KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Zoë van Muilekom

* 16 maart 2004 - 20 maart 2004 †

Marton van Muilekom en Patricia van Dooren

Voor onze lieve Zoë

Ons Wondertje

In 1999 besloten mijn vriend Marton en ik te stoppen met de pil en het duurde 4 jaar voordat ik zwanger werd. We wilden net een afspraak maken bij de huisarts toen ik ontdekte dat ik zwanger was. Helaas kreeg ik met 9 weken een bloeding. In het ziekenhuis bleek dat ik een windei en een cyste in mijn eierstok had. Ik werd op 27 april 2003 gecuretteerd.

Daarna wilden ze eerst mijn cyste verwijderen maar na 2 maanden was ik alweer zwanger. We noemden dit kindje ons wondertje. Omdat de cyste er nog zat, moesten we onder controle van de gynaecoloog blijven. Op de eerste echo zagen ze het hartje niet kloppen. Ik dacht bij mezelf, niet weer en huilde heel erg. De gynaecoloog zei dat ik over 10 dagen weer terug moest komen omdat het misschien te vroeg in mijn zwangerschap was. We boekten daarna een vakantie naar Center Parcs want ik wilde graag wat afleiding. Eenmaal daar aangekomen was ik elke morgen misselijk en moest ik overgeven. Op vrijdag zijn we weer naar het ziekenhuis geweest voor een echo en daar kregen wij te horen dat het hartje klopte. Wat waren wij toen gelukkig.

Toen ik 7 weken zwanger was werd ik steeds zieker. Ik kon niets meer binnenhouden en viel heel veel af. Ik werd met 10 weken en 1 dag opgenomen. Mijn bloeddruk was te hoog en ze waren bang dat het misschien zwangerschapsvergiftiging was. Later bleek dit niet het geval. Ik heb 3 dagen in het ziekenhuis gelegen, daarna mocht ik naar huis. Daar moest ik elke dag 3 keer overgeven maar voor de rest ging alles goed.

Toen ik 4 maanden zwanger was, kreeg ik weer last van een hoge onderdruk. Ik werd nauwlettend in de gaten gehouden maar met de baby ging alles goed. We lieten een pretecho maken. We kregen te horen dat het een meisje zou worden en alles was perfect. Een meisje, daar had ik altijd al van gedroomd. We gingen allemaal leuke meisjeskleren kopen en de babykamer uitzoeken. Natuurlijk werd het een echte prinsessenkamer.

Ik laat met trots mijn dikke buik zien

Met 5 maanden ontdekten ze dat ik zwangerschapdiabetes had en werd ik op een streng dieet gezet. Wij waren lekker op vakantie geweest en toen ik terug kwam ging ik weer op controle. Mijn onderdruk was 123 en ik hield ook nog vocht vast dus moest ik nog eens 3 dagen blijven.

Toen ik 39 weken en 5 dagen zwanger was, werd ik wakker in een plas vruchtwater. Wij zijn toen meteen naar het ziekenhuis gegaan maar ik mocht weer naar huis in de hoop dat de bevalling vanzelf op gang zou komen. Ik moest me wel op zondag weer melden bij de gynaecoloog voor controle. Op maandag 15 maart werd ik ingeleid. Ik kreeg om 08.00 uur de 1e keer gel, om 12.00 uur de 2e keer gel en om 15.00 uur de 3e keer gel. Om 16.00 uur kreeg ik krampen en ging het beginnen. Ik was heel zenuwachtig. In de loop van de avond werd de pijn zo erg dat ik het niet meer aankon. De onderdruk werd toen ook veel te hoog. Ik moest blijven liggen maar dat kon ik niet door de rugweëen. Ik kreeg een spuit voor de pijn en viel in slaap.

Om 04.00 uur werd ik wakker van de pijn en begon over te geven. Ze hebben me 's nachts aan het infuus gelegd om de weeën op te wekken maar hier begon Zoë slecht op te reageren en ik werd heel ziek. Daarom legden ze om 06.00 uur het infuus stil en om 07.00 uur kwam de gynaecoloog kijken hoeveel ontsluiting ik inmiddels had. Het was pas 3 centimeter dus de gynaecoloog besloot dat het zo niet meer ging en dat ik een keizersnede zou krijgen. Om 08.00 uur was de anesthesist er en om 08.30 uur zou ik een keizersnede krijgen.

