet meer leefde. Het bleef stil toen de verloskundige de doptone op mama's buik zette. Zelfs na de ontelbare pogingen van de verloskundige bleef het stil. Angstig stil. Onze wereld stortte letterlijk in. Wij werden doorgestuurd naar het ziekenhuis voor een echo. Je kunt niet meer normaal denken op zo'n moment, maar je handelt alleen maar. En ondertussen spookt er van alles door je hoofd.

In het ziekenhuis heeft mama tijdens de echo niet gekeken. Papa wel. Hij had al jouw vingertjes en teentjes al gezien. En ook jouw borstkastje, waar geen hartje meer in klopte. Papa schreeuwde het uit: "Zo dichtbij en toch zover weg" (dit is de eerste regel van jouw geboortekaartje geworden). Wij gingen naar huis met de afspraak dat wij vrijdagmorgen 4 augustus 2000 om 08.00 in het ziekenhuis zouden zijn om ingeleid te worden. Thuisgekomen is iedereen gebeld. De familie, de vrienden en de werkgevers. Familie en vrienden zijn dezelfde avond vol ongeloof naar ons toegekomen. Hoe is het mogelijk, zo dicht voor het einde. In ieder boek staat wel iets over dat het ook mis kan gaan. Maar je houdt er toch geen rekening mee bij jezelf. Je slaat dat stukje over. Papa en mama konden het ook niet geloven. Je was er toch nog, duidelijk aanwezig in mama's dikke buik. De nacht duurde lang, maar ook te kort. Papa en mama hadden alle spulletjes ingepakt die wij mee wilden nemen naar het ziekenhuis. Zelfs twee setjes kleertjes omdat wij nog niet konden kiezen. Het fototoestel, de videocamera etc. Wij hadden ons voorgenomen om alles net zo te doen zoals dat wij het ons vaak voorgesteld hadden.

De weg naar het ziekenhuis op vrijdagmorgen 4 augustus was lang en moeilijk. Iedere afslag was er eentje dichterbij het einde. Iedere stap in de gang van het ziekenhuis was er eentje teveel. Gelukkig had de verloskundige aangeboden om ook vrijdagmorgen in het ziekenhuis te komen. De gynaecoloog was ons toen nog vreemd, dus er was in ieder geval een voor ons vertrouwd gezicht bij de eerste momenten. Mama werd aan het infuus aangesloten om de weeën op te wekken en het wachten begon. Het wachten dat wij gelukkig samen konden doen met familie en vrienden. Die vrijdag was letterlijk de dag van een lach en een traan. De dag waarop papa en mama beslissingen namen over begraven, wel of geen obductie, ons kindje lekker mee naar huis, de tekst voor op jouw geboortekaartje, het zelf aangeven bij de Burgerlijke Stand. Maar ook de dag van de mensen om ons heen die ondanks alle tranen, probeerden de moed erin te houden.

Na heel veel moeilijke en zware uren brak er een nieuwe dag aan. Jouw dag. De dag waarop jij je voor ons toch nog totaal onverwacht snel aankondigde om 09.45 uur. Nadat mama 's morgens een ruggeprik had gekregen, was papa aan het eind van zijn Latijn. Het resultaat was, dat mama's broer (die op dat moment in het ziekenhuis was) filmde en foto's maakte, de verloskundige nog net op tijd weer in het ziekenhuis was en er door de verpleging snel gehandeld werd. Om 10.12 uur was jij er, Romek onze zoon. Levenloos en stil, maar wat een prachtkereltje. Je oogjes waren helemaal dik en je gezicht en hoofdje waren vervormd. Maar het maakte ons niet uit. Vrij snel na jouw geboorte viel ook de beslissing om geen obductie te doen. De oorzaak was overduidelijk: twee keer strak omstrengeld. De categorie "domme pech". Je bent gestorven in mama's buik. Dat je het benauwd gehad hebt wisten wij al, want je had in het vruchtwater gepoept.

Papa, mama en jij

Papa heeft je gewassen en toegekeken hoe de gynaecoloog je aankleedde. Je was zo teer en zo kwetsbaar. Daarna ging je in een mandje van het ziekenhuis. Omdat je zo teer en kwetsbaar was, hebben wij besloten om jou niet meer vast te houden. Ook niet in de dagen daarna.

Romek, je woog 2950 gram en was 50 cm

Uiteindelijk zijn wij samen met jou naar huis gegaan. Wij hebben je met je mandje in jouw bedje gezet. Het bedje waar je in had moeten liggen om te slapen en te huilen. De dagen erna waren zeer emotioneel. Er moest nog zoveel geregeld worden. En ook dit hebben wij kunnen doen zoals wij het graag wilden dankzij de mensen om ons heen.

Papa heeft nadat hij jou met trots heeft aangegeven en heeft laten bijschrijven in ons trouwboekje, een plekje uit mogen zoeken op de begraafplaats. Dit vond hij een van de zwaarste dingen, maar het is hem goed gelukt. Dinsdagavond was onze laatste avond samen. Wij wilden de tijd wel stil zetten, de laatste momenten met z'n drieën. Kon het maar eeuwig duren. Op woensdag 9 augustus 2000 hebben wij jou begraven, nadat papa en mama samen 's morgens vroeg jouw kistje hadden gesloten. Ons motto van die dagen daarvoor was: "niets moet en alles mag". Alleen op 9 augustus lag het anders toen moesten wij jou begraven.

Jouw grafje, waar binnenkort het steentje op staat

Wij zijn nu bijna een jaar verder. Het gemis wordt er met de dag groter op. Er zijn momenten dat wij je wel met de blote handen weer op willen graven om
... je nog een keer vast te kunnen houden, al is het maar voor even.
... je handjes nog een keertje aan te kunnen raken.
... nog naar je te kunnen kijken.
... gewoon nog even heel dicht bij je te zijn.
... jouw vijf dagen bij ons nog een keer over te doen; ze waren echt tekort.
Natuurlijk weet je verstand dat dit niet kan, maar je gevoel zegt vaak iets anders.

Lieve Romek, papa en mama hopen dat er ooit een dag komt, waarop wij jouw broertje of zusje alles mogen en kunnen vertellen over jou.
Veel liefs, voor altijd in ons hart,
jouw trotse papa en mama.


Vanaf deze plek willen papa en mama iedereen bedanken die hun door deze moeilijke tijd heen hielp en iedereen die nog steeds helpt: familie, vrienden, de verloskundige, de gynaecoloog, de speciale verpleegkundigen, de huisarts, de kraamhulp, buren, collega's, de lotgenoten binnen LE en de lotgenoten daarbuiten.


Wij zouden het fijn vinden als je iets in ons gastenboek schrijft.


De binnenkant van je geboortekaartje

Jouw rechterhand vereeuwigd op papa's rechterschouderblad