KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Vanessa de Bruin

* 6 september 1981 - 5 oktober 1981 †

Bert en Anja de Bruin

Onze 'grote' kleine meid

Op 6 september 1981 is onze eerste dochter Vanessa geboren. Vanessa had wel wat kleine klachten maar daarvan dacht iedereen dat het te maken had met haar vroeggeboorte en het binnen krijgen van het vruchtwater. Ze ging kleine stapjes vooruit. Eerst van het zuurstof af en vervolgens van de couveuse-afdeling naar een echt bedje op de baby-afdeling. We zagen haar thuiskomst met vertrouwen tegemoet. Op vrijdag 18-9-1981 hebben ze, i.v.m. Vanessa's kortademigheid en het "maskertje" dat ze nu al een paar keer had gekregen na de inspanning van de voeding, toch een aantal röntgenfoto's genomen en een E.C.G. gemaakt. Op de foto's was duidelijk sprake van een vergroot hart en longen.

Dinsdag 22-9-1981 hebben we Vanessa naar het AMC gebracht waar ze beter toegerust waren om haar te bekijken en evt. te behandelen. Vanessa bleek twee gaatjes te hebben. Een in het tussenschot van haar boezems en een in het tussenschot van haar kamers. Ook de verbindingsslagader die tijdens de zwangerschap zorgt voor de juiste richting van zuurstofarm- en zuurstofrijk bloed (Ductus Botalli) was waarschijnlijk nog niet gesloten. Dit alles hield in, dat bij Vanessa zuurstofarm en zuurstofrijkbloed zich steeds konden vermengen met elkaar, haar hart en longen overbelast raakten door dit extra werken om alles rond te moeten pompen en het lichaam ook niet de juiste zuurstofhoeveelheden kreeg. Het zou beter zijn geweest om te wachten met de operatie van Vanessa's hartje, maar haar toestand maakte het noodzakelijk om toch in te grijpen. Zo lang met een overbelast hart en longen te blijven wachten was niet meer verantwoord. Vanessa zou op 5-10-1981 geopereerd worden en we zagen daar een gunstig voorteken in, want dat was de dag dat ik eigenlijk uitgerekend was.

Al weken leefden we in spanning omtrent de toestand van Vanessa's conditie en we waren eigenlijk al zo aan het eind van ons Latijn dat we, voor de operatie zou plaatsvinden, samen hadden besproken hoe we wilden dat Vanessa's afscheid en crematie zouden verlopen mocht de operatie toch mislukken en Vanessa sterven. Ook de tekst van de rouwbrief lag al klaar. Dinsdag 5-10 zijn we de hele dag in het ziekenhuis gebleven wachtend op de verlossende woorden dat alles goed gegaan was en Vanessa het zou redden. 's Middags kwamen inderdaad die woorden. Alles was goed verlopen. De gaatjes in de tussenwand waren beide d.m.v. plastic kapjes afgesloten en de Ductus was ook geen probleem geweest. We mochten bij Vanessa toen ze van de O.K. afkwam, een mensje van 47 cm. volslagen onder de apparatuur en draden maar wel met een hersteld hartje. We zijn naar huis gereden om iedereen het goede nieuws te vertellen.

's Avonds kwamen we terug en daar kregen we de bibbers. Vanessa's bed was omringd door doctoren en verpleegsters en iedereen was gespannen. Ze maakten zich zorgen omdat Vanessa na de operatie nog steeds niet had geplast en dat kon er op wijzen dat haar hartje toch niet in staat was om het bloed voldoende ver door het lichaam te pompen. Het eerste wat toen door ons heen schoot was: "Welke schade loopt het lichaam daarvan op? Wat doet het nog meer niet? Hoe zien haar hersenen er uit? Heeft het zin om een kind haar hart terug te geven, als haar hersenen onherstelbaar beschadigd zijn geraakt?" Je wordt gek op zo'n moment! Na verloop van tijd die avond kwam de arts, die Vanessa had geopereerd, ons met tranen in zijn ogen vertellen dat ze het hadden opgegeven om te hopen op vooruitgang. Ons meisje zou het niet redden. De wereld slaat onder je voeten vandaan. We stonden aan haar bedje en dan voel je je zo klein, zo machteloos, dat je niet in staat bent om je kind te redden. We konden het toen niet meer aan, hebben afscheid genomen van onze meid en zijn naar huis gegaan. Om 23.30 belde het ziekenhuis dat Vanessa was overleden.

Onze 'grote' kleine meid

Wat een fout is dit achteraf geweest!!! Dat we niet bij ons kindje zijn gebleven toen ze ons zo nodig had. Ik weet dat we toen in een soort van shock hebben gehandeld, maar jarenlang heb ik mezelf zo schuldig gevoeld hierover. Zo vaak als dat ik niet gewenst heb dat we dat over hadden kunnen doen. Het heeft jaren geduurd voor ik met mijzelf hierover in het reine ben gekomen.

Vanessa's hartafwijking bleek geen erfelijke kwestie te zijn. We hadden gewoon pech gehad. Gelukkig vonden we veel steun bij vrienden om ons heen. We hebben ook nooit getwijfeld over de vraag of we het opnieuw aan zouden durven om weer te proberen zwanger te worden en nog geen jaar na Vanessa's dood werden we gelukkige ouders van onze tweede meid, Jessica. In '85 gevolgd door onze zoon Robin. Onze kinderen zijn inmiddels volwassen met ieder hun gezin, maar hebben altijd geweten dat er nog een kindje voor hen geboren is. Een kindje dat door haar komst en overlijden, ons leven, de manier waarop we daar tegenaan kijken en hoe we omgaan met de dood indringend veranderd en verrijkt heeft!!

Een meisje dat groot geworden is, door klein te blijven.

Die avond stonden wij daar aan je bed
vol tranen om ons kind
maar voor je wegging leerde je ons
dat niet slechts liefde maar ook verdriet de mensen bind.

November '81