Maar om 08.00 uur ging het helemaal mis. Zoë's hartslag daalde en daalde. Marton was helemaal in paniek en de gynaecoloog kwam rennend binnen. Ik kreeg een spuit om haar hartje een oppepper te geven. Het hielp niet dus ging de gynaecoloog kijken of de navelstreng klem zat. Ik voelde Zoë hard schoppen, ze lag te vechten voor haar leven. Ik riep heel hard: "Ze gaat dood, ze gaat dood". Toen was het helemaal stil in mijn buik en hoorde ik die verschikkelijke piep van de machine. Ze was dood en alles was stil. Wij waren haar kwijt.

Meteen werd ik naar boven gereden en hoorde ik Marton op de achtergrond schreeuwen: "ik wist het wel, wij mogen niet gelukkig zijn". Eenmaal boven gekomen werd ik meteen onder narcose gebracht en om 08.23 uur werd Zoë geboren. Ze was 15 minuten dood geweest. Mijn moeder was ook aanwezig bij de keizersnede. Zij vertelde dat ze Zoë aan het halen waren en dat ik riep: "Zoë, kom terug bij je mama". Zoë was meteen terug en toen moesten ze mij beademen. Ik ben de narcose ingegaan en heb gezegd: "God, neem mij en laat mijn dochter terugkomen".

Ik kwam bij op de verkoeverkamer en er stond niemand aan mijn bed. Ik begon te schreeuwen: "Waar is mijn dochter", toen viel ik weer weg. Ik kwam daarna weer bij en kreeg een foto. "Wat is ze mooi en het is toch goed", dacht ik en ik val alweer weg. Toen ik daarna weer bijkwam, zat mijn moeder huilend naast mijn bed. Ze vertelde dat Zoë nog leefde maar dat ze aan de beademing lag. Meteen wist ik dat ze het niet zou gaan redden. Ik werd naar beneden gebracht. Ze wilden me morfine geven maar daar wou ik niets van weten want ik wilde helder zijn.

De kinderarts kwam binnen en vertelde ons, dat we er rekening mee moesten houden dat Zoë het misschien niet zou redden. Als ze het wel zou redden, dan zou ze een zwaar geestelijk gehandicapt kind blijven. Hij vroeg of wij ons kindje dat aan wilden doen. Marton werd boos, duwde de dokter omver en rende de kamer uit.

De zuster kwam vragen of ik naar Zoë toe wilde. Ik zei tegen haar dat ik dat niet wilde. Zoë zou toch dood gaan gaan dus wilde ik ook niet naar haar toe. Gelukkig haalden ze mij over en ging ik toch wel naar Zoë toe. Ik zag haar liggen en begon heel hard te huilen. Zoë had een tube in haar keel, allemaal stekkers op haar lichaam en allemaal draden op haar hoofdje. Ik pakte haar handje vast en zei dat ik heel veel van haar hou.

Zoë aan de beademing

Zoë herkende mij wel, dat voelde ik. Ik lag dag en nacht bij haar bed en was bij haar als ze haar onderzochten. Ze had heel veel pijn maar ze vocht toch. Wat was ik toch trots op haar. Op donderdag kregen we te horen dat we naar het MMC zouden gaan in Veldhoven. Daar zouden ze een MRI-scan gaan doen en zouden we te horen krijgen in hoeverre Zoë's hersentjes beschadigd waren. In het MMC aangekomen gingen we meteen door naar Zoë. Ze was van de beademing af en de kinderarts zei dat ze een echte vechter is en dat het, als ze het zo goed zou blijven doen, al een hele verbetering was. We konden haar nu kussen en knuffelen, wat was dat fijn zeg.

Ons wondertje            De trotse papa

We hadden weer hoop en wat waren we gelukkig. 's Nachts ging het mis en moesten we naar beneden komen. Zoë had een terugval gehad en ademde helemaal niet meer. Ze moest weer aan de beademing gelegd worden en ze had ook veel epileptische aanvallen gehad. We kwamen beneden aan op de IC en daar lag ze. Ze had zoveel pijn, onze harten braken. Diezelfde dag gingen ze weer een MRI-scan doen en wij moesten wachten op onze kamer boven. Na een tijd ging de deur open en er kwamen 4 artsen binnen, ik wist genoeg. Ze vertelden dat uit de MRI-scan was gebleken dat Zoë's hersentjes maar voor 10% werkten en dat het het beste zou zijn om de behandeling te stoppen. Het werd Marton te veel en hij stortte in elkaar. Ik wist het vanaf de dag dat ze in mijn buik stierf. Wij besloten dan ook meteen om de behandeling te stoppen. De familie en vrienden mochten afscheid komen nemen van Zoë. Wij gingen naar een aparte kamer. Daar mochten we Zoë voor het eerst vasthouden. Ze werd op mijn borst gelegd en toen voelde ik me echt een moeder. Marton wilde eerst niet maar ging toch met Zoë knuffelen. Mijn vader en moeder kwamen ook nog lekker knuffelen met Zoë.

