KievitsbloemKievitsbloemKievitsbloem

Daan Quirinus Antonius Hendrikus van der Voort

* 14 februari 2002 - 17 februari 2002 †

Marcel en Mariska

Ons mooiste Valentijnscadeau

Op 1 januari 2001 besloten we te stoppen met de pil, na ruim 5 jaar huwelijk vonden wij het wel eens tijd worden voor gezinsuitbreiding. Je hoorde van verschillende kanten dat het wel een jaar kon duren voordat je zwanger zou kunnen zijn dus daar gingen we maar van uit, dan kon het altijd meevallen als het eerder zou lukken. En het lukte eerder, eind juni 2001 deed ik een zwangerschapstest en die was positief! Ik kon het niet geloven en ging meteen naar de drogist om er nog een te halen van een ander merk om er zeker van te zijn dat het ook echt zo was, die was natuurlijk ook hartstikke positief. Ik heb die dag een paar schattige babysokjes gekocht en 's avonds vertelde ik het Marcel, het kwam bij hem als een complete verassing, hij was natuurlijk wel blij, maar moest toch nog erg aan het idee wennen.

Toen ik 8 weken zwanger was, moest ik voor een eerste controle naar het ziekenhuis (ik was door mijn huisarts meteen doorverwezen omdat ik hoge bloeddruk heb) en daar was een afspraak gemaakt voor de week daarna om een echo te laten maken. Op mijn werk gekomen, kon ik het niet meer voor mij houden en heb ik het verteld (het voelde niet goed om iedere keer als ik naar het ziekenhuis ging een smoes te moeten verzinnen), hoewel de zwangerschap toch nog wel erg pril was en er nog van alles mis kon gaan. 's Avonds hebben wij het ook direct aan onze wederzijdse ouders verteld (voor beiden zou dit hun eerste kleinkind worden). Na de echo met 9 weken ging het toch voor ons wel heel erg leven, ook al was het kleintje nog maar een paar cm groot, het was er en het was levensecht aanwezig! Onze baby groeide goed in de maanden die volgden, maar mama viel erg af omdat ik de hele zwangerschap last van misselijkheid heb gehad, ik dacht dat het nooit over zou gaan. Op een gegeven moment ben ik halve dagen gaan werken omdat het echt niet ging, dat was wel beter. Met de bloeddruk ging het eigenlijk ook heel goed, bij iedere controle stond ik binnen 5 minuten weer buiten omdat het verder heel erg goed ging.

Tot de 36e week, mijn bloeddruk was iets gestegen (maar was nog niet abnormaal hoog) de gynaecoloog vertelde dat wanneer ik klachten kreeg (hoofdpijn, sterretjes zien e.d.) ik mij weer moest melden in het ziekenhuis. In het weekend kreeg ik inderdaad wat klachten, maar heb nog even afgewacht tot dinsdag de 5e en toen moest ik komen en wat urine meenemen. Na onderzoek + een CTG (waarbij de baby erg druk in de weer was) kreeg ik te horen dat ik meteen moest blijven, ik kon nog wel even mijn toiletspullen e.d. thuis halen maar ik moest mij diezelfde middag melden op de afdeling gynaecologie want ik moest opgenomen worden. Het bleek dat ik eiwit in mijn urine had, dat duidt op zwangerschapsvergiftiging. Ik heb vervolgens een week op de afdeling gelegen waarbij ze mij na een paar dagen aan een infuus hadden gelegd met magnesiumsulfaat omdat mijn spierreflexen te hoog waren en men bang was dat ik in een epileptische shock zou raken, ik had dus ook last van pre-eclampsie. Ik reageerde heel heftig op het magnesiumsulfaat, had dubbel zicht, hoofdpijn, een hele droge mond, kon op een gegeven moment zelfs niet meer lopen en mij niet meer omdraaien in bed omdat alle spieren a.h.w. lam gelegd waren. Gelukkig mocht ik na een paar dagen stoppen hiermee en knapte ik zienderogen weer op. Ik kreeg te horen dat ze op dinsdag de 12e een poging zouden gaan wagen om de bevalling in te gaan leiden (ik was dan tenslotte 37 weken zwanger, dan waren de longetjes rijp) omdat de baby toch een kleine groeiachterstand had gekregen, was het beter om hem geboren te laten worden.

