KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Dominique

* 18 juni 2000 †

Peter en Jacqueline

Voor ons zonnestraaltje

Ik was 39 weken en 4 dagen zwanger en ik heb een hele goede zwangerschap gehad. Het enige waar ik eigenlijk een beetje last van kreeg was dat ik vocht vast hield. Op zondagmorgen 18 juni 2000 6.00 uur kreeg ik ineens heel veel kramp onder in mijn buik en het bleek dat mijn bevalling was begonnen. Ik wist totaal niet wat er komen ging, het was onze eerst zwangerschap. We hebben onze verloskundige gebeld en zij was er al snel (rond 7.15 uur) en ze ging kijken hoe ver ik ontsluiting had en dat was toen al 3 cm. Mijn weeën kwamen al heel snel achter elkaar en we hebben toen mijn broertje gebeld en een beste vriendin van ons, om ons bij te staan, wat heel goed ging. Ik was erg misselijk en heb erg moeten overgeven.

De weeën opvangen ging best goed maar ik had heel erg last van mijn rug die deed echt heel erg veel pijn. Ik heb tussendoor nog wat geslapen en rond 10.00 uur moesten we alweer de verloskundige bellen want ik had toen al persdrang en op dat moment kreeg ik nog een trap van ons kleintje. Ik heb geprobeerd wat heen en weer te lopen maar dat vond ik wel erg moeilijk en pijnlijk. De verloskundige was weer gekomen en ze ging kijken hoe ver de ontsluiting was maar die was nog niet ver genoeg. Even luisterde ze nog naar het hartje maar die was niet te horen met de doptone. Nog even met de toeter op mijn buik geluisterd en nog hoorde ze niets. 's Morgens had de kleine nog een hartslag van 144. Ik zou thuis gaan bevallen maar moest op stel en sprong naar het ziekenhuis in Zwijndrecht. Gelukkig was het niet zo heel erg ver van ons thuis vandaan maar als je het gevoel hebt dat je moet persen dan duurt het wel een eeuwigheid.

Ik kwam aan op de verloskamer en de gynaecoloog was ook onderweg. Snel werd de bevalling in gang gezet. Er werd nog snel een echo gemaakt en mijn vriendin zei kijk dan zie je de kleine nog, maar alles wat ze zagen was een niet-levend kindje. Ikzelf besefte het toen helemaal nog niet en ik had heel veel hoop. Dominique* is met spoed met de vacuümpomp gehaald en de verloskundige heeft hard op mijn buik moeten duwen, anders zou mijn leven ook in gevaar komen. De gynaecoloog heeft snel de navelstreng doorgeknipt en snel naar een kamertje waar ze gereanimeerd werd, maar het was toen al te laat.

Mijn man Peter was erg in paniek en liep de gynaecoloog achterna maar werd gelukkig tegengehouden. Het enige wat onze gynaecoloog zei was: "SORRY IK HEB ALLES GEPROBEERD MAAR HET IS ME NIET GELUKT". Wij namen het hem ook zeker niet kwalijk maar op dat moment schuift de wereld een heel eind onder je vandaan. Wij hebben een dochter maar ze leeft niet, verschrikkelijk is dat. Het enige wat ik geroepen hebt is: "nee, nee, dit kan niet! Ze moet leven". De zusters hebben Dominique* gewassen en haar mooi aangekleed. De zusters vroegen wel of we haar zelf wilden wassen, maar op dat moment kon ik dat niet. Dominique* is om 12.30 geboren, woog ongeveer 3300 gram en ze was 46 cm groot en het was vaderdag. Ze had zwarte haartjes en haar huidje was getint zo mooi. Ik werd naar zaal gereden, wel op een kamer alleen en we hebben nog lekker met haar kunnen knuffelen, net zo als iedere moeder het zou doen. Al snel begon ze te verkleuren en toen hebben we goed afscheid genomen en haar naar het mortuarium laten brengen door de zusters. Het was goed zo, maar het was wel moeilijk.

De nacht dat we in het ziekenhuis lagen kwam de zuster en ik dacht dat ze met onze kleine meid kwam om haar te voeden maar dat was helaas niet zo. Je denkt dat je gedroomd hebt maar Dominique* is echt dood. Ik mocht maandag 19 juni 2000 naar huis en de begrafenisondernemer kwam langs. Je moet zoveel regelen en dat in zo'n korte tijd. Peter had het heel erg moeilijk en ik probeerde sterk te zijn hoe moeilijk het eigenlijk ook was. Op dinsdag 20 juni 2000 ben ik 's avonds weer opgenomen in het ziekenhuis met longembolie. Ik kreeg medicijnen via een pomp en ik mocht absoluut niet uit bed. Het was zelfs zo, dat ze me niet naar de begrafenis wilden laten gaan van Dominique* maar ik had ze verteld: "Wat er ook gebeurt: ik moet daar heen want ze is mijn dochter". Ze hebben alles in het werk gesteld en ik mocht naar de begrafenis van onze kleine meid.