De trotse opa en oma knuffelen met Zoë

Daarna hebben we Zoë in bad gedaan en aangekleed en knuffelden we nog een keer. Toen werden alle apparaten losgekoppeld en stierf ze in mijn armen. Ik hoorde dat ze op het laatst echt begon te stikken en ik zei tegen haar: "ga maar schatje, je hebt genoeg gevochten voor ons en wij zullen altijd van jou houden". Toen was het stil, ze was er niet meer. Haar hartje klopte nog maar ze was weg, dat voelde ik. We waren samen met haar eerste hartslag en we waren samen met haar laatste hartslag. We legden Zoë in haar bedje en gingen naar huis, verdoofd, moe en het niet kunnen geloven. Waarom wij?

De volgende dag kwam de begrafenisondernemer. Hij ging Zoë halen. We besloten dat Zoë niet thuis zou worden opgebaard omdat we dat niet aankonden. Ik zag haar weer terug bij het mortuarium en nu was ze dood en voelde ze koud aan. Familie en vrienden kwamen naar haar kijken en iedereen huilde en kuste Zoë.

Dinsdag 23 maart is Zoë begraven. Er waren heel veel bloemen en knuffels. De begrafenis was besloten. Wij namen nog afscheid van Zoë en gaven haar nog wat spulletjes mee, haar knuffel die ze van haar papa had gehad, een schriftje met verhalen van ons, zakdoeken met onze geuren en foto's van ons allemaal. Ook wisselden we haar mutsje. Daarna deden we zelf haar kistje dicht. Toen was het echt het einde. Er werden drie plaatjes gedraaid namelijk: "Zolang" van Gordon en Replay, "Afscheid nemen bestaat niet" en "Zij" van Marco Borsato. Er werd voorgelezen en ik wilde voor Zoë ook iets voorlezen, dat moest ik gewoon doen voor haar. Daarna ging iedereen naar buiten en wij gingen als laatste. De begrafenisondernemer droeg Zoë en wij liepen samen met hem tussen alle mensen door. Iedereen huilde. Bij Zoë's rustplaats aangekomen stortte Marton in elkaar en moesten zijn broers hem vasthouden. Zoë werd in haar grafje getild en Koos droeg een gedicht aan Zoë voor. Toen lieten we 30 ballonnen in de lucht los en liepen alle mensen langs Zoë om rozeblaadjes te strooien en om nog iets tegen haar te zeggen. Wij gingen als laatste en de broer van Marton maakte het grafje van Zoë dicht.

Ballonnen

Zoë's grafje

Gedichtje van Papa en Mama in de krant

Geboren op 16 maart 2004 en overleden op 20 maart 2004
Groot is het wonder, jij was zo klein.
Dankbaar zijn wij dat jij voor een paar dagen ons kindje mocht zijn.
Veel te vroeg hebben we afscheid van je moeten nemen
maar we zullen je nooit, maar dan ook nooit vergeten.
Wij hebben op 23 maart 2004 in besloten kring afscheid genomen van Zoë.

Gedichtje van Opa

5 dagen geleefd
5 dagen gevochten
Toch de strijd verloren
Dat was het lot van
Zoë van Muilekom - Van Dooren

Wij hebben later een heel mooi portret van Zoë laten maken in Turkije met haar ogen open en we hebben allebei een tattoo genomen met Zoë's naam erop.

Zoë's portret

Tattoo Marton en Patricia

Voor onze Zoë

Zoë je hebt voor ons gevochten,
en daar zijn wij heel dankbaar voor
Zoë is op 16 maart bij ons gekomen en
op 20 maart weer van ons afgenomen
5 dagen vechten voor zo'n kleine meid
wie had dit verwacht en gedacht
Zo'n knap meisje, met zo'n sterke wil
Om ons toch te laten zien wie Zoë is
Een kind met vechtlust maar dat werd
te zwaar voor dit jonge leven
Dus heb je ons verlaten en ons heel
veel liefde achtergelaten
Wij geven jou heel veel liefde mee
en een hele dikke kus
Papa en Mama houden van je
tot in de eeuwigheid

Wij hebben Zoë's naam ontleed en daar kwamen de volgende woorden uit:
Zo'n onvergetelijk engeltje (haar naam zegt genoeg)

Slaap zacht, lieve prinses