Men begon met het inbrengen van gel om de ontsluiting te bevorderen. Op donderdagochtend de 14e februari had ik eindelijk 2 cm ontsluiting en konden de vliezen gebroken worden. Ik belde Marcel op met de mededeling dat zijn Valentijnscadeau onderweg was (hij was degene die steeds zei dat ons kindje op 14 februari geboren zou gaan worden). Ik ging meteen aan het infuus om de weeën op te laten wekken, ik had al een ander infuus met vocht omdat ik al een paar dagen niets had gegeten en gedronken (nog steeds misselijk). Ik werd ook meteen aan het CTG gelegd want bij de baby hadden ze een elektrode op zijn koppie geplakt zodat men op die manier zijn toestand in de gaten kon houden. Omdat ik in het begin alleen maar weeën onderin mijn buik voelde, konden de weeën niet goed geregistreerd worden en werd er een drukkatheter bij mij ingebracht, toen kon ik dus niet meer van het bed af. 's Middags werden de weeën heftiger en zat ik al snel op 7 cm ontsluiting. Omdat het CTG een keer vrij vlak was, hebben ze bij de baby bloed afgenomen via zijn hoofdje, zo konden ze het zuurstofgehalte in zijn bloed bepalen, een half uurtje later kwam de uitslag en die was uitstekend. Dus geen vuiltje aan de lucht en het CTG werd ook weer normaal. Tot 's avonds een uur of half elf, de weeën waren nu echt heel heftig en ik zat op 9 cm ontsluiting (we waren er dus bijna), maar er stond nog een klein randje en ik mocht nog niet volledig meepersen. Ik lag op dat moment even alleen in de verloskamer en ik hoorde via het CTG (dat naast mij stond) dat de hartslag van de baby heel erg langzaam werd, ik drukte op de bel om iemand te roepen, maar dat was al niet meer nodig. Men kwam met een aantal mensen mijn kamer binnengestormd (ze konden in hun eigen ruimte het CTG volgen) met Marcel daar achteraan. Vanaf toen ging alles heel snel, er werd een aantal pogingen gedaan met de vacuümpomp door de arts-assistent en ik moest met al mijn kracht meepersen. Het echo-apparaat werd erbij gehaald om het hartje van de baby te controleren; dat beeld zal ik nooit meer vergeten, het klopte nog wel, maar heel erg langzaam. Een aantal minuten daarna kwam de dienstdoende gynaecoloog binnen (hij was opgepiept) en pakte een grotere maat kapje en gaf een flinke knip en na 1 keer heel hard persen werd ons kindje geboren om 23.07 uur. Hij werd 10 seconden op mijn buik gelegd, hij huilde en bewoog niet, lag in precies dezelfde houding als hoe hij in mijn buik had gezeten. Daarna werd hij meteen meegenomen naar de reanimatiekamer, waar ze hem hebben gereanimeerd, Marcel heeft dat hele proces kunnen volgen. Op een gegeven moment vroeg ik aan een verpleegkundige of het een jongen of een meisje was (dat wist ik nl. ook nog niet eens), ze zei een jongen en ik zei nee, dat kan niet (ik had mijn hele zwangerschap namelijk gedacht dat ik een meisje zou krijgen), ze zei "ja, er zit toch echt een dingetje aan". Vanaf toen was het geen baby, maar was het Daan.

Daan pas geboren

Daan werd naar de kinderafdeling gebracht en een uurtje later kwam de kinderarts met ons praten en vertelde dat het niet zo goed ging met onze jongen. Ze hadden zijn hartje wel weer op gang gekregen maar door het zuurstofgebrek had hij epileptische aanvalletjes gekregen. Ze hadden hem medicijnen gegeven om deze aanvalletjes te onderdrukken, maar zelfs met de medicijnen had hij ze nog gekregen. In het ziekenhuis waarin ik was bevallen, kon men hem niet de beste medische zorg geven dus ze hadden een academisch ziekenhuis gebeld met de vraag of er plaats voor Daantje was op de IC-afdeling voor pasgeborenen. Gelukkig was er plaats in het LUMC in Leiden, ik was bevallen in Gouda dus dat was gelukkig niet zo heel ver weg. Diezelfde nacht rond half twee kwamen ze ons kleine mannetje halen met de babylance. Ik had wel gevraagd of ze nog even langs de verloskamer wilden komen, want ik had hem helemaal niet meer gezien. Toen kon ik dat kleine hummeltje van ons pas goed bekijken en wat was hij mooi! 's Nachts is er nog gebeld met Leiden want ik wilde wel weten of hij goed was aangekomen en rond half vier hoorde ik dat hij er was. De andere ochtend ben ik er met de ambulance achteraan gegaan, het was nog even spannend want ik lag nog aan allerlei infusen (had tijdens de bevalling nog magnesium-sulfaat gekregen en na de bevalling nog extra bloed), maar het mocht. Mijn ouders waren er en mijn moeder is meegegaan in de ambulance. Marcel is 's nachts nog naar huis gegaan en is de andere ochtend met zijn ouders naar Leiden gereden. Daar aangekomen had Marcel al te horen gekregen dat het beter was dat hij zou blijven slapen, nou dan weet je dat het niet goed gaat. We kregen ook een kamer voor ons tweeën met eigen toilet en douche. 's Middags hoorden we van de neonatoloog dat het niet goed ging met onze kleine Daan. Ik kon op dat moment mijn emoties niet kwijt omdat ik nog helemaal stoned was van de magnesium, dat voelde heel raar, niet kunnen huilen als je zo'n vreselijk bericht krijgt. 's Avonds hadden we nog een gesprek met een andere neonatoloog, die kwam met het vreselijkste bericht van ons leven. Ze gaven Daan nog tot zaterdagochtend om enige reactie te tonen, hij lag nl. heel stil en bewoog niet, zijn oogjes waren gesloten en hij reageerde niet op prikkels, en anders zou het toch beter zijn om de behandeling te stoppen. Als zijn hartje het zelf zou opgeven, zouden ze hem niet meer reanimeren.