22 juni 2000 om 10.00 hebben we haar begraven. Ikzelf had 's morgens nog een kalmeringstablet en extra spuit met bloedverdunner gekregen en ik moest in de rolstoel er naar toe. Die dag, dat we haar gingen begraven, was het erg somber maar wel erg warm. Ik was erg nerveus net als Peter, het is ook niet niks. Mijn beste vriendin heeft Dominique* naar haar laatse rustplaats gedragen, zij was ook bij de bevalling. We hadden aan de mensen gevraagd of, als ze een bloem mee wilden nemen, dat het dan een roze of een witte roos mocht zijn. Er werd veel gesproken aan het grafje, ook door onze dominee. Wij hebben Dominique* begraven in een wit kistje met wat knuffeltjes erbij en wij hebben haar een hart gegeven met allemaal roze en witte rozen en een teddybeer erin. We hadden er voor gekozen om roze ballonnetjes op te laten met de familie. Ik heb samen met een hele goede kennis/vriendin die net 4 weken voor ons een dochter heeft gekregen een ballon op gelaten. Toen de ballonnetjes aan de hemel waren, ging de bewolking weg en er kwam èèn hele dikke zonnestraal, die op het kistje scheen van onze Dominique*. Het was toen net of ze wilde zeggen: pappa en mamma, het is goed zo. Het was een hele mooie ervaring en we zien haar ook als een zonnestraal. We hebben heel hard geroepen dat we van haar houden en haar nooit zullen vergeten en ik heb toen verschrikkelijk moeten huilen. Ik kon niet mee naar het rouwcentrum om te condoleren en daar hadden we koffie met beschuit met roze en witte muisjes i.p.v. cake. Ik moest weer snel naar het ziekenhuis en werd weer aan de pomp met bloedverdunners gelegd. Toen ik weer in het ziekenhuis lag, besefte ik een heel klein beetje wat er allemaal gebeurd was. Op de begrafenis waren er zo'n 150 mensen.

Op 29 juni mocht ik naar huis en toen besefte ik heel goed wat er allemaal is gebeurd. Al die rouwkaarten: het hadden verdorie geboortekaarten moeten zijn! We hadden de babykamer intact gelaten en daar was ik wel blij om, daar kon ik boos zijn als ik dat wilde en Peter ook. Ik was heel veel bezig op de babykamer en ik vond het fijn om daar te zijn. In deze periode zeggen ze dat je dan je vrienden leert kennen, nou wij zijn heel veel vrienden verloren om de gekste reden en in deze periode heb je vrienden zo hard nodig. Wij moesten op 3 juli 2000 weer terug komen bij de gynaecoloog en hij vertelde ons: volgend jaar lopen jullie achter de kinderwagen. Nou eerlijk gezegd moesten we daar even niet aan denken want we hadden ons portie wel gehad. Maar toch hebben Peter en ik er goed over gesproken en we wilde er toch weer gaan voor een tweede kindje.

Precies een jaar later op 3 juli 2001 is ons manneke geboren en helemaal gezond. We waren in goede handen maar we waren wel bang want het is niet niks wat je mee hebt gemaakt. Het is wel erg dubbel allemaal want je mag eindelijk blij zijn, maar je hebt ook nog heel veel verdriet. Ik heb geprobeerd om werk als afleiding te zien maar een half jaar na de geboorte van onze zoon Ricardo ben ik toch in de ziektewet gekomen. We hebben nu hulp van een psycholoog en we hopen dat het daar beter mee zal gaan. Dit verdriet verwerk je niet in een paar maandjes daar gaan jaren over heen. We missen Dominique* heel erg en ik schrijf nog regelmatig in mijn dagboek maar dan wel aan haar en dat gaat heel goed. Het gemis zal altijd blijven.

Lieve Dominique

Als een klein wit wolkje
gedreven door de wind,
even was je bij ons,
even was je ons kind.
We houden van je
Pappa, Mamma en je broertje Ricardo.

Ons zonnestraaltje Dominique