Onze trots 1 dag oud

Alles ging daarna in een sneltreinvaart. Ik wilde eerst van het magnesium-sulfaat af zijn omdat ik alles heel bewust mee wilde maken (dat gebeurde zaterdagmorgen). We zijn die dagen heel veel bij ons kleine mannetje geweest en hebben veel foto's van hem gemaakt en hem vastgehouden. Die momenten staan in mijn geheugen gegrift. Wij hebben hem in het bijzijn van onze ouders, broer en zus op zondagmiddag om 12.00 uur laten dopen en zij zijn toen naar huis gegaan. Wij zijn om 16.00 uur die middag teruggegaan naar Daan en hebben hem daar zonder slangetjes in onze armen gekregen en hebben een aantal uren met hem gezeten (hij ademde nog voor een groot gedeelte zelf). Hij kreeg ook een beetje morfine omdat wij er zeker van wilden zijn dat hij geen pijn zou hebben en even na half acht 's avonds is onze Daan in onze armen overleden. Wij hebben hem daarna zelf gewassen en aangekleed, het was de enige keer dat wij dit konden doen, en hebben hem meegenomen naar onze kamer. De andere dag heb ik hem in mijn armen meegenomen naar huis en hebben wij hem thuis in zijn wiegje gelegd. Hij is nog 3 dagen bij ons thuis geweest en precies een week na zijn geboorte hebben wij hem begraven. Daar waren heel veel mensen bij, wij hadden iedereen een kaartje gestuurd die een geboortekaartje zou krijgen (ik had de enveloppen al geschreven). Wij hadden nu een kaartje laten maken met de afdruk van Daan's handje op de voorkant. Dit handje is ook op het glazen hartje gestraald dat op zijn grafje staat. We hebben Daan in een rieten mandje laten begraven en hebben hem zelf in onze eigen auto vervoerd. Wij hebben die dag ook nog twee liedjes van Bløf gedraaid: "Dichterbij dan ooit" en "Weggaan", twee liedjes die voor ons een heel bijzondere betekenis hebben.

Het is nu bijna een jaar geleden en het verdriet en gemis om ons ventje is nog elke dag aanwezig. De reden waarom het allemaal zo gegaan is, zullen we nooit echt weten. Uit latere gesprekken met de artsen is gebleken dat Daan strak omstrengeld is geweest tijdens zijn geboorte, de navelstreng zat eenmaal om zijn nekje gedraaid en de placenta vertoonde enige infarcten. De artsen houden het op een samenloop van omstandigheden; Daan was een aantal weken te vroeg geboren dus nog niet zo sterk, het moment waarop zijn hartslag wegviel, is precies het moment waarop kindjes al hun kracht nodig hebben om het geboortekanaal te kunnen passeren + een flinke dosis domme pech hebben ervoor gezorgd dat wij onze grootste schat niet meer bij ons kunnen hebben. Boosheid is er soms ook nog, de bevalling heeft erg lang geduurd, als de artsen een uur eerder een keizersnede hadden gedaan had ik mijn verhaal hier nooit hoeven vertellen. Gelukkig hebben Marcel en ik veel steun aan elkaar en van onze familie + het mailen met andere engeltjes-mama's doet mij ook erg goed. En inmiddels is de glans weer in ons leven terug want in de zomer van 2003 hebben wij (na een spannende zwangerschap met daaropvolgend een keizersnede, want anders durfden wij het niet aan) een 2e zoon gekregen die wij Max Daniël hebben genoemd. Als hij groter is zullen wij hem vertellen over zijn grote broer, want Daan zal altijd een plekje in ons gezin hebben.

Zo klein, de indruk zo groot